De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

3 havo 1 Wereldeconomie § 2 - 4

Verwante presentaties


Presentatie over: "3 havo 1 Wereldeconomie § 2 - 4"— Transcript van de presentatie:

1 3 havo 1 Wereldeconomie § 2 - 4

2 2. Kantelt het economisch wereldbeeld?
Bijdrage aan de wereldhandel Ontwikkeling Het relatieve/absolute aandeel van de centrumlanden stijgt/daalt. Het aandeel van de opkomende economieën stijgt. De snelste groeier is Japan/India /China.

3 2. Kantelt het economisch wereldbeeld?
Bijdrage aan de wereldhandel Ontwikkeling Het relatieve aandeel van de centrumlanden daalt. Het aandeel van de opkomende economieën stijgt. De snelste groeier is China.

4 2. Kantelt het economisch wereldbeeld?
Bijdrage aan de wereldhandel Oorzaken verschuiving Uitschuiven van maakindustrie vanuit centrumlanden naar (semi)periferie. Snelle economische ontwikkeling in semiperifere landen vooral na 2000.

5 Waarom schuiven mno’s bedrijven uit ?
Vooral aantrekkelijk voor arbeidsintensieve maakindustrie. Lage lonen Stijgende welvaart Groei afzetmarkt Ook dienstverlenende bedrijven schuiven uit. k China telt nu twee keer zoveel wetenschappers als Japan! Toename opleidings-niveau

6 Wereldhandel groeit. Wereldhandel groeit door..
Opdeling productieketen Transport wordt goedkoper en sneller vooral door containervervoer Handelsgrenzen verdwijnen steeds meer >WTO>markliberalisering Globalisering: gebieden vervlechten steeds meer Trend: na 2012 vlakt wereldhandel af door economische crisis.

7 Opdeling van de productieketen
Vroeger Regio grondstoffen halffabrikaat eindproduct Wereld Vooral na 1980 onderdelen hulpstoffen assemblage grondstoffen eindpro-duct Afzetmarkt halffabrikaat grondstoffen onderdelen hulpstoffen

8 Ontstaan multipolaire wereldeconomie
Global shift Global shift = Verschuiving op aarde van economische kerngebieden. Verschuiving wellicht van.. ..centrumlanden naar semiperiferie ..Atlantische Oceaan naar Stille Oceaan Mogelijk gevolg global shift.. Ontstaan multipolaire wereldeconomie

9 En de winnaar is.. Gebied zal het meest profiteren van de global shift omdat F A dit gebied in een groeimarkt ligt aan de Stille Oceaan. D F B C E

10 3 Ontwikkeling van de handelsstromen
Wereld 3 Ontwikkeling van de handelsstromen 10

11 Koloniale verhoudingen (1500-1950).
Handelskolonialisme ( ) Bekijk de kolonisatie en dekolonisatie van de wereld door Europese landen In 1914 waren de twee grootste Europese koloniale machten: Groot Brittannië Frankrijk Nederland bezat twee grote kolonies : Nederlands Indië Suriname De dekolonisatie verloopt snel na WO II

12 Handelskolonialisme (1500-1800)
Kenmerken van het handelskolonialisme: Kolonies leveren grondstoffen en arbeidskrachten / slaven Langs de kusten ontstaan handelskolonies en plantages.

13 Sterke toename wereldhandel vooral tussen moederlanden en kolonies
Industrieel kolonialisme of Imperialisme Industrieel kolonialisme = Fase van het kolonialisme waarbij de moederlanden de kolonies ook gaan besturen. De invloed van het moederland neemt sterk toe. Waarom? Europa industrialiseert> landen willen zich verzekeren van grondstoffen. Veiligstellen afzetmarkt voor industriële gebruiksgoederen. Gevolgen: Greep op kolonies neemt sterk toe: bestuur,onderwijs,inrichting. Sterke toename wereldhandel vooral tussen moederlanden en kolonies

14 Dekolonisatie en Koude Oorlog (1950-1990)
Na 1945: veel kolonies worden onafhankelijke landen. Banden met moederland blijven wel vaak nog sterk . tussen oost en west bestaat gewapende vrede> Koude Oorlog. Ontstaan van twee economische/politieke blokken: strijd om uitbreiding van hun invloedsfeer > leidt tot ernstige conflicten: bijvoorbeeld Koreaanse en Vietnamese oorlog. sturen de richting van de wereldhandelsstromen.

