De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Kantoorautomatisering Prof. dr. ir. W. Philips Didactisch materiaal bij de cursus Academiejaar 2010-2011

Verwante presentaties


Presentatie over: "Kantoorautomatisering Prof. dr. ir. W. Philips Didactisch materiaal bij de cursus Academiejaar 2010-2011"— Transcript van de presentatie:

1 Kantoorautomatisering Prof. dr. ir. W. Philips Didactisch materiaal bij de cursus Academiejaar 2010-2011 philips@telin.UGent.be http://telin.UGent.be/~philips/kantoorautomatisering/

2 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 2 Copyright notice This powerpoint presentation was developed as an educational aid to the renewed course “Office automation” (Kantoorautomatisering), taught at the University of Gent, Belgium as of the year 2000. This presentation may be used, modified and copied free of charge for non-commercial purposes by individuals and non-for-profit organisations and distributed free of charge by individuals and non-for-profit organisations to individuals and non-for-profit organisations, either in electronic form on a physical storage medium such as a CD-rom, provided that the following conditions are observed: 1.If you use this presentation as a whole or in part either in original or modified form, you should include the copyright notice “© W. Philips, Universiteit Gent, 2000-2002” in a font size of at least 10 point on each slide; 2.You should include this slide (with the copyright conditions) once in each document (by which is meant either a computer file or a reproduction derived from such a file); 3. If you modify the presentation, you should clearly state so in the presentation; 4.You may not charge a fee for presenting or distributing the presentation, except to cover your costs pertaining to distribution. In other words, you or your organisation should not intend to make or make a profit from the activity for which you use or distribute the presentation; 5. You may not distribute the presentations electronically through a network (e.g., an HTTP or FTP server) without express permission by the author. In case the presentation is modified these requirements apply to the modified work as a whole. If identifiable sections of that work are not derived from the presentation, and can be reasonably considered independent and separate works in themselves, then these requirements do not apply to those sections when you distribute them as separate works. But when you distribute the same sections as part of a whole which is a work based on the presentation, the distribution of the whole must be on the terms of this License, whose permissions for other licensees extend to the entire whole, and thus to each and every part regardless of who wrote it. In particular note that condition 4 also applies to the modified work (i.e., you may not charge for it). “Using and distributing the presentation” means using it for any purpose, including but not limited to viewing it, presenting it to an audience in a lecture, distributing it to students or employees for self-teaching purposes,... Use, modification, copying and distribution for commercial purposes or by commercial organisations is not covered by this licence and is not permitted without the author’s consent. A fee may be charged for such use. Disclaimer: Note that no warrantee is offered, neither for the correctness of the contents of this presentation, nor to the safety of its use. Electronic documents such as this one are inherently unsafe because they may become infected by macro viruses. The programs used to view and modify this software are also inherently unsafe and may contain bugs that might corrupt the data or the operating system on your computer. If you use this presentation, I would appreciate being notified of this by email. I would also like to be informed of any errors or omissions that you discover. Finally, if you have developed similar presentations I would be grateful if you allow me to use these in my course lectures. Prof. dr. ir. W. PhilipsE-mail: philips@telin.UGent.be Department of Telecommunications and Information ProcessingFax: 32-9-264.42.95 University of GentTel: 32-9-264.33.85 St.-Pietersnieuwstraat 41, B9000 Gent, Belgium

3 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 3 Overzicht Verschil tussen inhoudelijke, logische en fysische structuur Elektronische documenten 1.Structuur in elektronische documenten 2.Markup-talen en meta-talen: algemene principes MSWord, RTF, TeX, LaTeX HTML, SGML en XML 3.Hypertekst, linken, inbedden en importeren algemene principes Office, HTML en XML andere elementen van elektronische documenten 4.paginabeschrijvingstalen: PS, EPS, PDF

4 Elektronische documenten Inhoudelijke, logische en fysische structuur van documenten

5 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 5 Inhoud, structuur en vormgeving Documenten hebben 3 verschillende “dimensies” inhoud logische structuur fysische structuur (vormgeving) beïnvloeden “leesbaarheid” document De inhoud kan meestal op verschillende manieren worden gestructureerd; de logische structuur van het document is dus een specifieke keuze Specifieke problemen met elektronische documenten Computerverwerking wordt veel eenvoudiger als de logische structuur “zichtbaar” is in het document; dat is niet evident De vormgeving wordt best gescheiden van de inhoud en de structuur: elektronische documenten worden dikwijls op verschillende manieren gereproduceerd  er zijn dus verschillende vormgevingen nodig

