Doorstromen in de Rotterdamse maatschappelijke opvang. Cas Barendregt, Barbara van Straaten & Carola Schrijvers.

Presentatie over: "Doorstromen in de Rotterdamse maatschappelijke opvang. Cas Barendregt, Barbara van Straaten & Carola Schrijvers."— Transcript van de presentatie:

1 Doorstromen in de Rotterdamse maatschappelijke opvang. Cas Barendregt, Barbara van Straaten & Carola Schrijvers

2 Achtergrond Plan van aanpak Maatschappelijke Opvang (2006): Daklozen in zorg krijgen Persoonsgerichte aanpak - individueel trajectplan Betere doorstroom in de MO

3 Vraagstelling Welke doorstroombewegingen hebben bij 31 cliënten met een traject plaatsgevonden? Wat zijn belemmeringen in de doorstroom? Wat is de visie van de cliënt op doorstroom?

4 Methode Trajectonderzoek -31 cliënten met een traject -Eerder IVO onderzoek -Interviews met hulpverleners & cliënten Zorgprofessionals -Doorstroom op instellingsniveau

5 TredeWoonvormen Zelfstandig wonen zonder ambulante woonbegeleiding 7 Eigen woning, zelfstandig gehuurde woning, begeleiding eventueel poliklinisch. Zelfstandig wonen met ambulante woonbegeleiding 6 (z)Onderdak, Individuele woonbegeleiding Kleinschalige woonvorm geen 24-uursbegeleiding 5 Bescherm(d)(end)? Beschut, Begeleid, kleinschalige pensions, groepswonen Intensieve begeleiding 24-uursbegeleiding 4 Intensief Beschermd Wonen (IBW), Intensief begeleid wonen, Sociaal Pension, Doorstroom- pension, RIBW, Klinisch ‘vrijwillig’ 3 WZW Delta: chronisch verslaafd + psychiatrisch Klinisch ‘gedwongen’ 2 Duurzaamverblijf (Beilen) en RM, BOPZ: verslaafd + ernstig psychiatrisch: ISD-traject Dakloos / Nachtopvang 1 Buiten slapen en verblijf in voorziening voor nachtopvang (gemengde doelgroep)

6 Welke doorstroom- bewegingen vonden plaats? 5 cliënten uit beeld 5 cliënten gedaald op de woonladder 6 cliënten gelijk gebleven 15 cliënten gestegen op de woonladder

7 Wat zijn belemmeringen voor doorstroom? Individueel niveau: Lichamelijke gezondheid Zelfredzaamheid “Het is echt iemand die gestuurd moet worden..net als gisteren: heeft ie al dagen hetzelfde shirt aan, helemaal onder de vlekken. Als je dan zegt: joh, trek even een ander shirt aan, ja, dan doet ie het ook.” En, middelengebruik..

8 Middelengebruik In lichtere voorzieningen: minder intensief dan verleden. “Van helemaal stoppen met alcoholgebruik wil hij niks weten, hij vindt dat hij wel een paar biertjes per dag mag drinken… en daar is wat voor te zeggen. (…) het is al een grote verbetering ten opzichte van de 25 biertjes die er soms per dag doorheen gingen. Dus ja... geef hem eens ongelijk. En als hij dat in stand kan blijven houden…” (woonbegeleider)

9 In zwaardere voorzieningen: veelal intensief gebruik, leidt tot veel problemen - Regels stellen “alleen gebruiken na de avondmaaltijd” - Verleiden tot verslavingskliniek

10 Wat zijn belemmeringen voor doorstroom? Instellingsniveau: Te weinig treden op de woonladder –Gat tussen 24uurs begeleiding en zelfstandig wonen met ambulante begeleiding Wachtlijsten

11 Hoe denken de cliënten zelf over doorstroom? Onrealistische plannen: –“Ik wil gewoon een eigen huis voor mij alleen.” Vooruit, maar rustig aan –“Uiteindelijk gaan we wel werken naar helemaal zelfstandig natuurlijk. (...)Het heeft geen haast, ik zit hier net een jaartje.” Niet verder doorstromen –“Ik ben bang dat het weer fout gaat, dat ik weer op straat beland en weer moet gaan kraken.”

12 Conclusies Veel cliënten gestegen op de woonladder: maar, ook ‘bodemeffect’ Belemmeringen in de doorstroom?  cliëntkenmerken + voorzieningenaanbod

13 Contactgegevens Barbara van Straaten (IVO/ Erasmus MC) straaten@ivo.nlstraaten@ivo.nl / 010-4253366 Vragen?