Assistent-scheidsrechter

Presentatie over: "Assistent-scheidsrechter"— Transcript van de presentatie:

1 Assistent-scheidsrechter
binnen de vereniging

2 Inleiding Doel van de bijeenkomst Buitenspeltest Voor de wedstrijd
Tijdens de wedstrijd Na de wedstrijd Buitenspel Spelregels

3 Vergeet na afloop niet je mobiele telefoon weer aan te zetten!

4 Doel van de bijeenkomst
Geïnteresseerden (ouders, trainers, begeleiders, spelers) enthousiast maken voor het “vlaggen”van wedstrijden binnen de vereniging; Bekend maken met de spelregels aan de hand van voorbeelden; De scheidsrechter helpen de wedstrijd tot een goed einde te brengen;

5 buitenspeltest 10 Fragmenten selecteren;
4 makkelijk, 3 gemiddeld en 3 moeilijk; Antwoorden uitwisselen met de aanwezigen; Aan de hand van de beelden de antwoorden corrigeren; De winnaar krijgt een presentje van ARAG.

6 Voor de wedstrijd Zorg dat je op tijd bent, dat zijn de spelers namelijk ook; Wees een voorbeeld voor de spelers en kleed je om in sporttenue; Je bent nu een official en gedraag je daar ook naar; Niet roken Niet drinken Geen gedrag vertonen dat aanstootgevend is. Wees eerlijk want verliezen is ook (weliswaar niet het leukste) een onderdeel van het voetbalspel; Sportiviteit en Respect!

7 Voor de wedstrijd Maak afspraken met de scheidsrechter;
Kleedkamer Speelveld Kom de afspraken na die je hebt afgesproken; De scheidsrechter is eindverantwoordelijk, de assistent- scheidsrechter geeft slechts een advies! (de scheidsrechter hoeft het advies niet op te volgen!); Stel vragen als er geen duidelijkheid is; Probeer zo veel mogelijk een warming up te doen; Controle van het speelveld is verantwoordelijkheid van de scheidsrechter.

8 Tijdens de wedstrijd Zorg dat je een vlag hebt!;
Concentreer je op de wedstrijd en ga je niet bemoeien met het coachen van de spelers; Blijf zo veel als mogelijk is de voorlaatste verdediger volgen; Als de scheidsrechter beslist het advies niet over te nemen; Vlag laten zakken Positie weer innemen Verder gaan met de wedstrijd Kom nooit het veld in en ga niet praten met het publiek; Wees eerlijk!

9 Tijdens de wedstrijd Inworp; Langs gehele zijlijn richting aan geven;
Indien de bal over de zijlijn gaat maar u bent vergeten wie moet inwerpen vlag rechtstandig omhoog steken en de scheidsrechter laten beslissen.

10 Tijdens de wedstrijd Buitenspel; Vlag recht omhoog;
Aangeven waar buitenspel.

11 Tijdens de wedstrijd Vrije schoppen; (afspraak met de scheidsrechter)
Actief meedoen met een zekere terughoudendheid; Bij overtredingen buiten het gezichtsveld advies geven door te wapperen met de vlag en richting aangeven.

12 Tijdens de wedstrijd Doelschop;
Bal over de doellijn; vlag naar het doel(gebied) wijzen.

13 Tijdens de wedstrijd Wissels;
Attendeer de scheidsrechter op een wissel door middel van een vlagsignaal; Eventueel gepaard gaand met “wissel”. (hou het netjes)

14 Tijdens de wedstrijd Strafschop; Beslissing strafschop;
De eerste en uiteindelijke verantwoordelijkheid ligt bij de scheidsrechter! Ingrijpen als assistent-scheidsrechter uitsluitend onder bijzonder omstandigheden of als de scheidsrechter om advies vraagt! De beslissing van de scheidsrechter is te allen tijde doorslaggevend! Beslissing strafschop; Doorlopen naar de hoekvlaggenstok en daar blijven tot gescoord is of de bal uit het spel is.

15 Na de wedstrijd Geef het voorbeeld door;
De scheidsrechter een hand te geven (ook al was je het niet met hem of haar eens) De tegenstanders een hand te geven; De trainer(s) of leiders een hand te geven; Je team een compliment te geven; Zorgdragen voor een rustmoment; Eventuele formaliteiten afhandelen.

16 buitenspel Buitenspel is; Strafbaar; Niet strafbaar;
Geen overtreding als zodanig; Als aanvaller dichter bij de doellijn is van de tegenpartij dan de bal en de voorlaatste tegenstander op het moment van spelen. Strafbaar; Ingrijpen Beïnvloeden Voordeeltrekken uit Niet strafbaar; Eigen speelhelft; Gelijk met de voorlaatste tegenstander; Gelijk staan met twee tegenstanders

17 spelregels Zie presentatie

18 buitenspeltest 10 Fragmenten selecteren;
3 makkelijk, 4 gemiddeld en 3 moeilijk; Antwoorden uitwisselen met de aanwezigen; Aan de hand van de beelden de antwoorden corrigeren; De nieuwe winnaar krijgt een presentje van ARAG.

19 vragen

20