6 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 6 De inhoudelijke documentstructuur Documenten brengen informatie over aan de lezer Deze informatie kan meestal hiërarchisch worden opgedeeld In het verleden is gebleken dat het voor politici voordelig is om veel op televisie te verschijnen. Het is dan ook nuttig uit te zoeken hoe ze zich meer in de media kunnen laten opmerken. Enkele manieren om media-aandacht te trekken zijn deelnemen aan spelletjes en kwissen dronken aan het stuur betrapt worden Niet alle manieren zijn echter even goed … belang media mogelijke strategieën? Kwaliteit strategieën voorbeeld 1 voorbeeld 2

7 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 7 Inhoudelijke en logische structuur Inhoudelijke structuur: De hiërarchische opsplitsing van de inhoud van een document in begrippen, deelbegrippen, … en hun onderlinge relaties belang media mogelijke strategieën? Kwaliteit strategieën voorbeeld 1 voorbeeld 2 1.2 1.1 3 1 2 Een klassiek document is meestal bedoeld om sequentieel te lezen (van voor naar achter)  de begrippen moeten lineair (sequentieel) worden geordend in de tekst Logische structuur: de welbepaalde (gekozen) sequentieel geordende versie van de inhoud in het document, die echter nog steeds hiërarchisch geordend is

8 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 8 Logische structuur: voorbeeld belang media mogelijke strategieën? Kwaliteit strategieën voorbeeld 1 voorbeeld 2 3 11.2 1.1 2 Enkele goede manieren om media-aandacht te trekken zijn dronken aan het stuur betrapt worden deelnemen aan spelletjes en kwissen Niet alle manieren zijn echter even goed … In het verleden is gebleken dat het voor politici voordelig is om veel op televisie te verschijnen. Het is dan ook nuttig uit te zoeken hoe ze zich meer in de media kunnen laten opmerken. Opmerking: door de andere ordening gaat deze versie van de tekst eerder over media-aandacht dan over politiek

9 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 9 …De logische documentsctructuur Een goedgekozen volgorde is belangrijk: Sommige begrippen kunnen echter maar begrepen worden nadat andere zijn uitgelegd  de logische structuur moet aan bepaalde voorwaarden voldoen De lezer moet niet alleen de opeenvolgende begrippen kunnen begrijpen, maar moet ook inzien waarom ze op een bepaalde plaats worden uitgelegd Begrippen die op “strategische” plaatsen worden uitgelegd winnen aan belang, b.v.: -de hoofdstukken “Inleiding” en “Besluit” -de hoofdzin in samengestelde zinnen -woorden die veel als onderwerp van een zin voorkomen

10 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 10 De fysische structuur van een document De logische structuur draagt de betekenis van een tekst De fysische structuur (layout) draagt de vormgeving ervan een krant bestaat uit katernen, een katern uit pagina’s, een pagina uit kolommen, een kolom uit blokken, een blok uit regels, … Met één logische structuur kunnen verschillende fysische structuren overeenkomen b.v. door een verschillende keuze van typografische parameters (paginagrootte, lettertype, regelafstand, zetspiegel) Opmerking: men spreekt ook over de fysische structuur van een bestand: de manier waarop het is opgeslagen, eventueel verdeeld over deelbestanden dit is dus iets helemaal anders!

11 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 11 Voorbeeld Voorbeeld: een structuur met indentering en bullets leest veel vlotter dan een tekst waarin de structuur enkel met leestekens wordt aangegeven: In het verleden is gebleken dat het voor politici voordelig is om veel op televisie te verschijnen. Het is dan ook nuttig uit te zoeken hoe ze zich meer in de media kunnen laten opmerken. Enkele goede manieren om media-aandacht te trekken zijn: deelnemen aan spelletjes en kwissen, dronken aan het stuur betrapt worden. Niet alle manieren zijn echter even goed … In goed opgemaakte documenten is de logische structuur duidelijk zichtbaar in de fysische structuur; in het bijzonder is de hiërarchie van het document duidelijk zichtbaar op de hogere niveaus onder de vorm van objecten met een titel zoals delen, hoofdstukken, paragrafen Op lagere niveaus: door de alineaschikking, indentering, opsommingen,...

