Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Afweer
2
Pathogeen in lichaam = besmetting Incubatietijd Pathogeen is vermenigvuldigd = infectie
↓
3
Leukocyten
4
Fagocyten
5
Mazelen Kareltje speelt met Jenne die mazelen heeft.
Na een aantal dagen wordt Kareltje ziek. Na twee weken zijn alle ziekteverschijnselen weer verdwenen. Wat gebeurt er als Kareltje ziek wordt?
6
Mazelen Een jaar later komt Kareltje in de kinderopvang weer in contact met een kind dat besmet is met mazelen. Veel kinderen worden ziek maar Kareltje niet. Waarom krijgt hij nu geen mazelen?
7
immunsysteem Wat gebeurt hier? Geheugen Betere en snellere afweer
Specifiek
8
Wat gebeurt hier? B-lymfocyten
9
B-lymfocyten B-lymfocyten produceren antistoffen
Antistoffen maken antigenen onschadelijk Humorale immuniteit (lichaamsvloeistof) 1 antistof per B-lymfocyt
10
Klonale selectie Antistof bindt aan antigen
Activatie tot deling = klonale selectie Deel wordt plasmacel Produceert antistof Antistof afgegeven aan bloed Deel wordt geheugencel Antistof NIET afgegeven aan bloed
11
Verklaar grafiek Primaire immuunreactie Plasma- + geheugencellen
Secundaire immuunreactie Veel geheugencellen aanwezig Snelle aanmaak antistoffen
12
Werking antistoffen Vraag Waarom fagocyteren Macrofagen antigenen
Waaraan een antistof is gekoppeld beter?
13
Wat gebeurt hier? T-lymfocyten
14
Cytotoxische T-cellen
= cellulaire afweer Alleen virus geïnfecteerde cellen!! Cyt T-cel bindt MHC-1 + viruseiwit Klonale selectie Deel wordt Cyt T-cel Deel wordt geheugencel
15
Wat gebeurt hier? Hint 1 Door radioactieve straling werken witte bloedcellen niet meer Hint 2 Alleen muis 5 maakt antistof tegen S Conclusie T en B–lymfocyten werken samen
16
Helper T-cellen Macrofaag fagocyteert virus
Presenteert brokstuk met MHC-2 receptor Helper T herkent MHC-2 antigeencomplex Macrofaag cytokinen Helper-T cytokinen Stimuleert: Deling helper T B-lymfocyt Cytotoxicsche T
17
Puzzel Gebruik bioplek.org/animaties/afweer/overzicht.html
18
Immunisatie Op welke manieren kun je immuun worden voor een ziekteverwekker?
19
Quiz
20
Vraag 1 Welke leukocyten vernietigen lichaamscellen die door virussen geïnfecteerd zijn. A Macrofagen en cytotoxische T-cellen B Plasmacellen en macrofagen C Helper T-cellen en “natural killer” cellen D Cytotoxische T cellen en “natural killer” cellen
22
Vraag 2 Hoe maken macrofagen en granulocyten ziekteverwekkers onschadelijk? A Door antistoffen te produceren B Door fagocytose C Door cytotoxiciteit
24
Vraag 3 Klonale selectie vindt plaats bij? A Alleen bij B-lymfocyten
B Alleen bij cytotoxische T-cellen C Alleen bij cytotoxische T-cellen en B- lymfocyten D Alleen bij cytotoxische T-cellen, B- lymfocyten en helper T-cellen
26
Vraag 4 Welke celreceptoren hebben alle lichaamscellen op hun celmembraan? A Alleen MHC-I B Alleen MHC-II C Zowel MHC-I als MHC-II D Geen van de bovengenoemden
28
Geef van de volgende beweringen aan of ze juist of onjuist zijn
29
Vraag 5 Een helper T-cel heeft verschillende T-celreceptoren op zijn celmembraan waarmee meerdere verschillende antigenen gebonden kunnen worden. Is dit juist of onjuist?
30
Een helper T-cel heeft T-celreceptoren voor een type antigeen.
31
Vraag 6 Macrofagen fagocyteren antigenen waaraan antistoffen zijn gebonden sneller dan antigenen waaraan geen antistoffen zijn gebonden. Is dit juist of onjuist?
33
Vraag 7 Ondanks het feit dat ieder mens anders is, hebben ze als belangrijke overeenkomst dat ze precies dezelfde MHC- receptoren op hun celmembranen hebben. Is dit juist of onjuist?
34
Ieder mens heeft zijn eigen MHC-I en MHC-II receptoren
35
Vraag 8 Pokken is door passieve immunisatie bij de menselijke populatie volledig uitgeroeid. Is dit juist of onjuist?
36
Door actieve immunisatie (vaccinatie)
37
Vraag 9 Penicilline is een antibioticum dat gebruikt wordt bij zowel bacteriële infecties als virusinfecties. Is dit juist of onjuist?
38
Alleen werkzaam tegen bacteriën.
39
Vraag 10 Bij een auto-immuunziekte valt de afweer lichaamseigen cellen aan. Is dit juist of onjuist?
41
Bloedgroepen Film Waarom klontert bloed samen? Schema 1 en 2 invullen
42
ABO-bloedgroepsysteem
Antigenen op rode bloedcel Antistoffen in bloed
43
Bloedgroep donorbloed
Bloedtransfusie Klontering? Bloedgroep donorbloed A B AB Bloedgroep ontvanger
44
Bloedgroep donorbloed
Bloedtransfusie Klontering? Bloedgroep donorbloed A B AB Bloedgroep ontvanger - +
45
Rhesusfactor Film Rh + / Rh-
Rh- mensen hebben GEEN antigenen tegen Rh+ Deze antistoffen kunnen placenta WEL passeren Wat is een Rhesusbaby? Film
46
Rhesusfactor Vraag? Als een moeder een andere bloedgroep heeft dan haar kind, kunnen antistoffen van de moeder dan de rode bloedcellen van de foetus afbreken? Antwoord? Nee, antistoffen passeren de placenta niet
47
Rhesusbaby Kind: Rh+ Moeder: Rh-
Bloed-bloed contact b.v. tijdens bevalling Moeder maakt Rh-antistoffen Bij 2de zwangerschap passeren antigenen placenta wel Rode bloedcellen van kind afgebroken
48
Vraag De kans dat een moeder met bloedgroep 0- (0 en Rhesus negatief) die zwanger is van een kind met bloedgroep A+ na de bevalling Rhesus-antistoffen zal maken, is groter dan wanneer dezelfde moeder zwanger zou zijn van een kind met bloedgroep 0+. Is dit juist of onjuist?
49
De kans is kleiner. De moeder heeft anti-A
De kans is kleiner. De moeder heeft anti-A. Bij contact met A+ bloed maken haar anti-A antistoffen de rode bloedcellen (afkomstig van haar kind) snel kapot. Dit voorkomst de productie van Rhesus antistoffen.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.