Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdGijs Peeters Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Peter Cras, juni 2008 Een genuanceerd positief beeld van competentiegericht beroepsonderwijs
2
De competentiegerichte kwalificaties zijn voortreffelijke prestatiestandaarden voor beroepsuitoefening op MBO- niveau
3
Competentiegericht beroepsonderwijs is uitstekend geschikt om de kwalificatie-eisen te realiseren.
4
Bent u wel goed wijs?
6
Beschrijven het functioneren in de beroeps- praktijk en het gedrag dat daarvoor nodig is. Handelen als beroepsbeoefenaar en maatschappijdeelnemer staat centraal Alle aspecten van het handelen van een beroepsbeoefenaar beschrijven Gebaseerd op vertrouwen in expertise, inzet en betrokkenheid van uitvoerders van scholen en bedrijven Bieden van ruimte voor keuzes op de werkvloer Waar hebben we het nu over bij de kwalificaties (diploma-eisen) MBO?
7
Met de competentiegerichte kwalificatiestructuur zijn door het gebruik van dezelfde methodiek en taal voor alle beroepsuitoefening op MBO- niveau uitstekende praktische mogelijkheden gecreëerd voor overstappen, instappen, herintreden, EVC en het combineren van werken en leren.
8
Waar hebben we het nu over bij competentiegericht beroepsonderwijs? Vertrekpunt voor het ontwikkelen en uitvoeren van opleidingsprogramma’s is het kunnen handelen in de beroepspraktijk en maatschappij Alle aspecten van beroepsuitoefening maken deel uit van het opleidingsprogramma De vakinhoudelijke en didactische expertise van docenten wordt ingezet vanuit het perspectief van het handelen in de beroepspraktijk en maatschappij Van deelnemers wordt een actieve inbreng en betrokkenheid bij hun opleidingsprogramma verwacht
9
Deze uitgangspunten en aanpak zijn volgens mij nog steeds prima en worden door velen onderschreven. Hoe kunnen ze dan op zoveel verzet stuiten?
10
Voor een deel omdat een aantal scholen er zelf om gevraagd heeft door uitgangspunten als “alle aspecten van handelen” en “actieve inbreng” van deelnemers aanvankelijk in te vullen zoals hen dat uitkwam in plaats van deze te baseren op kwalificaties en mogelijkheden van deelnemers, docenten en organisatie.
11
Voor een deel omdat er nogal wat onduidelijkheid bestond (en bestaat) over hetgeen in het beroepsonderwijs gaande is. Competentiegericht beroepsonderwijs is op een hoop gegooid (met name door mensen uit onderwijs met andere opvattingen, politici en journalisten) met “het nieuwe leren”.
12
Voor de discussie over competentiegericht beroepsonderwijs is het van belang dat de kritiek wordt onderscheiden naar de soort: 1. kritiek op basis van onduidelijkheid of onjuiste informatie 2. kritiek op de kwaliteit van de uitvoering 3. kritiek als gevolg van een andere opvatting over onderwijs
13
Eenzijdige aandacht voor algemene competenties Feitelijk onjuist. De (wettelijke) kwalificaties sluiten dat uit. Zie daarvoor www.kwalificatiesmbo.nl.www.kwalificatiesmbo.nl Scholen die dat toch doen lopen vast bij examinering. Daarom is het zo belangrijk dat het bedrijfsleven zowel bij de kwalificaties als examinering betrokken is. Onduidelijkheid en/of onjuiste informatie
14
Beperking didactische vrijheid scholen Feitelijk onjuist. De kwalificaties laten ruimte voor gevarieerde didactische keuzes/invulling door scholen. Natuurlijk geven de kwalificaties wel richting aan de didactiek. Je leert geen pijp lassen door de kenmerken van ijzer te benoemen en als je over 2.20 meter wilt springen zal dat niet lukken zonder fysieke oefening. Onduidelijkheid en/of onjuiste informatie
15
Er is terecht veel kritiek geuit over de kwaliteit van de uitvoering. Geen lesrooster, veel vrijblijvendheid, de zelfstandigheid van deelnemers wel erg ver doorgetrokken, lesuitval, halfbakken examinering. Ook de kwaliteit van docenten staat regelmatig ter discussie. Kritiek op kwaliteit uitvoering
16
Aantal scholen heeft een loopje genomen met competentiegericht beroepsonderwijs. Ideologie en efficiency denken in plaats van gefaseerde verbetering. Wel jammer dat daarmee vele goede voorbeelden van competentiegericht beroepsonderwijs geen enkele aandacht kregen in de media. Kritiek op kwaliteit uitvoering
17
Positief is dat alle kritiek er wel toe geleid heeft dat scholen de ideologische veren of de gemaksveren hebben verruild voor een gerichte aanpak en realiteitszin. Nogmaals, er waren al veel scholen die van meet af aan gericht en met realiteitszin de zaken aanpakten. Kritiek op kwaliteit uitvoering