12 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 12 Interacties tussen documentstructuren De inhoudelijke, logische en fysische documentstructuren interageren met elkaar (zijn niet volledig onafhankelijk) Paragrafen worden soms onderbroken door paginagrenzen  de fysische structuur beïnvloedt de logische Soms beïnvloedt de fysische structuur de inhoud: -de paginanummers in de inhoudstafel hangen af van het korps van de tekst -Titels kunnen niet overal worden gezet (b.v. onderaan een blad); soms past men de inhoud aan (b.v. enkele zinnen toevoegen) om titels van ongewenste plaatsen te verdrijven Voetnoten horen thuis onderaan de pagina waarop ze gerefereerd worden; soms lukt dat echter niet -soms lost men dit op door aanpassing logische structuur (b.v. figuren verplaatsen) -of door aanpassing inhoudelijke structuur (b.v. enkele zinnen verkorten)

13 Elektronische documenten Talen voor het beschrijven van documenten Structuur in elektronische documenten

14 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 14 Structuur in elektronische documenten Een elektronisch bestand moet minimaal bevatten een weergave van de inhoud: de eigenlijke tekst en bijbehorende objecten (figuren, tabellen, …) een minimum aan logische structuur: opdeling in alinea’s De volgende elementen zijn optioneel, maar dikwijls onmisbaar: een beschrijving van de opmaak van de verschillende elementen van de tekst (tekst, figuren, titels, …) een beschrijving van de fysische layout (=resultaat van toepassen van de opmaak door een tekstverwerker) een beschrijving van de logische structuur Deze elementen zijn niet strikt noodzakelijk omdat de tekst eventueel volgens bepaalde conventies (b.v. beschreven in een “style sheet”) kan worden opgemaakt Opmerking: dikwijls bevatten documenten ook meta-informatie: naam auteur, sleutelwoorden, datum creatie, commentaar, …

15 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 15 Voorbeelden … Word tracht de logische structuur te reconstrueren door een “outline level” te associëren met sommige stijlen inhoud + logische structuur Voorbeeld 1: HTML (zoals oorspronkelijk gedefinieerd) fysische structuur Word “Print” of “Toon” inhoud + opmaak Voorbeeld 2: MsWord Word “outline view” logische structuur fysische structuur schermweergave conventie en voorkeur gebruiker browser “toon” vensterafmetingen Nieuwere versies van HTML laten wel toe om opmaak te specificeren

16 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 16 … Voorbeelden Titel 1 op logisch niveau 1 Titel 1.1 op logisch niveau 2 Paragraaf met tekst Titel 1.2 op logisch niveau 2 Titel 2 op niveau 1 Titel 2.1 op logisch niveau 2 Een Word-bestand beschrijft in de eerste plaats de opmaak van de tekst (en optioneel de hiërarchie van de logische structuur via “outline levels” geassocieerd met opmaak Een HTML-bestand beschrijft in de eerste plaats de logische structuur (opmaak is optioneel)

17 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 17 Evolutie van html Titel 1 op logisch niveau 1 Titel 1.1 op logisch niveau 2 Paragraaf met tekst Vrij snel werden ook tags voor het aanbrengen van opmaak voorzien Later hoopte men door het invoeren van cascading stylesheets opmaak en vorm weer te kunnen scheiden Titel 1 op logisch niveau 1 Titel 1.1 op logisch niveau 2 Paragraaf met tekst

18 Elektronische documenten Talen voor het beschrijven van documenten Markup-talen

19 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 19 Markup Markup = het toevoegen van extra “commando’s” aan de tekst: om de opmaak van de tekst te beschrijven om de logische structuur te beschrijven om aan te geven dat een figuur moet worden ingevoegd, … De commando’s bevinden zich ofwel gemengd doorheen de tekst: b.v. HTML, XML, LaTeX, RTF  belangrijk: hoe onderscheidt men tekst en commando’s? ofwel gescheiden van de tekst (b.v. vooraan of achteraan in het bestand): b.v. Word Het bestandsformaat kan binair (Word, WP,…) zijn of “enkel ascii” in binaire bestanden zijn de commando’s controlekarakters  enkel voor computerverwerking bij ascii-formaten zien de commado’s eruit als tekst: b.v. \bf  ook de mens kan de commando’s gemakkelijk interpreteren

