De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Soortenkennis Deel 2 van 3

Verwante presentaties


Presentatie over: "Soortenkennis Deel 2 van 3"— Transcript van de presentatie:

1 Soortenkennis Deel 2 van 3
Toegepaste biologie O41 Sat : nog toe te voegen: Zilverschoon Zinkviooltje Zonnedauw Zwarte toorts Fazant Grutto Kievit

2 kleefkruid

3 Kenmerken kleefkruid Soortgroep planten Hoofd-biotoop
Waar harige dieren leven, voedselrijke bodem Uiterlijke kenmerken Bladeren vedeerld in kransen van zeven 2mm grote witte bloemetjes Vruchten hebben vele haakjes Blijft overal aan kleven Extra foto’s

4 Kleine brandnetel HOOFDFOTO

5 Kenmerken kleine brandnetel
Soortgroep planten Hoofd-biotoop akkerland Uiterlijke kenmerken Max. 50 cm groot Brandharen die jeuk veroorzaken Knopvrucht Eenhuizige planten Bladeren zijn ingezaagd Extra foto’s

6 Kleine zonnedauw

7 Kenmerken k.zonnedauw Soortgroep planten Hoofd-biotoop
Uiterlijke kenmerken Witte bloemen Rode stengels/stampers Vlees etend Extra foto’s

8 Vingerhoedskruid

9 Kenmerken vingerhoedskruid
Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Graslanden en heiden Uiterlijke kenmerken 4 tot 5 cm lange bloem Gevlekte bloem aan de binnekant Onderzijde blad behaard 30 tot 150 cm groot Extra foto’s

10 vleugeltjesbloem

11 Vleugeltjesbloem Soortgroep heiden Hoofd-biotoop Graslanden en heiden
Uiterlijke kenmerken Staat op rode lijst 2 van de 5 kelkbladeren zijn groter 5 tot 30 cm Schutbladeren 1-2 mm lang Extra foto’s

12 Vogelwikke

13 vogelwikke Soortgroep Platen Hoofd-biotoop Graslanden en heiden
Uiterlijke kenmerken Slappe stengel Zacht behaard Bloem paarsachtig violet 0,8-1,2cm 6 tot 20 deelblaadjes 1-2,5cm Peul is 1-3cm 2 tot 6 cm zaadjes 3-4cm Extra foto’s

14 “Spreeuw”

15 Kenmerken spreeuw Soortgroep Sturnus vulgaris Hoofd-biotoop
‘s winters zuidelijker, ‘s zomers noordelijk. (trekvogel) Uiterlijke kenmerken De veren zijn glanzend zwart met, vooral in de zon, een bronsgroen kop en achterhoofd. In de winter gespikkeld. Bij de vrouwtjes zijn de veren groter en breder. De uiteinden zijn witgekleurd. Extra foto’s

16 “wulp”

17 Kenmerken wulp Soortgroep Numenius arquata Hoofd-biotoop
Bossen, strand en heide, waar de insecten diep in de grond zitten. Uiterlijke kenmerken 50 tot 60 cm lang. 450 tot 1500 gram 9 tot 15 cm lange kromme gebogen snavel. Veren licht van kleur met donkerbruine verticale strepen. Extra foto’s

18 “(europese) Haas”

19 Kenmerken (Europese) haas
Soortgroep Lepus europaeus Hoofd-biotoop Weiland, open grasvelden en heide Uiterlijke kenmerken Langwerpig lichaam, lange poten en oren. Achterpoten langer en krachtiger dan de voorpoten. 5 tenen en behaarde zoolkussens Grijzig geel- tot roestbruine vacht, die dient als camouflage. Extra foto’s

20 Klokjesgentiaan

21 KENMERKEN Klokjesgentiaan
Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Heide ( Zand, leem en veen) Uiterlijke kenmerken -De plant wordt cm hoog. -De bladeren zijn niet breder dan 1 cm - De rand van het blad is meestal iets omgerold.  -de plant staat op de Nederlandse Rode Lijst van planten. Extra foto’s

22 Korenbloem

23 KENMERKEN Korenbloem Soortgroep Planten Hoofd-biotoop
Akkers/ bermen (zand, leem, mergel ) Uiterlijke kenmerken Word 30 tot 60 cm. De bladeren zijn langwerpig, 2 tot 5 mm breed en niet of weinig getand. De onderste bladeren zijn veerspletig, van onderen grijs spinnenwebachtig behaard en gesteeld. Extra foto’s

24 Kropaar

25 KENMERKEN Kropaar Soortgroep Planten Hoofd-biotoop
Bermen, dijken, ruigten, grasland Uiterlijke kenmerken Word 30 tot 90 cm  De stengels zijn ruw door stekelhaartjes. Niet-bloeiende spruiten zijn afgeplat. De dof grijsgroene bladeren zijn voor ontplooiing overlangs samengevouwen. Extra foto’s

26 Witte dovenetel

27 KENMERKEN WITTE DOVENETEL
Planten Een in Europa algemeen voorkomende plant. De zaden van de plant hebben een elaiosoom. De plant kan tot 1,5 meter hoog worden.

