Download de presentatie
GepubliceerdTheophiel Hendriks Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Temperatuur en moleculen 4.1 en 4.2
Door: Mandy en Sanne A2A
2
4.1 Waar gaat hoofdstuk 4 over?
Temperatuur is erg belangrijk in het dagelijks leven. Bijvoorbeeld: de temperatuur is daar nooit lager dan 21 graden. De temperatuur is de enige basisgrootheid waarvan een werkwoord is afgeleid. Temperaturen(= temperatuur meten).
3
Temperatuur geeft aan hoe warm iets is, maar niet de hoeveelheid warmte.
Meest bekende eenheid: Graad celcius (wordt vaak weergegeven met: °C) , is geen SI-eenheid! SI-eenheid van een temperatuur wordt in het dagelijks leven bijna nooit gebruikt.
4
4.2 Temperatuur: Hoe warm iets is.
* Temperatuur kun je niet goed vaststellen met je gevoel, want iedereen voelt andere temperaturen. * Temperatuur is de grootheid die je met een thermometer meet. * Temperatuur en warmte is niet hetzelfde.
5
Soorten thermometers Een vloeistofthermometer gaat stijgen of dalen bij verwarming en afkoeling. Bimetaalthermometers worden veel toegepast. Maximum-minimumthermometer die worden veel op school gebruikt. Hij geeft over een bepaalde periode de hoogste temperatuur en de laagste temperatuur aan.
6
koortsthermometer gebruik je om je lichaamstemperatuur te meten
koortsthermometer gebruik je om je lichaamstemperatuur te meten. Omdat hoge koorts dodelijk is, moet een koortsthermometer erg nauwkeurig zijn. Men gebruikt meestal 2 soorten koortsthermometers: vloeistof koortsthermometer en de digitale koortsthermometer.
8
De grondeenheid van temperatuur
Graad Celsius is de meest gebruikte eenheid van temperatuur. Maar de grondeenheid is Kelvin. Het absolute nulpunt is de laagst mogelijke temperatuur. Het absolute nulpunt ligt bij -273°C = 0 K. Kelvintemperatuur=273+celsiustempera- tuur. In formule: T= 273°C+ T
9
EINDE
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.