De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Postoperatieve fase Orthopedie Mevrouw numansdorp

Verwante presentaties


Presentatie over: "Postoperatieve fase Orthopedie Mevrouw numansdorp"— Transcript van de presentatie:

1 Postoperatieve fase Orthopedie Mevrouw numansdorp
Merel Postoperatieve fase Orthopedie Mevrouw numansdorp Fenna Hiemstra Amerins Dijkstra Merel Hofman Pascal Bakker Femke Nijboer VV1D

2 Postoperatieve fase Uitgeleid van OK naar verkoever Verpleegafdeling
Bron:Balsfoort van. N, Demesmaeker. K, Günther. R, Kaldenhoven. J (2012) verpleegkundige in het ziekenhuis deel 1; ThiemeMeulenhoff, Amersfoort (p.46/47) Femke Na de operatie is de zorg voor de patiënt allereerst gericht op het bewaken van de vitale functies en op het observeren van de reactie van de patiënt op de operatie. De patiënt wordt zo snel mogelijk uitgeleid. Dit wordt op d operatiekamer gedaan, waarna de patiënt overgebracht wordt naar de verkoeverkamer. Op de verkoeverkamer controleert een verpleegkundige regelmatig de vitale functies van de patiënt. De patiënt wordt aan de monitor aangesloten en bewaakt. Een verpleegkundige controleert: Bloeddruk Pols Temperatuur De wond op nabloeden en doorlekken De urineproductie De eventuele drain op vacuüm en op lekkage De pijnscore als de patiënt weer bij bewust zijn is Ook patiënten die niet onder narcose zijn geweest, verblijven eerst even op de verkoeverkamer. Mochten er zich kort na de operatie complicaties voordoen, dan kan er snel worden ingegrepen. Als de vitale functies stabiel zijn, de pijn acceptabel is en de patiënt goed aanspreekbaar, zal de anesthesist besluiten om de patiënt op te laten halen door de afdelingsverpleegkundige. De arts die geopereerd heeft, is dan alweer bezig met zijn volgende operatie. Patiënten worden altijd door twee verpleegkundigen van de afdeling gehaald. Mocht de patiënt onderweg naar de afdeling onwel worden, dan kan de ene verpleegkundige de patiënt helpen, terwijl de andere verpleegkundige hulp gaat halen. De verpleegkundige van de verkoeverkamer geeft een overdracht van de patiënt waarin zij aangeeft hoe de lichamelijke toestand van de patiënt is. De afdelingsverpleegkundige controleert op de verkoeverkamer of: Het infuus intact is en goed functioneert. Als er complicaties optreden, is infusie de snelste manier om intraveneus vocht en medicijnen toe te dienen. De drains functioneren en niet overvloedig lopen (nabloeding) Het wondverband niet lekt De urineproductie acceptabel is De patiënt aanspreekbaar is De laatste controle van de vitale functies niet langer dan een kwartier geleden gedaan is en de waarden ook goed genoeg zijn om de patiënt mee te nemen naar de afdeling De pijnscore van de patiënt acceptabel is, welke pijnmedicatie de patiënt heeft gehad en of er een pijnprotocol is afgesproken De post-operatieve opdrachten voor de afdeling duidelijk en heler geformuleerd zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan zuurstoftoediening op de afdeling. Als dit allemaal klopt, neemt de afdelingsverpleegkundige de patiënt mee naar de afdeling. Op de afdeling vinen de controles plaats volgens voorschrift van de anesthesist en worden de post-operatieve opdrachten uitgewerkt. Tevens wordt de familie van de patiënt, al dan niet door de patiënt zelf op de hoogte gesteld van de terugkomst van de patiënt op de afdeling.

3 Angst Oorzaken Onzekerheid Kennistekort
Interventies Bied steun en geborgenheid Contact beperken met mensen die ook angstig zijn Bron: Carpenito, L.J. (2012). Zakboek verpleegkundige diagnose. 4e, herziende druk. Groningen/Houten: Wolters-Noordhof (p. ???) Pascal

4 ademhaling Oorzaken Hoest Kortademigheid
Interventies Ademhalingsoefeningen Extubatie Saturatie Amerins

5 Pijn Tijdens opname: medicatie Epidurale pijn Plexus katheter Ontslag: Pijnbestrijding Fenna

6 Bewustzijn AVPU methode Alert Verbal Pain Unresponsive Merel
AVPU is een korte en snelle methode om het bewustzijn aan te geven. Deze methode gebruikt men in principe ook bij de benadering van een slachtoffer volgens het protocol. Het bewustzijn is gestoord als het slachtoffer niet Alert reageert. Het slachtoffer: A: Alert is bewust van omgeving en tijd. V: Verbal reageert op aanspreken maar niet op de omgeving. P: Pain reageert alleen op pijnprikkels. U: Unresponsive reageert nergens meer op en is bewusteloos. Alle patiënten moeten worden beoordeeld aan de hand van deze methode. Alle patiënten zijn kort verward als ze ontwaken uit hun narcose. Oudere mensen, vooral degenen met dementie, lopen risico op postoperatieve delier. (Desoriëntatie, niet meer weten wie of waar je bent, soms hallucinaties en waanideeën, onrust en angstig gevoel). Ook kan medicatie van invloed zijn op een verhoogde kans op een delier.