20 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 20 Voorbeeld: OpenDocument text formaat Openoffice.org bestanden zijn zip-archieven $unzip../soffice.odt Archive:../soffice.odt extracting: mimetype creating: Configurations2/ creating: Pictures/ inflating: content.xml inflating: styles.xml extracting: meta.xml inflating: Thumbnails/thumbnail.png inflating: settings.xml inflating: META-INF/manifest.xml Inhoudelijke en logische structuur Definities van (opmaak)-stijlen en hun logische hiërarchie Auteur, laatste wijziging… Documentspecifieke voorkeuren

21 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 21 Overzicht Verschil tussen inhoudelijke, logische en fysische structuur Elektronische documenten 1.Structuur in elektronische documenten 2.Markup-talen en meta-talen: algemene principes MSWord, RTF, TeX, LaTeX HTML, SGML en XML 3.Hypertekst, linken, inbedden en importeren algemene principes Office, HTML en XML andere elementen van elektronische documenten 4.paginabeschrijvingstalen: PS, EPS, PDF

22 Elektronische documenten Talen voor het beschrijven van documenten Markup-talen

23 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 23 Semantisch niveau van een markuptaal Semantisch niveau: In welke mate is de logische structuur herkenbaar in het bestand en dus bruikbaar door de computer? Twee uitersten: zuiver procedurale talen: de commando’s zeggen hoe de opmaak en layout moet worden beïnvloed maar niet waarom zuiver declaratieve talen: de commando’s (hier tags genoemd) leggen de logische structuur van het document vast; de opmaak- en layouteigenschappen van een logische eenheid worden vastgelegd bij de definitie van de tag -dikwijls wordt de beschrijvingen van de layout en formattering gegroepeerd in een apart bestand, de zogenaamde “style sheet” -in de “style sheet” wordt de layout en de opmaak vaak beschreven d.m.v. een primitievere procedurale taal Opmerking: vele talen laten zowel procedurale als declaratieve commando’s toe

24 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 24 Voordelen declaratieve commando’s Voordelen van de declaratieve commando’s + aparte stijldefinitie hoger niveau van abstractie; door hun gebruik -kan in het document meer informatie omtrent de logische structuur worden teruggevonden; het is b.v. zichtbaar welke opmaak in één keer werd aangemaakt -kan de gebruiker een heleboel opmaak aanbrengen in één operatie (cfr. subroutine in een programmeertaal) herbruikbaarheid en compactheid: eenzelfde stijldefinitie kan op veel plaatsen worden gebruikt de opmaak kan gemakkelijker consistent worden gehouden, tijdens de aanmaak van het document en ook bij wijzigingen in de style sheets kan men heel wat typografische detailkennis inbouwen, zodat minder ervaren gebruikers minder de stijlregels overtreden

25 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 25 Markup-talen: Voorbeelden Enkele voorbeelden, ruwweg in volgorde van ontstaan Standard Generalized Markup Language (SGML, 1969-1985) TeX (Knuth, 1979) en LaTeX (Lamport 1986) MsWord (1984-nu) en Rich Text Format (RTF) Hypertext Markup Language (HTML, 1992-nu) Portable Document Format (PDF, 1993-nu) eXtensible Markup Language (XML, 1997-nu) SGML en XML zijn eigenlijk geen markuptalen, maar standaarden om markuptalen te definiëren PDF en MsWord worden door sommigen niet als echte markup-talen beschouwd PDF, omdat het een “paginabeschrijvingstaal” is; PDF laat echter ook toe logische structuur te beschrijven Word, omdat het een binair formaat is en omdat de opmaak los van de tekst wordt opgeslagen zelfstudie

