Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Chapter 3 Hot off the press
Grammar Stepping Stones 2 kgt
2
Future will gebruik je om te zeggen dat iets (niet) in de toekomst zal gebeuren (in het Nederlands zeg je: zal of zullen): It will be cloudy tomorrow. The sun will not shine in the afternoon. In een gesprek gebruik je de verkorte vormen: ‘ll voor will en won’t voor will not. It’ll be cloudy tomorrow. I’ll show you the way. The sun won’t shine in the afternoon.
3
to be going to gebruik je om te zeggen dat je verwacht
dat iets gaat gebeuren of omdat je er bewijs voor hebt dat iets gaat gebeuren of omdat je iets van plan bent. I think, it’s going to rain. (verwachting) Look, it’s going to snow. (bewijs) I’m going to the doctor in an hour. (van plan zijn)
4
Nick write a story tomorrow. I promise that I call you later.
Now show what you know! (maak zinnen met will of to be going to) Nick write a story tomorrow. I promise that I call you later. I be an actor when I’m older. Please promise me you be careful. I do your homework for you. They travel around Europe soon. Jimmy thinks it be a great night! We be right here if you need us.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.