Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJosephus Bos Laatst gewijzigd meer dan 9 jaar geleden
1
Kwantitatieve & kwalitatieve data analyse
Rijkswaterstaat Adviesdienst Verkeer en Vervoer 1 maart 2007 Meetmodellen: Componenten en factoranalyse Dr. M. Coenders
2
Componenten/factoranalyse
Multidimensionele schaaltechniek Uitgangspunt: correlaties tussen manifeste variabelen Op zoek naar achterliggende gemeenschappelijke aspecten: Latente variabelen Dimensies, ofwel componenten of factoren Doel: Inzicht in structuur van data Schaalconstructie Datareductie: set variabelen samenvatten door een beperkt aantal dimensies (en een goede interpretatie vinden voor deze latente eigenschappen), met weinig informatieverlies
3
2-dimensionele latente structuur
Indicatoren, Manifeste variabelen Latente eigenschap Item 1 Dimensie 1 Item 2 Item 3 Item 4 Item 5 Dimensie 2 Item 6 Item 7 Item 8
4
Principe van componenten / factoranalyse
X oorspronkelijke datamatrix Component- of factormatrix Component- of factorscore matrix In matrixalgebra: X = C x AT
5
Extractie van componenten of factoren
Component / factor = lineaire combinatie van de oorspronkelijke variabelen, bijv. Componenten / factoren zodanig getrokken dat: 1e component / factor extraheert zoveel mogelijk variantie van de oorspronkelijke variabelen (bevat zoveel mogelijk informatie van de oorspr. variabelen). 2e component / factor verklaart zoveel mogelijk van de overgebleven variantie, enzovoort. Vandaar de term Principale Componenten Analyse of Principale Factor Analyse. Componenten / Factoren staan (in beginfase) loodrecht op elkaar. (orthogonaliteit)
6
Geometrisch voorbeeld
X3 X1 X2 C1 X oorspronkelijke variabelen C componenten C2 C3 Tacq (1991) p. 255
7
Algebraïsch Componenten analyse
Z = (gestandaardiseerde) oorspronkelijke variabele C = component a = componentlading
8
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
9
Items ter operationalisering van etnocentrisme (Socon 2000)
10
Stap 1: Correlatiematrix
Niet-homogene correlatiematrix: duidt op 2 dimensies
11
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
12
Componenten- en factoranalyse
Componentenanalyse Factoranalyse z1 z2 z3 z4 z5 C1 C2 a52 a11 z1 z2 z3 z4 z5 F1 F2 a52 a11 U1 U2 U3 U4 U5 z = gestandaardiseerde variabele C = component a = component- of factorlading F = gemeenschappelijke (common) factor U = unieke factor
13
Stap 2: Componenten- of factoranalyse?
Principale Componenten Analyse de gehele variantie van alle items kan volledig verklaard worden door de andere variabelen in het model Principale Factor Analyse de variantie van elk item kan niet volledig verklaard worden door de andere variabelen in het model; elk item heeft een uniek deel Assumpties voor U: U’s onderling ongecorreleerd U en F ongecorreleerd
14
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
15
Stap 3: PCA of PFA geschikte techniek?
Niet-homogene correlatiematrix Check of multicollineariteit een probleem kan vormen Check of de samenhang tussen variabelen hoog genoeg is: (correlatiematrix, Bartlett’s test, KMO test, Anti-image correlatiematrix) Bartlett’s test of sphericity Nulhypothese: alle correlaties zijn 0 PCA/PFA geschikt indien H0 verworpen kan worden, ofwel een significante waarde voor χ² KMO test Vergelijkt de correlaties uit de correlatiematrix met de partiële correlaties PCA/PFA geschikt indien waarde > 0.50 Anti-image correlatiematrix Diagonaal: KMO-waarde per variabele: eis > 0.50 Buiten-diagonaal: (negatieve) partiële correlaties: eis: zeer klein
16
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
17
Stap 4: Initiële oplossing (in PCA)
Aantal getrokken componenten = aantal variabelen Bij componenten analyse: 100% van de variantie van de oorspronkelijke variabelen verklaard. Componentmatrix :
18
Componentmatrix Communaliteit (proportie verklaarde variantie van
item) Indien componenten ongecorreleerd: Correlatie r tussen component en item Totale verklaarde variantie Eigenwaarde (verklaarde variantie per component) Eigenvalue =
19
Initiële oplossing (in PCA): eigenvalues en communaliteiten
Eigenwaarde 1e component = Deze component extraheert 3.382 / 9 (x 100%) = 37.6% van de variantie van de 9 items
20
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
21
Stap 5: exploratief of confirmatief?
