Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)

Presentatie over: "Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)"— Transcript van de presentatie:

1 Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
You have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) He has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) She has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) It has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) We have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) They have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) De regel: Has/have + voltooid deelwoord Voltooid deelwoord = stam+ED of het 3e rijtje van de onregelmatige werkwoorden.

2 Present Perfect I have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje)
I have known him for a while. I have worked here since 1999. You have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) You have seen many things. You have bought a playstation 3. He has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) He has been ill for a week now. He has forgotten about us. She has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) She has lived here since May. She has broken her foot. It has (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) It has eaten your shoe! It has never worked. We have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) We have lived here for a long time. We have always liked her. You have worked here for a long time. You have lived here since 1960. They have (werkwoord +ED) / (Onregelmatig 3e rijtje) They have been away for 3 hours. They have worked at McDonalds for 4 years.

3 Wanneer de Present Perfect?
Je gebruikt de present perfect om aan te geven dat in het verleden iets is begonnen en nu nog steeds bezig is. I have lived in England for a long time. In het verleden ben je er gaan wonen. Je woont er nu nog steeds. HAVE LIVED I lived in England in 1950. Je woont er nu niet meer. PAST SIMPLE: lived I have lived in England for a while now. Je woont er nu nog steeds. PRESENT PERFECT: have lived

4 Present perfect Je gebruikt de present perfect ook als de nadruk op een resultaat ligt. Er staat dan niet in de zin wanneer iets gebeurde. Oh no. I have broken my foot. Someone has stolen my bicycle!! Look mum, I’ve cleaned up my room. Staat er wel bij wanneer het is gebeurd? Dan gebruik je de PRESENT SIMPLE (stam+ED / 2e rijtje onr. ww) I broke my foot yesterday. Look mum, I cleaned up my room yesterday . Hier dus zonder “has/have”

5 Stam + ED (of 2e rij onr. ww) Verleden tijd: afgelopen.
Past Simple Stam + ED (of 2e rij onr. ww) Verleden tijd: afgelopen. Napoleon died in 1821. I cleaned up my room yesterday. Present Perfect Has/have + stam + ED (of 3e rij onr. ww) Verleden begonnen, nu nog bezig. of Resultaat is belangrijker dan tijd (tijdstip is niet gegeven) I have lived here since 1995. Look mum, I have cleaned up my room. Signaalwoorden: Duidelijke verleden tijd (afgelopen) Yesterday, last week, last month, a few weeks ago, in 1990. I saw you last week. I noticed that a few weeks ago. Already, always, for, how long, just, never, since Since = vanaf.. Je woont er nu nog: have lived I have lived in England since 1995. How long have you known him? (je leerde hem kennen in het verleden en je kent hem nu nog steeds!)

6 Present perfect + ING vorm
Irritatie uitdrukken I have been waiting for you since breakfast!! She has been singing that song since breakfast!