Stofwisseling 15 maart 2011.

Presentatie over: "Stofwisseling 15 maart 2011."— Transcript van de presentatie:

1 Stofwisseling 15 maart 2011

2 Inleiding Lichaamsopbouw Noodzakelijk voor het lichaam Cellen Weefsels
Organen Noodzakelijk voor het lichaam Voedingsstoffen (brand, bouw en hulpstoffen) Zuurstof

3 Definitie Stofwisseling is het proces dat het lichaam voedingsstoffen verbrand of gelijk maakt aan het eigen lichaam. Stofwisseling wordt ook wel metabolisme genoemd.

4 Stofwisseling Stelsels/systemen die de stofwisseling mogelijk maken:
Spijsvertering Ademhaling Bloedsomloop Uitscheiding

5 Onderverdeling stofwisseling
Assimilitie Gelijkmaking Dissimulatie Ontleding

6 Onderverdeling stofwisseling
Assimilatie (gelijkmaking) Omzetting van lichaamsvreemde voedingsstoffen tot lichaamseigenstoffen, dienend als opbouwmateriaal voor cellen Vindt plaats in darmen en lever Dissimilatie (ontleding) Verbranden van stoffen, waardoor warmte en energie ontstaat Vindt plaats in de cellen

7 Onderverdeling stofwisseling
Anabolisme Opbouwstofwisseling Katabolisme Afbraakstofwisseling

8 Onderverdeling stofwisseling
Anabolisme (opbouwstofwisseling) Alle processen die voor de opbouw van het lichaam dienen (groei en herstel) Celvernieuwing door celdeling Katabolisme (afbraakstofwisseling) Alle processen die energie vrijmaken (verbranding) Wordt beinvloed door hormonen, leefwijze, leeftijd, arbeid en klimaat

9 Eneriewaarden Belangrijke waarden: 1 gram vet is 9 kcal of 38 kJ
1 gram eiwit is 4 kcal of 17 kJ 1 gram koolhydraat is 4 kcal of 17 kJ 1 gram alcohol is 7 kcal of 29 kJ

10 Eind- en afvalproducten
Koolhydraten Omzeting tot glucose in spijsverteringskanaal en in cel gebruikt als brandstof voor vrijmaken van energie Bij tekort aan zuurstof is sprake van onvolledige verbranding, waardoor melkzuur ontstaat Bij verbranding van glucose komen kooldioxide en water als afvalstoffen vrij

11 Eind- en afvalproducten
Eiwitten In spijsverteringskanaal afgebroken tot aminozuren De meeste eiwitten worden gebruikt voor lichaamsopbouw. De niet benodigde eiwitten kunnen als brandstof gebruikt worden Bij verbranding ontstaan ureum en urinezuur als afvalstoffen

12 Eind- en afvalproducten
Vetten In spijsverteringskanaal afgebroken tot vetzuren en glycerol Vetten worden vooral gebruikt als brandstof Bij verbranding ontstaan kooldioxide en water als afvalstoffen

13 Woorden invuloefening
Kilojoules Gelijkmaking Bloedsomloop Ademhaling Energie Lichaamseigen Verbranden Voedingsstoffen Warmte Spijsvertering Uitscheiding Systemen Verbranding Groei Ontleding