Exploratief: op zoek naar latente structuur. Het aantal dimensies wordt bepaald door de empirisch aanwezige structuur. Confirmatief: toetsen van veronderstelde latente structuur. Het aantal dimensies wordt door onderzoeker opgelegd In SPSS: 3 dimensies: /criteria = factors (3) Voor confirmatieve componenten- of factoranalyse met uitgebreide mogelijkheden, zoals vastleggen welke items bij welke latente variabele behoren: Structurele Modellen (‘Structural Equation Modelling’), bijv. met LISREL computerprogramma.
22
Stap 5: Aantal componenten of factoren
Confirmatief: toetsen van theoretische veronderstelling van aantal (en inhoud van) factoren Exploratief: Minimum aantal factoren = 1 (unidimensioneel) Maximum aantal factoren = aantal items (PCA) of aantal items min 1 (PFA) Afweging tussen: Eenvoudige structuur (parsimonious model, zuinig): beperkt aantal factoren Weinig informatieverlies t.a.v. de oorspronkelijke variabelen
23
Aantal factoren: criteria
Eigenwaarde > 1 (Kaisers criterium): Een factor moet op z’n minst net zo veel informatie bevatten als één oorspronkelijke variabele /criteria mineigen(n) (default n=1) Knikcriterium en scree-criterium (scree plot) Factoren gerangordend naar eigenwaarde. Let op breuklijn tussen belangrijke en minder belangrijke factoren /plot eigen Totale verklaarde variantie voldoende hoog Interpreteerbaarheid van de factoren !!! En controleer of de communaliteit van elk item hoog (≥ .20) genoeg is
24
Knikcriterium en scree-criterium
25
Oplossing met 2 getrokken componenten
componentmatrix
26
Oplossing met 2 getrokken componenten
Interpretatie van componenten? Lastig, zowel 1e als 2e component correleert sterk met 4 dezelfde items.
27
Rotatie ‘probleem’: geen unieke oplossing
C 1 C 2 C 1’ C 2’ Coördinaten V0649: Op C 1, C 2 (.734, -.246) Communaliteit (proportie verklaarde variantie) = .60 Coördinaten V0649 na roteren: Op C 1’, C2’ (.758, ) Ook nu geldt: communaliteit =.60 V0649
28
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
29
Stap 6: Roteren Doel: verhogen interpreteerbaarheid van factoren
Roteren in de richting van een eenvoudige structuur (simple structure) Twee vormen van rotatie Orthogonaal: onafhankelijke factoren (loodrecht op elkaar) Methoden: varimax, quartimax, equamax Oblique roteren: factoren kunnen met elkaar samenhangen (scheve rotatie) Methoden: direct oblimin, promax Kies voor oblique indien Theoretisch aannemelijk Empirisch: indien correlatie tussen factoren niet verwaarloosbaar klein is
30
Orthogonale rotatie Initiële eigenwaarden
Eigenwaarden na extractie van 2 factoren Eigenwaarden na extractie van 2 factoren, orthogonaal geroteerd
31
Orthogonale componentoplossing
componentmatrix
32
Oblique rotatie Bij oblique rotatie: totale verklaarde variantie
≠ som eigenwaarden
33
Oblique rotatie: gecorreleerde componenten
a = componentlading r = correlatie item en component r12 X1 a12 C1 a11 r11
34
Componentladingen en correlaties
Bij orthogonale (ongecorreleerde) componenten: componentlading = correlatie item en component De componentmatrix bevat deze componentladingen (of correlaties) Bij gecorreleerde componenten (oblique rotatie) componentlading ≠ correlatie item en component De component patroonmatrix bevat de componentladingen De component structuurmatrix bevat de correlaties