7 Vochtverlies Verschijnselen Weinig urineproductie Verlaagde bloeddruk Oorzaken Verminderde vaatdoorstroming Verlies van vocht langs niet-natuurlijke weg, bijvoorbeeld drains/sondes Diarree of overmatig braken Interventies Toedienen vocht door infuus Registratie vloeistofopname Bedek wonden op het vochtverlies zo klein mogelijk te maken Medicatie tegen braken(misselijkheid) en diarree Bron: Carpenito, L.J. (2012). Zakboek verpleegkundige diagnose. 4e, herziende druk. Groningen/Houten: Wolters-Noordhof (p. 461) Femke Wat is uitdroging? Uitdroging ontstaat wanneer iemand te weinig vocht in het lichaam heeft, waardoor uitdrogingsverschijnselen optreden. Dit gebeurt wanneer door het lichaam meer vocht wordt uitgescheiden dan er wordt opgenomen. Het kan zijn dat iemand te weinig drinkt of dat er door een bepaalde oorzaak (veel) meer vocht het lichaam verlaat, zonder dat dit genoeg wordt aangevuld. De medische term voor uitdroging is dehydratie. Normaal heeft een volwassene dagelijks zo'n 2 liter vocht nodig, dat is 6 tot 8 glazen, en kinderen hebben tenminste 1 liter nodig. Bij warm weer en bij inspanning is er nog meer vocht nodig. Hoe ontstaat uitdroging? Iedereen verliest vocht via de ademhaling, zweten, door plassen en met de ontlasting. Met het vocht verlaten ook daarin opgeloste suikers en zouten. Vooral kinderen tot twee jaar en ouderen kunnen snel uitdrogen, daarnaast hebben zwangere vrouwen en mensen die chronisch ziek zijn ook meer kans op uitdroging. Uitdroging kan ontstaan als er te weinig vocht wordt ingenomen, o.a. door overmatig zweten (oververhitting door teveel zon!), braken, diarree, koorts, brandwonden, het gebruik van bepaalde geneesmiddelen. Het kan ook gaan om een combinatie van deze verschijnselen. Wat zijn de verschijnselen van uitdroging? De verschijnselen van uitdroging (kunnen) zijn: dorst droge mond en tong hoofdpijn stemverlies misselijkheid rusteloosheid, prikkelbaarheid minder plassen en zweten verminderde elasticiteit van de huid spierkrampen snellere hartslag tintelingen gevoel van zwakte koude handen en voeten blauwkleurige nagels diepliggende ogen ontbreken van tranen verlaagd bewustzijn verwardheid verlaagde bloeddruk shock Gevolgen van uitdroging Het eerste seintje dat het lichaam geeft als er een vochttekort is, is dorst. Als door meer drinken de vochtopname niet voldoende is om het verlies van vocht aan te vullen treden verdere uitdrogingsverschijnselen op. Het vocht dat zich in de weefsels bevindt stroomt naar de bloedbaan om hier genoeg volume te behouden, en daarmee de bloeddruk op peil. Gaat de uitdroging verder dan drogen de weefsels uit, krimpen hierdoor en functioneren steeds slechter. Dat is merkbaar aan de verschijnselen die steeds duidelijker optreden. De hersenen kunnen heel slecht tegen uitdroging; verwardheid is een belangrijk symptoom hiervan. Als er niet op tijd behandeld wordt kan iemand in coma raken en overlijden. De behandeling van uitdroging Het belangrijkste is natuurlijk om te zorgen dat er weer voldoende vocht in het lichaam komt. Behalve drinken (geven) kan het nodig zijn om de suikers en zouten in het lichaam aan te vullen. Dat kan met bouillon, soep, limonade, thee met suiker, sportdranken. Dit kan lastig zijn als er sprake is van braken en het moeilijk is om iets in de maag te houden: probeer het met kleine slokjes. Neem bij diarree na elke stoelgang een glas water. Eventueel kan voor de aanvulling van zouten en suikers ook ORS worden genomen. Het is te koop bij apotheek en drogist, er is geen recept van een dokter nodig. Vraag eventueel advies bij de apotheek voor het gebruik ervan. In ernstige gevallen moet uitdroging door een arts behandeld worden. Het kan nodig zijn om via een infuus het vochttekort aan te vullen, hiervoor is opname in een ziekenhuis nodig. Eventueel moet ook de oorzaak van de uitdroging worden aangepakt, bijvoorbeeld met medicijnen tegen diarree, om het verlies van vocht te doorbreken.

