Download de presentatie
1
Hyponatriemie Maartje Salomons
2
Hyponatriemie Na < 135 mmol/l
Relatief meer water dan natrium aanwezig Classificaties: Mild vs ernstig: serum na mmol/l Acuut vs chronisch: 48 uur Symptomatisch vs asymptomatisch Hypotoon, isotoon, hypertoon: serum osmolaliteit Hypovolemisch, normovolemisch, hypervolemisch Mild vs ernstig: afkappunt verschilt natrium tussen mmol/l, ernst correleert niet met symptomen Duur vaak onbekend Symptomen kunnen subtiel zijn Osmolaliteit nuttig voor diagnostiek en therapie Klinische beoordeling volumestatus onbetrouwbaar
3
Symptomen Hoofdpijn Misselijkheid en Braken Zwakte
Desorientatie / verminderd bewustzijn Insulten Coma Acuut hersenoedeem (acute hyponatriemie) Osmotische demyelinisatie syndroom (te snelle correctie chronische hyponatriemei)
5
Oorzaken hyponatriemie
Verminderde intake (zeldzaam) Water overvloed (oraal of IV) Natrium verlies: Verlies gastro-intestinaal Diuretica (thiazide diuretica) Tijdens diuretic phase van ATN Postobstructieve diurese Ernstige alkalose Hevig zweten / brandwonden Inflammatie pancreaas / peritoneum Aftappen grote hoeveelheid peritonitis
6
Oorzaken hyponatriemie
SIADH = syndrome of inappropriate ADH Oorzaak: maligniteiten, CNS ziekten, longziekten, medicamenten, overige oorzaken Euvolemie Serum osmol <270 Urine osmol > 100 Urine Na > 30 mmol/l Geen afwijkingen bijnier/schildklier/hypofyse/nieren/diuretica Malginteiten: pancreasca, prostaatca, lymfoom CNS: abces, CVA, SAB, subduraal, GB, vasculitis Ches: TB, pneumonie, abces, aspergillose Metabool: porfyrie, trauma Drugs: opiaten, psychotropics, cytotoxics
7
Oorzaken hyponatriemie
Endocriene oorzaken: Bijnierschorsinsufficientie Primair: hypocortisolisme + renaal zoutverlies door tekort mineralcorticoiden Secundair: hypocortisolimse zorgt voor toename ADH Hyperkaliemie Synacthen test Hypothyreoidie Verlaagde cardiac output en glomerulaire filtratiesnelheid
8
Oorzaken Cerebral salt wasting Hersentrauma / tumoren
Combinatie renaal zoutverlies met daardoor hypovolemie-gemedieerde afgifte van ADH en waterretentie Vs SIADH: hypovolemie, poly-urie
9
Oorzaak Hyperglycemie:
Glucose: H2O intracellulair extracellulair verdunningshyponatriemie Pseudohyponatriemie = laboratorium artefact Bij ernstige hyperlipidemie
10
Diagnose Acuut / chronisch Hypotoon / Isotoon / hypertoon
Dehydratie / Normaal volume / Perifeer oedeem Serum glucose / serum kalium / serium kreatinine / serum osmolaliteit Urine natrium / urine kalium / Urine osmolaliteit FE Na Glucose; om hyperglycemie geinduceerde hyponatriemie te diagnosticieren Kalium: teven hypokaliemie: mogelijk door diuretica. Hyperkaliemie: primaire bijnierinsufficientie Kreatinine: ernistige nierinsuff waterklaring gestoord Osmolaliteit: hypertoon . Isotoon / hypotoon Gefractioneerde natrium excretie
11
Opfrissertje Osmolaliteit: de concentratie van de osmotisch werkzame stoffen per kilogram oplosmiddel Osmolariteit: concentratie van osmotisch actieve stoffen in een oplossing in osmol per liter Verschil: per liter versus per kilogram FE Na: 100 x (urine na x serum kreatinine) / (serum natrium x urine kreatinine) < 1% prerenaal > 1% renaal > 4% postrenaal
12
Hyponatriemie (Na < 135 mmol/L)
Hypovolemie Euvolemie Hypervolemie Hyperglycemie Hyperlipidemie Mannitol Hyperosmolaire hyponatriemie Psydohyponatriemie Yes No Volume status Urine osmolariteit Urine Natrium FE Natrium Uosm> 300 Una < 20 FE Na < 1% Uosm > 300 Una >20 FE Na > 1% Uosm>300 Una<10-20 FE Na < 1% Uosm<100 Una >30 Uosm>100 Una>30 Braken Diarree Derde ruimte Diuretica Aldosteron tekort Tubulaire dysfunctie Polydipsie SIADH Hypothyreoidie Adrenal insufficiency Hartfalen Cirrhose Nierfalen
13
Diagnose Plaatje acute hyponatriemie
14
Diagnose Plaatje algoritme hypona
15
Diagnose
16
Behandeling Acute hyponatriemie Chronische hyponatriemie
Hypertoon zout, ongeacht de oorzaak Chronische hyponatriemie snelle correctie vermijden Belangrijkste typen: Hypertoon zout Isotoon zout Waterrestrictie Lisdiuretica
17
Behandeling Plaatje behandelingen hyponatriemie
18
Behandeling Acute hyponatriemie: Hypertoon zout
Na mag initieel 1-2 mmol/l/uur omhoog
19
Behandeling 5% NaCl = 855 mmol/l 3% NaCl = 513 mmol/l
RL = 130 mmol/l 0,45% NaCl = 77 mmol/l 5% gluc = 0 mmol/l
20
Behandeling Adrogue-Madias formule:
Verschil in Na concentratie = (infusie Na – Serum Na) / Total body water + 1 Total body water = 0,6 x gewicht (kg) Deze formule kijkt niet naar andere intake en kijkt ook niet naar verlies (urine), dus alleen als richtlijn
21
Voorbeeld Patient, 80 kg Na 121 Infusie 3% NaCl
( 513– 121) / = 8 1L 3% in 24 uur geeft stijging van 8 mmol/l
22
Behandeling SIADH Waterrestrictie lisdiuretica
23
Behandeling Patient overvuld (hypervolemische hyponatriemie)
vaak niet ernstig onderliggende oorzaak behandelen
24
Behandeling Hypotone hyponatrieme: max correctiesnelheid < 10mmol/l/24 uur en < 18 mmol/l/48 uur Acute hyponatriemie sneller: 1-2 mmol/l/24uur Chronische hyponatriemie 8mmol/l/24 uur
25
Complicaties behandeling
Te snelle stijging van Natrium: Osmotische demyelinisatsie syndroom vaak bij chronische hyponatriemie Overcorrectie Autocorrectie overcorrectie Behandeling overcorrectie: Staken huidige behandeling Starten hypotoon infuus Toedienen desmopressine Autocorrectie: plotseling wegvallen van stimulus voor ADH waterdiurese serum natrium stijgt plots snel
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.