26 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 26 Semantisch niveau: classificatie talen Deze classificatie houdt niet alleen rekening met de eigenschappen van de taal, maar ook van de manier waarop de gebruiker de taal gebruikt Postscript, uit postscript gedistilleerde pdf TeX, Word zonder stijlen of met beperkt of inconsekwent gebruik van stijlen LaTeX XML, SGML, PDF met logische structuur hoog laag PDF met outlines semantisch niveau Talen (XML, SGML, LaTeX, …) die de gebruiker dwingen de logische structuur aan te geven bieden duidelijk voordelen voor computerverwerking markup Word met goed gebruikte stijlen en duidelijke conventies zelfstudie

27 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 27 Overzicht Verschil tussen inhoudelijke, logische en fysische structuur Elektronische documenten 1.Structuur in elektronische documenten 2.Markup-talen en meta-talen: algemene principes MSWord, RTF, TeX, LaTeX HTML, SGML en XML 3.Hypertekst, linken, inbedden en importeren algemene principes Word, Office2000, HTML en XML andere elementen van elektronische documenten 4.paginabeschrijvingstalen: PS, EPS, PDF

28 Elektronische documenten MSWord bestandsformaten

29 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 29 De “header” bevat o.a. een “magic number” dat aangeeft dat het om een Word bestand gaat wijzers (pointers) die aangeven waar men de andere blokken kan vinden Het tekstblok bevat niet-opgemaakte tekst MSWord formaat … Een Word-bestand bestaat uit een aantal blokken Header Tekst Karakteropmaak Paragraafopmaak Sectiestructuur en -opmaak Voetnoot tabel … alinea-eindetekens (2 bytes: CR=10, LF=13) een beperkt aantal controlecodes: TAB, niet-afbreekbare spatie, optionele splitsing, …

30 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 30 Opmaak en stijlen in Word Word kent twee soorten opmaak alineaopmaak (paragraph formatting) is telkens van toepassing op een volledige alinea letteropmaak (character formatting) is van toepassing op een deel van een alinea alineaopmaak wordt eerst toegepast en dan letteropmaak; eventuele letteropmaak verbergt dus alineaopmaak In beide gevallen kan men de opmaak ofwel associëren aan een stijl (style) ofwel rechtstreeks associëren aan tekst (direct formatting); dit is equivalent aan het gebruik van een naamloze stijl Het aanmaken van een letterstijl vraagt iets meer werk dan het aanmaken van een alineastijl

31 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 31 Word: Beschrijving karakteropmaak De tekstwijzers wijzen telkens naar plaatsen in de tekst waar de karakteropmaak verandert de tekst vanaf karakter w j tot en met karakter w j +1 - 1 heeft een opmaak die beschreven wordt in het opmaakveld aangewezen door o j Tekstwijzer w 1 Tekstwijzer w 2 Opmaak wijzer o 1 Tekstwijzer w 3 Opmaak o 2 Tekstwijzer w 4 Opmaak o 3 Killroy was here and not there Vet=0, Schuin=0, font=17, korps=12, … naamstijl=“klein” Vet=1, Schuin=0, font=24, korps=12, … naamstijl=“groot vet” Vet=0, Schuin=1, font=24, korps=12, … naamstijl=“” Eén opmaak- descriptor per voorkomende karakteropmaak (karakterstijl of niet benoemd)

32 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 32 …MSWord formaat … De alinea-opmaak wordt op een gelijkaardige manier opgeslagen als de karakteropmaak uiteraard bevatten de descriptoren hier meer informatie, b.v. omtrent spatiëring, uitlijning, taal, … de tekstwijzers wijzen hier natuurlijk steeds naar het begin van een alinea (en niet naar een letter midden in een alinea) Opmerkingen het MSWord-formaat is propriëtair: er bestaat geen officiële specificatie van  concurrerende bedrijven moeten het via “reverse engineering” achterhalen het MSWord-formaat verandert regelmatig, maar nieuwere versies van Word kunnen de oudere bestandsformaten meestal nog wel lezen

33 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 33 … MSWord formaat Vanuit gebruikersstandpunt bevat Word zowel procedurale als declaratieve commando’s proceduraal: b.v. directe opmaak van een woord of een alinea declaratief: het gebruik van stijlen, vooral als die consequent gekoppeld zijn aan de logische structuur Word laat dus de gebruiker toe de logische structuur van het document aangeven: door een consequent gebruik van stijlen en door bovendien de “levels” van die stijlen te definiëren Probleem: er is geen garantie dat de gebruiker de logische structuur correct heeft aangegeven, wat automatische structuurdetectie bemoeilijkt

