Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdPieter-Jan Maas Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
1 Zondag 29 september 2013 morgendienst
2
2 Welkom in deze dienst! Voorganger :dr. W. van ‘ Spijker Ouderling:W.H. van Eeken Organist: Krijn van Veen
3
3 Orde van de dienst - 1 Welkom en mededelingen Gezang 432 Stil gebed, votum en groet Psalm 122: 1 en 3 Tien geboden Psalm 130: 1, 2 en 4 Gebed Schriftlezing: Psalm 73 Psalm 73: 1 en 9
4
4 Orde van de dienst - 2 De kinderen gaan naar de bijbelklas Preek Psalm 73: 10 en 11 Gebeden De kinderen komen terug Collectes: Onderlinge bijstand en advies en kerk Gezang 440: 1, 2 en 4 Zegen
5
5 Spreuk van de week “Een onbetrouwbare bode brengt onheil teweeg, een betrouwbare boodschapper redt.” Spreuken 13: 17
6
Margriet Visser Geboren op 22 september 6
7
Jenske met Margriet. Margriet is op 22 september geboren. 7
8
8 VakantieBijbelFeest donderdagochtend 24 oktober met Matthijs Vlaardingenbroek 09.45-11.30u. Wees erbij :)
9
Welkom en mededelingen 9
10
Gezang 432: 1, 2 en 3 1 Wat God doet, dat is welgedaan, zijn wil is wijs en heilig. 'k Zal aan zijn hand vertrouwend gaan, die hand geleidt mij veilig. In nood is mij zijn trouw nabij. Ja Hij, de Heer der heren, blijft eeuwig wijs regeren. 10
11
Gezang 432: 1, 2 en 3 2 Wat God doet, dat is welgedaan. Hij is mijn licht en leven. Ik wil mijzelf van nu voortaan blijmoedig aan Hem geven, omdat ik weet in vreugd en leed: zijn vaderlijk’ ontferming blijft eeuwig mijn bescherming. 11
12
Gezang 432: 1, 2 en 3 3 Wat God doet, dat is welgedaan, daar laat ik het bij blijven. Al moet ik door de engten gaan waar mij de dood zal drijven als God mij leidt kan ik de tijd van duisternis verdragen: ik zal zijn licht zien dagen. 12
13
Stil gebed Votum en groet 13
14
Psalm 122: 1 en 3 1 Hoe sprong mijn hart hoog op in mij, toen men mij zeide: “Gord u aan om naar des HEREN huis te gaan! Kom ga met ons en doe als wij!” Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in, u, Godsstad, mogen wij ontmoeten! Jeruzalem, van ver aanschouwd, wel saamgevoegd en welgebouwd, o schone stede, die wij groeten. 14
15
Psalm 122: 1 en 3 3 Bidt heil toe aan dit Vredesoord: dat die u mint bevredigd zij, dat vrede in uw wallen zij, gezegend zij uw muur en poort! Jeruzalem, dat ik bemin, wij treden uwe poorten in om u met vrede te ontmoeten! Om al mijn broeders binnen u, om 's HEREN tempel wil ik u, o stad van God, met vrede groeten. 15
16
16 Tien geboden
17
Psalm 130: 1, 2 en 4 1 Uit diepten van ellende roep ik tot U, o HEER. Gij kunt verlossing zenden, ik werp voor U mij neer. O laat uw oor zich neigen tot mij, tot mijn gebed. Laat mij gehoor verkrijgen, red mij, o Here, red ! 17
18
Psalm 130: 1, 2 en 4 2 Zoudt Gij indachtig wezen al wat een mens misdeed, wie zou nog kunnen leven in al zijn angst en leed? Maar Gij wilt ons vergeven, Gij scheldt de schulden kwijt, opdat wij zouden vrezen uw goedertierenheid. 18
19
Psalm 130: 1, 2 en 4 4 Gij al Gods bondgenoten, ziet naar zijn toekomst uit! De HEER is vast besloten tot goedertierenheid! Hoort aan de goede tijding: Hij geeft in zijn geduld aan Israël bevrijding van onrecht en van schuld. 19
20
Gebed 20
21
21 Schriftlezing Psalm 73 NBV
22
Psalm 73 1 Een psalm van Asaf. Ja, God is goed voor Israël, voor wie zuiver zijn van hart! 2 Toch had ik bijna een misstap begaan, bijna waren mijn voeten uitgegleden, 3 want ik keek met afgunst naar de dwazen, benijdde het geluk van wie kwaad doen. 4 Tot hun dood blijven zij voor ziekte gespaard, hun buik is goedgevuld, 22
23
23 5 aardse kwellingen kennen zij niet, het lijden van anderen gaat aan hen voorbij. 6 Daarom is hoogmoed hun halssieraad en bedekt geweld hen als een mantel, 7 hun ogen puilen uit het vet, van eigenwaan zwelt hun hart. 8 Ze spotten, spreken kwaad en dreigen vanaf hun hoge zetels,
24
24 9 ze zetten een mond op tot aan de hemel en hun tong roert zich overal op aarde. 10 Daarom lopen de mensen achter hen aan, drinken hun woorden in als water 11 en zeggen: ‘Hoe zou God iets weten? Heeft de Allerhoogste een antwoord?’ 12 Zo zijn de goddelozen ten voeten uit, ze verrijken zich, onverstoorbaar.
