Romeinen, Germanen en Kelten

Presentatie over: "Romeinen, Germanen en Kelten"— Transcript van de presentatie:

1 Romeinen, Germanen en Kelten
Paragraaf 4.5

2 Romeinen in Nederland De Romeinen veroverden een deel van het gebied dat nu Nederland heet. Mensen leefden op terpen of duinen vanwege overstromingen.

3 Caesar veroverde het zuidelijke deel van Nederland in 57 v.Chr.
Alle stammen in het zuiden en westen werden genoemd: Galliërs of Kelten. Stammen in het noorden werden genoemd: Germanen

4 Kelten + Germanen woonden in landbouw samenlevingen.
Van Caesar moesten ze een deel van hun oogst aan de soldaten geven. 54 BC: een opstand tegen de Romeinen. Duizenden Romeinen werden gedood.

5 Caesar nam wraak: alle bewoners werden weggevoerd als slaven of gedood.
Andere stammen waren nu welkom om daar te wonen. Nieuwe Germaanse stam kwam: Bataven.

6 Aan de grens De Romeinen wilden eerst hoger naar het noorden uitbreiden. Maar boven de Rijn leefden zeer agressieve Germaanse stammen. De Romeinen besloten dat de rivier de Rijn de grens, Limes, zou zijn. Dus het noorden behoorde nooit tot het Romeinse Rijk.

7 De mensen in het noorden werden genoemd: Friezen.
Ten zuiden van de grens woonden stammen als de Bataven en de Caninefaten. De Romeinen maakten een bondgenootschap met de Bataven: Ze konden in de buurt van de grens van het rijk wonen en hoefden geen belastingen te betalen. In ruil: ze hielpen om de grens te verdedigen.

8 De Bataven hielpen, maar in het jaar 69 kwamen ze in opstand tegen de Romeinen, omdat ze geloofden dat de Romeinen hen niet goed behandelden. Hun opstand werd geleid door Julius Civilis. Hij werkte in het Romeinse leger.

9 De keizer stuurde nieuwe troepen naar de grens, en Julius Civilis besloot om te gaan onderhandelen.
Beide partijen sloten een nieuw verdrag, en stemden in met hun oude afspraken na te komen.

10 Romeinse steden Langs de Limes werden vele forten en kampen gebouwd.
Nieuwe steden kwamen: Trajectum (= Utrecht) Mosa Trajectum (= Maastricht) Grootste stad: Noviomagus (= Nijmegen)

11 Deze steden hadden Romeinse tempels, badhuizen en huizen met stromend water en centrale verwarming.
We kregen ook wegen en bruggen. Langs de wegen waren mijlpalen waarbij de afstand tussen 2 stenen er op geschreven stond.

12 De wegen werden gebruikt voor het leger, communicatie en handel.

13 De Germanen en Kelten namen de Romeinse geldeconomie en munten over.
Er was handel met stammen van de noordelijke kant van de grens, bijvoorbeeld voor koeienhuiden.

14 Volksverhuizingen 3e eeuw: problemen begonnen in het keizerrijk =
Epidemieën doodden een heleboel mensen. Dus minder productie en minder handel. Vele keizers in Rome stierven kort na elkaar.

15 Tegelijkertijd, volksverhuizingen begonnen.
Stammen zoals de Franken en de Alemannen drongen het rijk binnen. Ze vernielden een heleboel op hun weg naar Spanje en Italië.

16 248: keizer Diocletianus herstelde de orde in het keizerrijk.
De vrede duurde 100 jaar.

17 Keizer Constantijn maakte van de stad Byzantium de nieuwe hoofdstad in het oosten: Constantinopel (= nu Instanbul)

18 De ondergang van Rome 450: Nieuwe massale volksverhuizingen begonnen.
Van Aziatische steppen (vlakten) kwamen de nomadische stam de Hunnen naar het westen. Ze gebruikten veel geweld. Andere stammen als de Goten waren bang voor hen.

19 395: Het rijk werd opgesplitst in 2 delen.
Het was te groot om te besturen. West-Romeinse Rijk: hoofdstad Rome Oost-Romeinse Rijk: hoofdstad Constantinopel. Twee rijken, met 2 keizers.

20 Na de splitsing, ging het slecht in het westelijke deel:
Rome werd 2 keer geplunderd door stammen. De Hunnen, onder leiding van Atilla, vielen Gallië binnen. (Verslagen door Germaanse stammen in 451)

21 Ondertussen gingen Germaanse stammen hun eigen koninkrijken in het westen oprichten.
467: Germanen in Italië zetten de keizer af en vervingen hem met hun eigen koning. Dit was het einde van het West-Romeinse Rijk, na 1000 jaar. Het oostelijk deel van het rijk bleef nog eens 1000 jaar bestaan.

22 Einde

23