34 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 34 Office 2007 formaat Office2007 (docx) bestanden zijn zip-archieven $unzip../logischestructuurinword.docx Archive:../logischestructuurinword.docx inflating: [Content_Types].xml inflating: _rels/.rels inflating: word/_rels/document.xml.rels inflating: word/document.xml inflating: word/theme/theme1.xml inflating: word/settings.xml inflating: word/fontTable.xml inflating: word/webSettings.xml inflating: docProps/app.xml inflating: docProps/core.xml inflating: word/styles.xml

35 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 35 Office 2007 formaat: OOXML Microsoft trachtte van dit formaat een ISO-standaard te maken via de “fast track” procedure doel: vermijden dat de OpenDocument standaard zou doorbreken middel: beperken interoperabiliteit via slecht gespecificeerde pseudo standaard -tegenstrijdigheden, onvoldoende informatie, … -gesloten formaat: binaire deelobjecten mogelijk beschermd door software patenten Noch Office 2007, noch Office 2010 zullen OOXML ondersteunen (wel een “transitional” versie in 2010)

36 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 36 Office 2007 formaat: OOXML OOXML procedure brengt ISO in diskrediet procedures worden niet gevolgd, stemmen worden gekocht, “onafhankelijke” commentaar geschreven door Microsoft technische bezwaren worden genegeerd (b.v. Noorwegen) verschillende landen tekenden beroep aan

37 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 37 Rich Text Format (RTF) Doelstelling: taal om opgemaakte tekst en grafische elementen uit te wisselen tussen verschillende programma’s Vroeger gebruikt als uitwisselingsformaat door het “Windows clipboard” (Office2000 gebruikt nu HTML) Een RTF document bevat o.a. een blok met meta-informatie (auteur, datum, keywords, … ) een stylesheet; hier worden b.v. de Word-stijlen gedefinieerd Commando’s alle commando’s beginnen met een “\” en zijn van toepassing op de tekst die volgt; spaties hebben meestal geen belang een groep tekst en commando’s kan worden omsloten door “{“ en “}”; in dit geval is de invloed van de commando’s beperkt tot de omsloten tekst

38 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 38 Rich Text Format (RTF): voorbeeld {\b Vetgedrukte tekst \par } {\f1 Arial tekst \par } {\f1\fs24 Arial 24pt tekst \par } \pard\plain \s1\ql \li0\ri0\sb240\sa60\keepn\widctlpar\aspalpha\aspnum\faa uto\outlinelevel0\adjustright\rin0\lin0\itap0\b\f1\fs32 \lang1043\langfe1033\kerning32\cgrid\langnp1043\langfen p1033 {Hoofding 1 \par} \pard\plain\ql\li0\ri0\widctlpar\aspalpha\aspnum\faauto \adjustright\rin0\lin0\itap0\fs20\lang1043\langfe1033\c grid\langnp1043\langfenp1033 {\par }} nieuwe alinea font 1, 24 pt herstel default alineastijl en karakterstijl “keep with next” einde groep begin groep

39 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 39 RTF Stylesheet {\stylesheet {\ql \li0\ri0\widctlpar\aspalpha\aspnum\faauto\adjustright \rin0\lin0\itap0 \fs20\lang1043\langfe1033\cgrid\langnp1043\langfenp10 33 \snext0 Normal;} {\s1\ql \li0\ri0\sb240\sa60\keepn\widctlpar\aspalpha\aspnum\f aauto\adjustright\rin0\lin0\itap0 \b\f1\fs32\lang1043\langfe1033\kerning32\cgrid\langnp 1043\langfenp1033 \sbasedon0 \snext0 heading 1;} {\*\cs10 \additive Default Paragraph Font;} {\s15\ql \li0\ri0\widctlpar\aspalpha\aspnum\faauto\adjustright \rin0\lin0\itap0 \cbpat9 \f27\fs20\lang1043\langfe1033\cgrid\langnp1043\langfe np1033 \sbasedon0 \snext15 Document Map;} } De stylesheet bevindt zich voor de eigenlijke tekst en definieert hier de stijlen gebruikt in het voorbeeld