18
Ondanks de vele en terechte kritiek op de uitvoering blijft het beleidsmatig wel zaak om kritiek op uitvoering te onderscheiden van kritiek op uitgangspunten (opvatting, visie). Kritiek op kwaliteit uitvoering
19
Over de inzet van de vakinhoudelijke en didactische expertise van docenten en over het schenken van vertrouwen aan de “werkvloer” bestaat verschil van opvatting. Die discussie moet wel gevoerd worden en tot een duidelijke en consistente visie van de wetgever leiden. Verschil van opvatting
20
Inzet van vakinhoudelijke en didactische expertise docenten Hier gaat het om twee opvattingen: I Opleidingsprogramma georganiseerd in vakken, relatief zelfstandige docenten, logica en structuur vak leidend. IIOpleidingsprogramma’s georganiseerd op basis van analyse beroepspraktijk, docenten werken samen in team, taken en werkprocessen in beroepspraktijk leidend. Verschil van opvatting
21
Laat je het vak leidend zijn of de beroepspraktijk. In het eerst geval (I) neem je de interne structuur van het vak als uitgangspunt en moet de deelnemer (of de docent) dat vertalen naar toepassing in de beroepsuitoefening. In het tweede geval (II) neem je de beroepspraktijk als uitgangspunt voor ontwerp en uitvoering van onderwijs. De docent haalt uit zijn vakgebied relevante inhoud voor een opleidingsprogramma. De inhoud is in teamverband besproken en afgestemd. Verschil van opvatting
22
Nogal wat mensen (docenten, journalisten, politici) hebben momenteel voorkeur voor vakken, gedoceerd door goed opgeleide docenten. “Daar leer je weer echt iets van” is de opvatting. Goed opgeleide docenten neem ik graag van ze over. Maar verder vind ik de opvatting dat lesgeven in vakken betere resultaten oplevert, meer op heimwee dan op een adequate arbeidsmarktgerichte aanpak gebaseerd is. Verschil van opvatting
23
Competentiegericht beroepsonderwijs is “vertrouwenonderwijs”. Hoofdzaken worden vastgelegd, de finetuning vindt tijdens de uitvoering plaats en wordt waar nodig achteraf verantwoord. Verschil van opvatting Vertrouwen in expertise en inzicht van uitvoerders
24
Verschil van opvatting Vertrouwen in expertise en inzicht van uitvoerders Wat in 2004 nog breed ondersteund werd en vanzelfsprekend en waardevol was, met name ook vanuit de politiek, is in 2008 allesbehalve vanzelfsprekend. Het “regionale netwerk aan zet” (Koers BVE, OCW, 2004) moet in 2008 op z’n minst aangevuld worden met “de centrale overheid als netwerkbewaker”.
25
Wat opvalt in de vaak felle aanvallen op competentiegericht beroepsonderwijs is dat over de relatie tussen onderwijs en de maatschappelijke context waarbinnen het plaatsvindt met geen enkel woord gesproken wordt. Verschil van opvatting
26
Veranderde economische verhoudingen, sterk gewijzigde bevolkingssamenstelling, de thuissituatie en omgeving van deelnemers, verwachtingspatronen etc. zijn aspecten die grote invloed hebben op de (mogelijke) inrichting en uitvoering van onderwijs. Verschil van opvatting
27
Beseffen dat deel van de onderwijsproblematiek een maatschappelijk probleem/opgave is - veel mensen zijn gewend veel te hebben - veel mensen zijn gewend dat er veel voor hen geregeld is - de opleidingspopulatie is zeer divers qua samenstelling en instelling - economie en arbeidsmarkt bepalen ook welk onderwijs adequaat is. Hoe verder?
29
Nieuwe economische werkelijkheid onderzoek/ontwikkeling productie dienstverlening geld mensen 'Swappen' over de wereld Wat win je met competentiegericht beroepsonderwijs, Peter Cras, februari 2008
30
Bron: CBS bewerkt door Kenniscentrum Handel Ontwikkeling allochtone bevolking Nederland (historie) Wat win je met competentiegericht beroepsonderwijs, Peter Cras, februari 2008
32
Hoe verder? De discussie minder ideologisch voeren. Wat willen we en wat kunnen we als school realiseren met deze deelnemers onder deze condities is productiever dan eindeloze discussies over “het beste onderwijs”
33
Hoe verder? De oplossing niet zoeken in het opnieuw verfijnd expliciteren van kwalificaties, regels en procedures. Gericht managers en docenten aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Betere balans tussen gestructureerd – ongestructureerd, kennis – houding, algemeen – specifiek.
34
Hoe verder? Gericht scholen van managers, docenten en praktijkopleiders. Bedrijfsleven structureel betrekken bij kwalificeren en examineren. Vooral de moed erin houden
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.