Download de presentatie
1
Derde of vierde naamval?
2
De voorzetsels. Denk aan de doos.
+3/+4 Naamval An Bij Auf Op Hinter Achter Neben Naast In Über Boven Unter Onder Vor Voor Zwischen Tussen
3
Derde of vierde naamval?
A) als je kunt vragen waar? (een plaats) of wanneer? (tijdstip): 3e naamval B) als je kunt vragen waar naartoe? of is er een beweging in een richting? : 4e naamval C) als je al deze vragen niet kunt stellen: bij auf en über: 4e naamval bij alle andere: 3e naamval
4
Is het een derde of vierde naamval?
voorbeeld 1 Het boek ligt op de bank. Das Buch liegt auf d.. Couch (v). Der Die
5
Sorry!!!! Dat is niet goed!!!!! Probeer het nog een keertje.
6
Heel goed !!!! UITLEG: Je kunt vragen waar (ligt het boek) ?, dus derde naamval: - Das Buch liegt auf der Couch.
7
Is het derde of vierde naamval?
voorbeeld 2 Ik leg het boek op de bank. Ich lege das Buch auf d.. Couch (v). Der Die
8
Sorry!!!! Dat is niet goed!!!!! Probeer het nog een keertje.
9
Heel goed !!!! UITLEG: Er is een beweging: het boek wordt ergens neergelegd, dus vierde naamval: Ich lege das Buch auf die Couch.
10
Einde !!!!!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.