40 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 40 zelfstudie Overzicht Verschil tussen inhoudelijke, logische en fysische structuur Elektronische documenten 1.Structuur in elektronische documenten 2.Markup-talen en meta-talen: algemene principes MSWord, RTF TeX, LaTeX HTML, SGML en XML 3.Hypertekst, linken, inbedden en importeren algemene principes Word, Office2000, HTML en XML andere elementen van elektronische documenten 4.paginabeschrijvingstalen: PS, EPS, PDF

41 Elektronische documenten Open markup-talen

42 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 42 Open markup talen Open markup (meta-) talen zijn gestandardiseerd door onafhan- kelijke organisaties: b.v. SGML, HTML, XML, nroff, LaTeX, … Bijna steeds worden commado’s in ascii-vorm toegevoegd voordeel: de opmaak en/of logische structuur van het document is zichtbaar, zelfs al is de betekenis van de commando’s niet altijd duidelijk zonder verdere informatie men voorziet een “escape”-code om de commandokarakters eventueel toch te kunnen weergeven b.v. in HTML gebruikt men “&lt” i.p.v. “<“ nadeel: “parsing” (teksteenheden, groepen en commando’s afbakenen) is moeilijker dan in b.v. het Word bestandsformaat De commando’s beginnen met karakters die niet dikwijls in een tekst voorkomen LaTeX: \paragraph, \section, … HTML, XML, … :,

43 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 43 Vorm van commando’s Er bestaan veel verschillende soorten commado’s: commando’s zonder argumenten: b.v. (horizontale lijn invoegen) en &lt in HTML commando’s die van toepassing zijn op een argument: b.v. \section{Hello there} commando’s die van toepassing zijn op de rest van het document, de rest van de alinea, … commando’s die een blok tekst afbakenen door een begin- en een eind-tag -b.v. in html: schuine tekst -b.v. in LaTeX: $\int_{-1}^1f(x)\,dx$ of \begin{equation} \sum_{n=-\infty}^{\infty}n^2 \end{equation}

44 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 44 TeX Complexe markuptaal gericht op het met hoge typografische kwaliteit verwerken van wetenschappelijke documenten Zeer veel ingebouwde detailkennis over het zetten van wiskundige formules en het spatiëren van tekst Globale vormgeving wordt wel aan de gebruiker overgelaten men kan ook macro’s definiëren; deze gedragen zich als functies in een programmeertaal er bestaan ook variabelen, b.v. tellers dubbele spaties en lijnafbrekingen tellen als enkele spaties; alinea’s worden gescheiden door (minstens) één blanco lijn wiskundige formules worden omringd door “$”-tekens: b.v. $\frac{d\, }{d x} \sin(x)=\cos(x)$ Enkele concepten (bij wijze van voorbeeld) commando’s beginnen met “\” en zijn vooral proceduraal

45 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 45 ö vul overblijvende vertikale ruimte zoveel mogelijk op  tekst boven dit commando komt bovenaan op blad TeX-voorbeeld \hrule \vskip 1in \centerline{\bf Een tekstje in TeX} \vskip 6pt \centerline{\sl by F. B\”ohm} \vskip.5cm Dit tekstje --- dat nergens voor dient --- illustreert een aantal TeX commando’s \vskip 1in \hrule \vfill\eject speciaal commando!

46 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 46 Documentmodel TeX Alle objecten hebben een rechthoekige vorm (“boxes”) en worden omgeven door een rekbare spatie, de lijm (“glue”) figuren, formules, letters, symbolen, … worden dus qua layout alle behandeld als rechthoeken op plaatsen waar de lijm zeer rekbaar is wordt meer lege ruimte gelaten dan op een plaats met onrekbare lijm; de exacte hoeveelheid ruimte wordt echter berekend deze principes gelden voor horizontale en vertikale plaatsing De layout gebeurt door het minimaliseren van een “plaatsingskost”; die plaatsingskost neemt b.v. toe als lijn sterker moet worden samengedrukt of sterker moet worden uitgerokken om een zin op een regel te krijgen als woorden op een niet ideale manier worden gesplitst

