Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
De lens De lens beelden construeren.
2
De bolling heeft de vorm van een cirkel met een straal.
De lens Bol (positief) of hol (negatief) stuk glas waardoor licht wordt afgebogen. De bolling heeft de vorm van een cirkel met een straal.
3
Brandpunt Een lens heeft een brandpunt
Het brandpunt (F). Het punt waarnaartoe evenwijdige lichtstralen (aan de hoofdas) afgebogen worden. De brandpuntsafstand (f) afstand tussen de lens en het brandpunt.
4
De lenzen Positieve lens Convergerend Negatieve lens Divergerend
5
De lens F Brandpunt f brandpuntafstand
πΏ π£ Voorwerp (grootte) v voorwerpafstand πΏ π Beeld (grootte) b beeldafstand v b f f f v b
6
De lens De positieve lens beelden construeren.
7
Licht door een lens. Licht door het middelpunt van de lens gaat rechtdoor. Licht evenwijdig aan de hoofdas buigt na de lens af door het brandpunt Alle lichtstralen uit van een vast punt van een voorwerp komen samen op een vast punt van het beeld. Het beeldpunt kan bepaald worden uit het 2 lichtbundels vanuit het voorwerp. Vanuit het voorwerp door het midden van de lens. Vanuit het voorwerp evenwijdig aan de hoofdas.
8
De positieve lens πΏ π£ = Voorwerpgrootte F = Brandpunt + πΏ π£ F Hoofdas
9
De positieve lens Een lichtstraal door het midden van de lens gaat altijd rechtdoor. + πΏ π£ F Hoofdas
10
De positieve lens Een lichtstralen evenwijdig aan de hoofdas buigen na de lens af door het brandpunt. + πΏ π£ F Hoofdas
11
De positieve lens Het snijpunt van de twee lijnen vormen het beeldpunt dat ontstaat vanuit het voorwerp. + πΏ π£ F Hoofdas πΏ π
12
De negatieve lens Het snijpunt van de twee lijnen vormen het beeldpunt dat ontstaat vanuit het voorwerp. _ πΏ π£ F Hoofdas πΏ π
13
De positieve lens Bij voorwerpen die niet op de hoofdas staan zijn er dus dubbele constructie stralen. + πΏ π£ πΏ π F Hoofdas
14
De nagaieve lens Bij voorwerpen die niet op de hoofdas staan zijn er dus dubbele constructie stralen. _ πΏ π£ F Hoofdas F πΏ π
15
De positieve lens Een lens heeft een F Brandpunt
πΏ π£ Voorwerp (grootte) πΏ π Beeld (grootte) f brandpuntafstand v voorwerpafstand b beeldafstand
16
Beeldafstand > 2 x brandpuntafstand verkleining
De positieve lens Beeldafstand > 2 x brandpuntafstand verkleining
17
Beeldafstand > 2 x brandpuntafstand verkleining
De positieve lens Beeldafstand > 2 x brandpuntafstand verkleining
18
Beeldafstand = 2 x brandpuntafstand even groot.
De positieve lens Beeldafstand = 2 x brandpuntafstand even groot.
19
De positieve lens Brandpuntafstand < Beeldafstand < 2 x brandpuntafstand vergroting.
20
Beeldafstand = brandpuntafstand Geen beeld
De positieve lens Beeldafstand = brandpuntafstand Geen beeld
21
Beeldafstand < brandpuntafstand Virtueel beeld (vergroot glas)
De positieve lens Beeldafstand < brandpuntafstand Virtueel beeld (vergroot glas)
22
De positieve lens De lenzenformule 1 π = 1 π + 1 π£
π·π π π‘ππππ‘π π£ππ ππ ππππ π= 1 π Vergroting π= π π£ = πΏ π πΏ π£
Verwante presentaties
