1 Case 4: Virtuele televisiereclame in de sport. 2 Ontstaan in Amerika Doelstelling PVI: in-program Advertising Virtuele speltoevoeging Virtual advertising.

Presentatie over: "1 Case 4: Virtuele televisiereclame in de sport. 2 Ontstaan in Amerika Doelstelling PVI: in-program Advertising Virtuele speltoevoeging Virtual advertising."— Transcript van de presentatie:

1 1 Case 4: Virtuele televisiereclame in de sport

2 2 Ontstaan in Amerika Doelstelling PVI: in-program Advertising Virtuele speltoevoeging Virtual advertising als categorie van virtual imaging

3 3 De Europese dimensie Europese markt: – geleidelijke ontwikkeling – op lager niveau Symah Vision, Canal + Virtuele reclame: nieuwe reclame(communicatie)drager in de sport

4 4 Voordelen virtuele (versus klassieke) reclame A)Voordeel voor adverteerder 1.Meer doeltreffend 2.Meer permission + intrusion marketing 3.Meer logo- en merknaamzichtbaarheid 4.Rechtstreeks in dynamische sportomgeving 5.Dynamisch mediakanaal (actief/passief) 6.Segmentatie! 7.Modern, attractief en creatief advertentiekanaal 8.Flexibel medium

5 5 B) Voordelen voor kijker  toegevoegde kijkerswaarde C) Voordelen voor evenement  aanvullende reclame- inkomsten D) Voordelen voor bezitter tv- rechten 1.Meer, betere en duurdere advertentieruimte 2.Hogere abonneeprijzen 3.Doorverwijzing naar websites

6 6 Verklaringen voor opkomst VI 1.Nadelen virtuele tv-reclame 2.Hoge kostprijs tv-rechten sport 3.Technologische mogelijkheden medium 4.Meer advertentieruimte

7 7

8 8 Knelpunten op Europese markt 1.Commerciële leefbaarheid (ICT-crisis) 2.Gebrek aan harmonisatie tussen nationale regelgevingen in Europa voorbeeld: EBU

9 9 Vragen ter discussie 1)Weeg de voor- en nadelen van virtuele reclame in de sport af ten opzichte van de klassieke sportreclame. 2)Geef een aantal virtuele reclamedragers voor: a)een zaalsport b)een sport die in een stadion in open lucht plaatsvindt c) een sport die beoefend wordt op een circuit d)een sport die beoefend wordt op de openbare weg 3)In welk opzicht is de markt op het Europese vasteland nog minder ontwikkeld dan de Angelsaksische markt?