47 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 47 Het TeX “box-model”: voorbeeld Stel: bovenstaande tekst moet worden uitgevuld over de regel inmaarrt 8 +ax+ 20+ b x + 28 +ax+ 18 +ax+ 18 +ax+ 12 +ax+ 10 = regellengte  (5 a+b ) x =regellengte - 114  x = … mm 8mm28mm 12mm 20mm10mm18mm bx mm ax mm Rekbaarheden ruimte tussen letters =ax ruimte tussen woorden =bx met b veel groter dan a

48 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 48 \long\def\@caption#1[#2]#3{% \subfig@oldcaption{#1}[{#2}]{#3}% \@for \@tempa:=\@subfigcaptionlist \do { \ifx\@empty\@tempa\relax \else \addcontentsline {\@nameuse{ext@sub#1}} {sub#1} {\@tempa}%do not try this at home! \fi}% \gdef\@subfigcaptionlist{}} Voorbeeld: een TeX-macro Deze macro dient om een onderschrift te zetten bij een figuur lijn toevoegen aan inhoudstafel if-then-else controlestructuur for-lus parameters van de macro (de tweede is optioneel) macro-oproep commentaar

49 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 49 TeX en zijn varianten De automatische vormgeving gebeurt in TeX declaratief, n.l. door het definiëren van de rekbaarheid van de lijm: b.v. tekst wordt rechts uitgelijnd door er oneindig rekbare lijm voor te plaatsen de vormgeving op hoger niveau wordt door de gebruiker aangegeven door commando’s die de rekbaarheid van de lijm vastleggen Gespecialiseerde macropakketten zoals LaTeX (L. Damport, UCLA) en AMS-Tex (American Mathematical Society) vereenvoudigen het gebruik van TeX door het toevoegen van declaratieve commando’s (b.v. \section ) die de logische documentstructuur vertalen naar opmaakcommando’s de definities van die commando’s wordt vastgelegd in een aparte “style file,” zodat slechts van de gebruiker slechts een minimale typografische kennis verwacht wordt

50 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 50 style file (TeX- commando’s titel en ondertitel als logische elementen definitie van titel, auteur en datum van vandaag als logisch elementen stijl opties (hulp style file) LaTeX: voorbeeld … genereer de titel \documentclass[a4paper,12pt]{article} \usepackage[english]{babel} \usepackage{amsfonts} \title{An overview of standards and protocols} \author{Pietje Potlood} \date{} \begin{document} \pagenumbering{arabic} \maketitle \section{Networks Technologies}\label{sect:NetTech} \subsection{ADSL - Asymmetric Digital Subscriber Line} ADSL is a modem technology that transforms ordinary phone lines (also known as ``twisted copper pairs’’)... “Chapter 1” of “Hoofdstuk 1”; “March” of “maart”; splitsingsregels bladwijzer

51 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 51 Opsomming met bolletjes …LaTeX: voorbeeld \subsection{Cable Modems} Cable systems were originally designed to deliver broadcast television signals efficiently to subscribers' homes.... \begin{itemize} \item {\bf MPEG}. MPEG is the name of a family of standards used for coding audio-visual information... \item {\bf Real Video}. Realvideo is a method for sending streaming video through the Internet. \item {\bf Quicktime}. Quicktime is a software architecture (see section \ref{subsect:qt}... \end{itemize} \end{document} Opmaak zonder logisch equivalent verwijzing: wordt b.v. “see section II.3”

52 © W. Philips, Universiteit Gent, 2000versie: 11/10/2010 03a. 52 LaTeX: in de praktijk Wetenschappelijke uitgevers creëren hun eigen style files; wetenschappelijke auteurs gebruiken die waardoor alle artikels een uniforme vormgeving krijgen auteur: paper.tex uitgever: ieee.cls latex pagina- beschrijving: paper.dvi paper.ps dvips De LaTeX-bestand wordt via het LaTeX-programma omgezet in een “device independent” (dvi) formaat de dvi-bestanden kunnen worden bekeken op het scherm of worden omgezet naar een afdrukbaar bestand computer -scherm xdvi er bestaan ook WYSIWIG-systemen (b.v. Lyx, Scientific Word) waarbij de gebruiker de commando’s niet meer intikt en ook onmiddellijk het resultaat op het scherm ziet


Download ppt "Kantoorautomatisering Prof. dr. ir. W. Philips Didactisch materiaal bij de cursus Academiejaar 2010-2011"

Verwante presentaties


Ads door Google