28 Witte klaver

29 KENMERKEN WITTE KLAVER
Soortgroep Planten Uiterlijke kenmerken De plant kan tot 50 cm groot worden. De bladeren bestaan uit drie deelbladeren die (ei)rond zijn.

30 Zandblauwtje 

31 KENMERKEN ZANDBLAUWTJE
Soortgroep Planten Uiterlijke kenmerken 10 tot 45 cm hoog wordende tweejarige plant. Bloeit met blauwe,soms witte of rode, bloemen. De stengels en bladeren zijn ruw behaard.

32 Gewone raket

33 Kenmerken gewone raket
Soortgroep zoogdieren Hoofd-biotoop heidenvelden Uiterlijke kenmerken Bloem is bleekgeel en klein Word ongeveer 30 tot 60 cm hoog Bruine zaden die in 20 mm lange hauwen zitten Extra foto’s

34 Gewone rolklaver

35 Kenmerken gewone rolklaver
Soortgroep Bomen en struiken Hoofd-biotoop heidenvelden Uiterlijke kenmerken 5 tot 25 cm hoog Geel tot oranje kroonbladeren Ovaal tot omgekeerd eironde bladeren Extra foto’s

36 Gewone duizendblad

37 Kenmerken gewone duizendblad
Soortgroep Zoogdieren Hoofd-biotoop heidenvelden Uiterlijke kenmerken 15 tot 50 cm hoog Wit tot roze bloempjes Schermvormige tros Extra foto’s

38 Geel walstro HOOFDFOTO

39 Kenmerken soortnaam Soortgroep Hoofd-biotoop
weilanden, heggen, duinen, aan wegkanten, oevers en op droge zandgronden. Uiterlijke kenmerken 5-100 cm hoog kan worden De plant vormt kransen van acht tot twaalf bladeren De plant vormt kransen van acht tot twaalf Lijnvormige bladeren De bloem is goudgeel of citroen geel. Extra foto’s

40 Gele dovenetel

41 kenmerken Soortgroep Hoofd-biotoop
Bossen (loofbossen en parkbossen), struwelen, hakhout, houtwallen en waterkanten (afkalvende bosbeekoevers) Uiterlijke kenmerken gevlekte bladeren De bladeren zijn wintergroen. bladeren eirond tot langwerpig, spits en met een gekarteld-gezaagde rand. Extra foto’s

42 Gewone biggekruid

43 Kenmerken Soortgroep Hoofd-biotoop Uiterlijke kenmerken
wilde gele bloem die op schrale zandgrond groeit en bloeit De bladeren langwerpig en breed bladrozet getand meestal ruw behaard Extra foto’s

44 pijpenstrootje

45 Kenmerken pijpenstrootje
Soortgroep planten Hoofd-biotoop Heide en grasland Uiterlijke kenmerken Ze zijn cm hoog Ze hebben lange, vrij dikke wortels. De rechtopstaande stengels hebben alleen aan de voet 1 of enkele knopen De bladeren zijn dof blauwachtig groen en ze zijn ruw en behaard. Aartjes zijn bleekgroen, leiblauw of paarsig en hebben 2 tot 5 bloemen Extra foto’s

46 paardenbloem

47 Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop Grasland en heide
Uiterlijke kenmerken Hij komt op alle grondsoorten voor. De bladeren zijn getand De bladeren staan in een bladrozet bij elkaar De stengel is hol en als je kapot maakt komt er melksap uit De vrucht is bruin met erop een witte pluis Extra foto’s

48 Paarse dovennetel

49 Kenmerken soortnaam Soortgroep Planten Hoofd-biotoop
Voedselrijke grond van grasland en heide Uiterlijke kenmerken 10-30 cm hoog Eenjarig roze tot paarse bloemetjes Bladeren zijn gekarteld en zijn aan de bovenkant paars aangelopen De zaden zijn langlevend (> 5 jaar) Extra foto’s


Download ppt "Soortenkennis Deel 2 van 3"

Verwante presentaties


Ads door Google