25
25 13 Ja, vergeefs hield ik mijn geweten zuiver en waste ik mijn handen in onschuld! 14 Want ik werd gestraft, dag aan dag, en geslagen, elke morgen weer. 15 Maar zou ik spreken als zij, ik pleegde verraad aan Gods kinderen! 16 Dus bleef ik nadenken, ik wilde weten waarom – het was een vraag die mij kwelde,
26
26 17 tot ik Gods heiligdom binnenging en mij hun einde voor ogen bracht. 18 Ja, u zet hen op een glibberig pad en stort hen in een diepe afgrond. 19 In een oogwenk is het met hen gedaan, hun ondergang, hun einde is een verschrikking. 20 Ze zijn als een nachtmerrie na het ontwaken, Heer, bij het opstaan verjaagt u ze als beelden uit een droom.
27
27 21 Zolang ik verbitterd was, gekwetst van binnen, 22 dom en dwaas, was ik bij u als een redeloos dier. 23 Maar nu weet ik mij altijd bij u, u houdt mij aan de hand 24 en leidt mij volgens uw plan. Dan neemt u mij weg, met eer bekleed.
28
28 25 Wie buiten u heb ik in de hemel? Naast u wens ik geen ander op aarde. 26 Al bezwijkt mijn hart en vergaat mijn lichaam, de rots van mijn bestaan, al wat ik heb, is God, nu en altijd. 27 Wie ver van u blijven, komen om, wie u ontrouw zijn, verdelgt u. 28 Bij God te zijn is mijn enig verlangen, mijn toevlucht vind ik bij God, de Heer. Van al uw daden zal ik verhalen.
29
29 1 Ja, God is goed voor Israël, is waarlijk goed, ik weet het wel, voor 't zuiver hart dat leeft in vrede. Maar ik was bijna uitgegleden. Mijn afgunst groeide met de dag, daar ik der bozen voorspoed zag, hoe moeiteloos hun leven is, zo zonder kwelling en gemis. Psalm 73: 1 en 9
30
9 Nu blijf ik bij U voor altijd, God die mij troost, die bij mij zijt, mijn twijfel stilt en mijn verlangen, die mij in liefde houdt omvangen. Gij neemt mij bij de rechterhand, Gij zijt getrouw, uw raad houdt stand, uw wijsheid is het die mij leidt en eenmaal kroont met heerlijkheid. 30
31
31 De kinderen kunnen naar de bijbelklas gaan. Er wordt verteld over Elia bij de weduwe van Sarefat uit 1 Koningen 17: 7-24
32
32 Preek over Psalm 73: 17 Thema “…totdat ik Gods heiligdom binnenging...”
33
33
34
Psalm 73: 10 en 11 10 Wien heb ik in den hemel, Heer, behalve U, mijn troost en eer? Wat kan op aarde mij bekoren? Alleen bij U wil ik behoren. Al zou mijn vlees en hart vergaan, toch zal ik, God, voor U bestaan, wien ik mijn leven toevertrouw, Gij zijt de rots waarop ik bouw. 34
35
Psalm 73: 10 en 11 11 Want allen die U verre staan, zij zullen eens te gronde gaan. Gij stort hen neer in de ellende, die zich in ontrouw van U wenden. Maar 't is mijn ziel en zaligheid te zijn bij God, die zelf mij leidt. 'k Vertrouw op Hem geheel en al, den HEER, wiens werk ik roemen zal. 35
36
Gebeden 36
37
37 De kinderen komen terug. ========================= Daarna collectes voor 1.Onderlinge bijstand en advies 2.Kerk Uit de kas Onderlinge bijstand en advies wordt steun verleend aan kleine kerken.
38
Gezang 440: 1, 2 en 4 1 Ik heb de vaste grond gevonden, waarin mijn anker eeuwig hecht: de dood van Christus voor de zonden, van eeuwigheid als grond gelegd. Die grond zal onverwrikt bestaan, als aard’ en hemel ondergaan. 38
39
Gezang 440: 1, 2 en 4 2 Het is het eeuwige erbarmen, dat mijn besef te boven gaat, het zijn de liefdevolle armen, het is zijn hart, dat openstaat. Hij noodt de zondaar, Hij vergeeft die Hem het hart gebroken heeft. 39
40
Gezang 440: 1, 2 en 4 4 Daarop wil ik gelovig bouwen, getroost, wat mij ook wedervaart; mij aan Gods vaderhart vertrouwen, wanneer mijn zonde mij bezwaart. Steeds vind ik daar opnieuw bereid oneindige barmhartigheid. 40
41
41 Zegen te beantwoorden met
42
42 Vanmiddag begint de dienst om 17 uur. Voorganger: ds. A. van de Bovekamp van Veenendaal (Betel)
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.