8 Wondverzorging Preventie infecties
Steriel werken Verband tijdig verwisselen Herhalende controle Pascal

9 Post operatieve Complicaties / vitale functies
Door controle van vitale functies kan uitval voorkomen worden. Diepe venueze trombose Koorts Urine retentie/ Obstipatie Spiermassaverlies Amerins

10 Overdracht/regiefunctie
Controleren dossier Checklist Goede communicatie/gestructureerd Observeren Protocollen navolgen Fenna

11 Voedingspatroon Enkele uren na de operatie drinken voor de versnelling van herstel en voorkomen van postoperatieve complicaties. Als de patiënt niet misselijk is mag hij weer eten en drinken, zo niet dan krijgt de patiënt medicijnen om de misselijkheid te onderdrukken. Merel Voor de versnelling van herstel en voorkomen van postoperatieve complicaties is het belangrijk dat de patient enkele uren na de operatie weer wat drinkt, en later kun je beginnen met wat voedsel. Voor de postoperatieve voedingszorg wordt begeleiding door een diëtist aanbevolen. Aandachtspunten zijn: behoud of optimaliseren van de voedingstoestand, het beperken van dumpingklachten (is een te snelle maagontlediging. Het eten blijft maar kort in de maag en komt te snel terecht in de dunne darm).en het voorkomen van deficiënties. De patiënt heeft een infuus voor toediening van vocht. Dit blijft zitten totdat hij/zij weer goed kan eten en drinken en geen medicijnen meer nodig heeft via het infuus. Als de patiënt niet misselijk is, mag hij/zij weer eten en drinken. Als de patient wel misselijk is, kan de verpleegkundige medicijnen geven om de misselijkheid te onderdrukken.

12 Slaap- en rustpatroon Diagnose Verstoorde slaap / slapeloosheid
Oorzaken Pijn en ongemak Stress en spanning Lawaai / storende kamergenoot Interventie Verminder lawaai Verminder ongemak Zorg voor ritme Bron: Carpenito, L.J. (2012). Zakboek verpleegkundige diagnose. 4e, herziende druk. Groningen/Houten: Wolters-Noordhof (p. 403/407) Femke

13 Mobilisatie Autonomie bevorderen
Eventueel doorverwijzing fysiotherapeut Pascal

14 Zelfzorgtekort Oorzaak: Verlaagde mobiliteit
Geen tot weinig mogelijkheid ADL Interventies: Helpen verzorging, voedingsschema, Thuiszorg inschakelen Amerins

15 Uitscheidingspatroon
Peristaltiek moet weer op gang komen na de operatie. De urineproductie is na een operatie niet verstoord (m.u.v. operatie an het urogenitale stelsel) Merel Omdat de patient voor de operatie gelaxeerd is en omdat de darmen tijdens de narcose helemaal stil hebben gelegen, moet de peristaltiek na de operatie weer op gang komen. Het verloop hiervan is natuurlijk afhankelijk van de soort operatie. Een patient die aan zijn darmen is geopereerd, heeft langer nodig om zijn stoelgang op gang te krijgen dan een patient die gedurende korte tijd met een ruggenprik verdoofd is geweest. Een patient die een darmoperatie heeft ondergaan, moet in de dagen na de operatie het eten en drinken weer opbouwen. de patient zal de eerst dagen post-operatiefmogelijk minder mobiliseren dan hij van huis uit gewend is. obstipatie kan het gevolg zijn van een verminderde mobiliteit, wees daar alert op. vraag zo nodig aan de arts of hij de patient een klysma of laxeermiddel voorschrijft. de urineproductie is na de operatie niet verstoord, tenzij er een operatie aan het urogenitale stelsel heeft plaatsgevonden. omdat de patient de blaas voor de operatie heeft geledigd en de patient tijdens de operatie een katheter had, duurt het even voordat de blaas weer gevuld is. zodra de patient weer voldoende wakker is en mag drinken, stimuleer je de patient om veel te drinken. hierdoor gaan de nieren weer werken, zodat de afvalstoffen uit het lichaam verdwijnen. in de regel moet de patientzes uur na de operatie spontaan geplast hebben. als het de patientniet lukt om spontaan te plassen, kan je door middel van een bladderscan kijken of de patient een retentieblaas heeft. Er is sprake van een retentieblaas als er meer dan 400 ml urine in de blaas zit. na overleg met de arts zal je de patient eenmalig katheteriseren of een verblijfskatheter geven. 

16 Informatie tekort over nazorg
Interventie Duidelijke uitleg Femke

17 Decubituspreventie Oorzaak Te lang liggen
Interventie Anti decubitus crème Decubitus matras Mobilisatie bevorderen Regelmatige inspectie Pascal


Download ppt "Postoperatieve fase Orthopedie Mevrouw numansdorp"

Verwante presentaties


Ads door Google