15 Na 1990: toename vrijhandel
1990: ineenstorten Sovjet-Unie Markteconomie belangrijkste economisch systeem Kenmerken: vrij ondernemerschap prijs bepaald door vraag en aanbod>concurrentie vrijhandel tussen landen

16 Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land?
Waar hoort wat? Voordelig 1 Buitenlandse concurrentie 2 Vorming grote bedrijven 3 Regionale specialisatie 4 Vrij toegang tot buitenlandse afzetmarkt 5 Goedkopere producten Nadelig 6 Binnenlandse bedrijven failliet 7 Protectionisme verboden

17 Vrijhandel: voor- of nadelig voor een land?
Waar hoort wat en waarom? voordelig 2 Vorming grote bedrijven Grote afzetmarkt bereikbaar Land maakt producten waar het goed in is 3 Regionale specialisatie 4 Vrij toegang tot buitenlandse afzetmarkt Bedrijf kan internationaal concurreren 5 Goedkopere producten Consument profiteert nadelig Kans op faillissement 1 Buitenlandse concurrentie 6 Binnenlandse bedrijven failliet Buitenlandse concurrentie 7 Protectionisme verboden Geen bescherming eigen bedrijven tegen buitenlandse concurrentie

18 Handelsstromen passen zich aan
Waar hoort elk land ? VS Duitsland Groot-Brittannie China Conclusie Aandeel in de wereldhandel wordt gestuurd door: politieke ontwikkelingen in de wereld. economische ontwikkelingen in landen en in de wereld.

19 4 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Wereld 4 Ontwikkeling in verschillende snelheden 19

20 Nogales: winnaars en verliezers.

21 Ontwikkeling in verschillende snelheden
Centrale vraag: waarom zijn sommige landen rijk en andere arm? Interne factoren: oorzaken liggen in land zelf. Externe factoren: oorzaken liggen in relatie met buitenland.

22 Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Intern: Natuurlijke oorzaken Factor Klimaat Reliëf Bodem Natuurlijke hulpbronnen Wat is probleem? Te droog,te koud Te bergachtig Onvruchtbaar Weinig natuurlijke hulpbronnen Opmerking: Gunstige natuurlijke omstandigheden kunnen een land vooruit helpen maar zijn geen garantie voor een hoge welvaart. Vergelijk: Zwitserland<> Irak.

23 Waarom zijn sommige landen rijk en andere arm?
Intern: menselijke factoren Factor Waarom probleem? Politiek systeem Mate van sociale ongelijkheid Slecht bestuur:corrupt, onvrij, geen bescherming privébezit. Hoge Gini-coëfficiënt: elite pikt groot deel Bnp in, massa leeft in armoede > onvrede en onrust> toeristen en investeerders blijven weg. elite ? armen

24 Onheilspellende combinaties
In welk land kun je deze foto op basis van de tabel zeker maken en waarom? In omdat Egypte hier een grote groep jongeren zijn, redelijk opgeleid maar werkeloos

25 Intern: leeftijdsopbouw en bevolkingsgroei
Factor Waarom probleem Bevolkingsgroei/ leeftijdsopbouw Bevolking is erg jong of vergrijsd: >hogere kosten (scholing,verzorging) >kleinere beroepsbevolking Japan Geen land ter wereld vergrijst zo snel als Japan, vooral op het platteland. Hier worden in de supermarkt meer luiers voor bejaarden dan voor baby’s verkocht. Gevolg is dat de bevolking krimpt en de beroepsbevolking steeds kleiner wordt. Een oplossing- verruiming van immigratie- is in Japan( nog) onbespreekbaar.

26 Externe factoren Factor Waarom probleem? Koloniaal verleden
Rol land in wereldeconomie Kolonies werden door moederlanden eerder uitgebuit dan opgebouwd. Hun rol is nog vaak: leverancier van grondstoffen. Is een land of regio aantrekkelijk voor mno’s? Zo niet > gebied profiteert niet van de globalisering

27 Externe factoren: rol in wereldeconomie
De rol van grondstoffenrijke landen in de periferie is sinds de koloniale tijd niet echt veranderd. De export van Afrika bestaat nog steeds vooral uit grondstoffen en energie. Daar kun je overigens rijk mee worden maar het maakt je ook vaak kwetsbaar. In Nigeria daalde tussen 2011 en 2014 de inkomsten uit olie met 30%


Download ppt "3 havo 1 Wereldeconomie § 2 - 4"

Verwante presentaties


Ads door Google