35
Oblique componentoplossing
Patroonmatrix
36
Oblique componentoplossing
Structuurmatrix: correlatie tussen item en component C2 α = Hoek tussen C1 en C2 r = cosinus(α) r = .316, α = .710 α C1 Correlaties tussen componenten
37
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
38
Stap 7: Interpreteren van componenten
Na rotatie Kijk naar de matrix met ladingen: Orthogonale rotatie: componentmatrix Oblique rotatie: component patroon matrix Bepaal voor elke component welke variabelen hoog laden en geef op basis van deze variabelen een label aan de component
39
Output factoranalyse Vergelijk de output op de volgende 3 pagina’s met de eerder vermelde output van componentenanalyse
40
Factoranalyse: h² en eigenwaarden
41
Factoranalyse: ongeroteerde oplossing
∑r²rij =.506 ∑r²kolom = = 3.926 Factormatrix bevat de r²’s. Sommeren per kolom: ∑r² = eigenwaarde Omdat factoren ongecorreleerd zijn: Sommeren per rij ∑ r² = h², bijv. (.683)² + (-.199)² = .506
42
Factoranalyse: oblique rotatie
∑r²rij= (.71)² + (.33)² = .61 ≠ .506 (h²) ∑r²kolom = = ≠ 3.926
43
Stappen in componenten- of factoranalyse
Uitgangspunt is de correlatiematrix van m items Kies een methode (bijv. PCA of PFA) Ga na of factoranalyse een geschikte techniek is Initiële oplossing: extractie van m factoren Extractie van gewenst aantal factoren Rotatie van factoren Benoem de factoren Bereken voor elke respondent een score op elke factor
44
Stap 8: Berekenen van factorscores (of componentscores)
Factor/componentscore = lineaire gewogen combinatie van de (gestandaardiseerde) oorspronkelijke variabelen Fjk = factorscore van respondent k op factor j Zik = gestandaardiseerde score van respondent k op variabele i Wji = factorscore coëfficiënt voor variabele i en factor j − In Componentenanalyse worden exacte componentscores berekend. − In Factoranalyse worden factorscores geschat
45
Berekenen van factorscores
Factorscore1 = .220 x V0649Z + .223 x V0650Z x V0651Z + .173 x V0654Z x V0655Z + .024 x V0657Z x V0658Z + .038 x V0663Z x V0665Z - Component en factorscores zijn relatieve scores - Bij Factoranalyse worden factorscores geschat:
46
Factorscore en Likertsomscore
Factorscore = lineaire gewogen combinatie van de (gestand.) oorspronkelijke variabelen
47
Verschillen Factorscore en Likertsomscore
Likertsomscore = lineair ongewogen combinatie van de oorspronkelijke variabelen. Bijvoorbeeld, SS1 = somscore van de 5 items die bij de 1e factor horen SS2 = somscore van de 4 items die bij de 2e factor horen Likertsomscore soms gebruikt als benadering van factorscore Voordeel: Likertsomscores zijn absolute scores, Factorscores zijn relatieve scores Vaak hoge correlaties tussen factorscore en likertsomscore. correlatie (F1, SS1) = .995; correlatie (F2, SS2) = .905 Werkwijze indien je Likertsomscores als schaalscores wilt gebruiken: Eerst met pca/pfa aantonen welke dimensies er zijn Dan per dimensie somscore van de belangrijke variabelen op die dimensie
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.