De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Bacteriën Heil en onheil.

Verwante presentaties


Presentatie over: "Bacteriën Heil en onheil."— Transcript van de presentatie:

1 Bacteriën Heil en onheil

2

3 Functies in de natuur Autotrofe bacteriën
Zijn in staat hun eigen voedingsstoffen op te bouwen. Dit betekent dat het organisme zelf voedsel maakt en dat niet hoeft te betrekken uit een ander organisme.  Ze vormen dus de eerste schakel van sommige voedselketens.

4

5 Functies in de natuur Fotosynthetische bacteriën
Maken gebruik van lichtenergie voor de opbouw van hun koolstofverbindingen (CO2  (o.i.v licht)  suiker (= koolstofver.) Chemosynthetische bacteriën Zetten anorganische stoffen zoals zuurstof (via verbranding) om in energie.

6  In de natuur zijn de stoffen te verdelen in organische en
anorganische stoffen. Organische stoffen komen alleen in levende organismen en hun dode resten voor. Chemisch bekeken bestaan ze uit een keten van twee of meer C- atomen. Aan deze C-atomen zitten weer andere atomen. Voorbeelden van organische stoffen zijn: eiwitten, koolhydraten (vb, suiker en zetmeel) en vetten. Steenkool, olie, wol en leer zijn afkomstig van organismen en bestaan daardoor ook uit organische stoffen. Anorganische stoffen zijn afkomstig uit de levenloze natuur. Voorbeelden zijn: water, ijzer, koper, zuurstof, ijzerzouten, kalkzouten etc. Anorganische stoffen komen ook in organismen erg veel voor.

7 Organisch of anorganisch

8

9

10

11

12

13

14

15

16 Functies in de natuur Heterotrofe bacteriën
Zijn niet in staat hun eigen voedingsstoffen op te bouwen en zijn dus afhankelijk van andere organismen.

17 Functies in de natuur Saprofieten
Leven van dood organisch materiaal (bv afgevallen bladeren, uitwerpselen, …) Ze spelen de rol van opruimers in de natuur en doen kringlopen ontstaan. Boom  bladeren vallen af  humus  mineralen  boom  …

18

19 Functies in de natuur Symbiose ( Symbionten)
Samenleven met andere organismen zodat beide er baat bij hebben. Bvb: - Mens en E. Coli bacterie - Vlinderbloemigen

20 1 = vlag; 2 = zwaarden; 3 = kiel
Veel vlinderbloemige planten zoals de erwt - of eigenlijk moeten we zeggen: de bacteriën die in hun wortelknolletjes huizen - zijn efficiënte stikstofbinders.

21 Symbiose tussen mieren en acacia

22 Functies in de natuur Bacteriën die ten koste van plant, dier of
mens leven = ziekteverwekkers met parasitaire levenswijze. Opm: - parasitaire levensvorm = levensvorm die zich ten koste van een ander organisme (de gastheer) in stand houdt en vermenigvuldigt.

23 Spoelworm  parasiteert darm

24 Ziekteverwekkers Heel wat infecties worden door bacteriën veroorzaakt
Besmetting  incubatietijd = tijd tussen de besmetting en het uitbreken van de ziekte Tijdens incubatie: Nog geen symptomen zichtbaar Geïnfecteerde kan wel anderen besmetten

25 Ziekteverwekkers Incubatietijd voorbij  eigenlijke ziekte
Symptomen = kenmerkende verschijnselen van een ziekte Meestal koorts als reactie op de gifstoffen (of toxines) van de bacteriën. Toxines worden via het bloed- en lymfevatenstelsel verspreid over het hele lichaam

26

27 Stappen bij bacteriële ziekte
1. Besmetting 2. Incubatietijd 3. Symptomen 4. Bestrijding 5. Genezing of dood

28 Extra opdracht (salmonella en TBC)
Ziekteverwekkers Epidemie: als de infectieziekte veel mensen gelijktijdig treft  daarom invoering van de meldingsplicht aan de overheid (salmonella en TBC) Extra opdracht (salmonella en TBC)


Download ppt "Bacteriën Heil en onheil."

Verwante presentaties


Ads door Google