Download de presentatie
GepubliceerdRaphaël Bauwens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Coachavond 5 september 2011 Welkom
2
Doel Plezier & scholing
Wedstrijd: bij de scholing nadruk op spelplezier Training: bij de scholing nadruk op stickhandling, lopen, bal aannemen, bal spelen Linkerhand boven, knijpt in de stick Rechterhand onder (iets boven de helft) losjes Handen dus uit elkaar linkerelleboog naar buiten gedraaid
3
Hockeyveld Een ‘gewoon’ hockeyveld bestaat uit 4 stroken
Op elke strook kan een F-wedstrijd worden gespeeld
4
F-jes spelen op een 1/4 veld
Dit veld is met pilonnen in twee veldjes verdeeld (A en B) Elk team heeft twee doeltjes van 1 meter breed Op veld A spelen drie Reigers tegen drie tegenstanders, op veld B spelen de drie andere Reigers tegen hun tegenstanders
5
Het 5 metergebied Scoren kan alleen als de bal in het 5 metergebied is aangeraakt (ook door de verdediger!) Het 5 metergebied wordt met pilonnen op de zijlijn aangegeven (8 pilonnen) Tip: gelijke functie gelijke kleur) A B
6
De opstelling Er zijn geen keepers!
Spreek af wie op links, rechts en in het midden speelt Tip: Laat de kinderen na elke spelonderbreking naar hun eigen positie gaan Na de rust wisselen de tegenstanders van speelhelft, de Reigers blijven staan (of omgekeerd) Zowel de ontvangende als de bezoekende club leveren een spelleider
7
Taken Middenspeler is de ‘helpspeler’. Hij helpt de linker- of de rechterspeler. Middenspeler altijd achter de bal Linker- en rechterspeler zorgen voor hun kant
8
De regels 1 Hockey moet VEILIG, LEUK en LEERZAAM zijn
Reigerkinderen zijn verplicht een bitje te dragen (geen bitje dan zit je!) Het dragen van scheenbeschermers is verplicht door de KNHB ELKE VORM VAN GEVAARLIJK (of ruw) SPEL IS VERBODEN, dus: Handen uit elkaar (behalve bij de flats, maar dan blijft de stick op de grond) De bal nawijzen (dan blijft de stick onder schouderhoogte) Bal moet laag blijven
9
Afspraken 1 SPEEL- EN SPELPLEZIER STAAN VOOROP POSITIEF COACHEN
Dat is meer dan complimentjes geven Dat is vooral op het juiste moment een aanwijzing geven hoe het WEL moet
10
Afspraken 2 Alle kinderen spelen per seizoen evenveel
Alle kinderen gaan mee naar de wedstrijd Ook goede spelers moeten wisselen (zelfs als je achterstaat) Ouders beperken zich (achter het hek) tot aanmoedigen met de 3 HHH’s: HUP, HOU VOL EN HOERA.
11
Afspraken 3 Iedereen speelt elke week op een andere plaats (rouleren met de klok mee bijvoorbeeld) De wissels De wissel rouleert over alle posities, de anderen staan om de beurt even aan de kant maar komen op hun eigen plaats terug Voor de kinderen is WINNEN belangrijk Voor de coach is LEREN HOCKEYEN belangrijk
12
Vóór de wedstrijd Goede afspraken maken met coach tegenpartij (waar fluiten we voor, waar letten we tactisch op etc.) Kinderen vertellen wat de afspraken zijn Kinderen vertellen waar je op gaat letten Alle taken kort en bondig doornemen (vraag en antwoord) Gezamenlijke warming up in spelvorm
13
In de rust Fruit Emoties luchten Kort terugkomen op de afspraken
Complimenten geven voor wat goed ging Kort aangeven waar en hoe het beter kan
14
Na de wedstrijd Tegenstander/spelleider hand geven Emoties luchten
Op het veld kort positief afsluiten: goed gespeeld, ons best gedaan, veel geleerd etc. Limonade samen met de tegenstander in het clubhuis Daarna pas naar huis
15
Regels ALLE VEILIGHEIDSREGELS ALTIJD IN ACHT NEMEN (HOGE BAL, ONGECONTROLEERD SLAAN ETC.) Brede stickvoering, behalve bij de flats Geen strafcorner, wel ‘lange corner’ (= zelfde als voetbal) Overtreding in het doelgebied: vrije slag op de 5-meterlijn Een doelpunt kan alleen worden gescoord, wanneer de bal buiten het 5m gebied is geweest. Fluiten voor shoot, afhouden etc. aanpassen aan niveau kinderen, maar nooit spelbepalende overtredingen toelaten (bijv een beslissende pass met de bolle kant) Wedstrijd 2x15 minuten
16
Selfpass Selfpass Bij beginslag, vrije slag, inslaan, uitslaan en lange corner mag de nemer de bal zelf spelen zonder dat hij de bal naar een medespeler moet spelen. De speler moet eerst duidelijk de bal een tikje geven en mag daarna verder spelen. De self-pass mag, maar moet niet.
17
Selfpass De bal: - moet genomen worden op de plaats van de overtreding. - moet stil liggen. - mag niet omhoog worden gespeeld. - mag binnen 5 meter van het doelgebied nooit rechtstreeks het doelgebied ingespeeld worden dus de bal moet dan - eerst 5 meter hebben afgelegd of - eerst door een andere speler dan de nemer zijn aangeraakt voordat hij het doelgebied in gaat.
18
Selfpass Verdediger maakt een overtreding in het doelgebied of binnen 5 meter van het doelgebied De aanvallende partij krijgt een vrije slag. De vrije slag moet zo dicht mogelijk bij de plek van de overtreding worden genomen, doch op minimaal 5 meter van het doelgebied. Beide partijen moeten minimaal 5 meter afstand van de bal nemen. Een doelpunt uit een lange corner kan alleen worden gescoord, wanneer de bal buiten het 5m gebied is geweest. (gewijzigd)
19
‘Tactiek’ bij balbezit
Aanvallen over rechts is het makkelijkst (bh-kant van de tegenstander) Iedereen mee in de aanval, maar verdediger blijft de achterste speller; links blijft links en rechts blijft rechts Uit elkaar (veld groot maken) Driehoekjes maken (er zijn dus 2 afspeelmogelijkheden)
20
‘Tactiek’ bij niet balbezit
Tussen de bal en het doel komen Op je forehand verdedigen Stick plat op de grond houden, niet maaien of happen
21
Basisgreep Linkerhand: Bovenaan de stick
Bron: Dutchfieldhockey/ep Basisgreep Linkerhand: Bovenaan de stick Alle vingers stevig om de stick De 'V' tussen duim en wijsvinger tegenover de bolle kant van de stick Handrug wijst naar links Rechterhand: 'Shake hands' greep (greep alsof je iemand een hand geeft) Twee handbreedtes onder de linkerhand Alle vingers ontspannen om de stick Deze hand vormt een koker waarin de stick draait als je backhand speelt Handrug wijst naar rechts
22
Dubbele V greep (flats)
Bron: Dutchfieldhockey/ep Dubbele V greep (flats) Linkerhand V greep Bovenaan de stick Alle vingers stevig om de stick De 'V' tussen duim en wijsvinger tegenover de krul van de stick Handrug wijst naar links Rechterhand De 'V' tussen duim en wijsvinger tegenover (of iets rechts van) de krul van de stick Handrug wijst naar rechts
23
Pannenkoekengreep (bh-flats)
Bron: Dutchfieldhockey/ep Pannenkoekengreep (bh-flats) Linkerhand V greep Bovenaan de stick Alle vingers stevig om de stick De 'V' tussen duim en wijsvinger tegenover de platte kant van de stick Handrug wijst naar links Rechterhand Onder en voor de linkerhand Aangesloten bij de linkerhand Handrug wijst naar rechts
24
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Toedekken Met het toedekken van de stick voorkom je dat de bal bij het aannemen omhoog springt. De stick staat iets over de bal en de linkerhand komt voor de rechter uit. Toedekken kan zowel met de forehand als met de backhand.
25
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Oogcontact Bal schuin voor de rechtervoet
26
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Aannemen van links Bal ligt stil
27
Begeleidend aannemen van links
Bron: Dutchfieldhockey/ep Begeleidend aannemen van links Bal blijft in beweging
28
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Frontaal aannemen Essentieel: linkerhand verder van je lichaam dan je rechterhand
29
Aannemen van rechts De bal ‘in de voeten krijgen’
Bron: Dutchfieldhockey/ep Aannemen van rechts De bal ‘in de voeten krijgen’
30
Aannemen doordraaiend links
Bron: Dutchfieldhockey/ep Aannemen doordraaiend links Combinatie van aannemen en passeren. De aanvaller gaat over de backhand van de verdediger
31
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Aannemen outside Kijk de bal op je stick
32
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Frontaal backhand Onderste hand is een kokertje; rug van de hand blijft naar voren gericht
33
Backhand outside aannemen
Bron: Dutchfieldhockey/ep Backhand outside aannemen Kijk de bal op je stick
34
Backhand laag dubbelhandig
Bron: Dutchfieldhockey/ep Backhand laag dubbelhandig
35
Blocktackle tweehandig
Bron: Dutchfieldhockey/ep Blocktackle tweehandig Laag zitten (stick plat op de grond)
36
Lopen met de bal
37
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Tweehandig rechtuit Linker elleboog goed uitgedraaid ‘je moet op je horloge kunnen kijken’
38
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Forehand reverse Let op de linkerhand
39
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Indian dribble Je draait je stick met je bovenste hand, de onderste hand stuurt alleen maar
40
Passeren
41
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Trappetje rechts
42
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Haringtruc
43
Spelen van de bal
44
Bron: Dutchfieldhockey/ep
Push Duw/trek beweging. Nog mooier als de bal voor de rechtervoet ligt..
45
Veegslag Makkelijker met je linkervoet voor..
Bron: Dutchfieldhockey/ep Veegslag Makkelijker met je linkervoet voor..
46
Flats fh De enige techniek met de handen bovenaan de stick.
Bron: Dutchfieldhockey/ep Flats fh De enige techniek met de handen bovenaan de stick. Stick beschrijft meer dan een halve cirkel
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.