College Projectmanagement 2 februari 2001 1 Schatten Robert de Hoog College 2 februari 2001.

Presentatie over: "College Projectmanagement 2 februari 2001 1 Schatten Robert de Hoog College 2 februari 2001."— Transcript van de presentatie:

1 College Projectmanagement 2 februari 2001 1 Schatten Robert de Hoog College 2 februari 2001

2 College Projectmanagement 2 februari 2001 2 Onderwerpen De methode van DeMarco Functiepunt analyse Complexiteits analyse “Black box” analyse Kleine projecten anders? Samenvatting

3 College Projectmanagement 2 februari 2001 3 De methode van DeMarco Belangrijkste principes: –Gefaseerd: specificatie, ontwerp en implementatie –Gebaseerd op modellen

4 College Projectmanagement 2 februari 2001 4 Modellen bij de DeMarco Functie model: data flow diagrammen, data dictionary Retained data model: object diagrammen Toestandsmodel: Toestandsdiagrammen Ontwerpmodel: structuur diagrammen Functiemodel, datamodel en ontwerpmodel hangen samen bij schatten

5 College Projectmanagement 2 februari 2001 5 Data flow diagram Functionele primitieve Data flow

6 College Projectmanagement 2 februari 2001 6 Probleem in DFD: nivo van detail: uniform partitioning rule Tokens TCAvg=9 TCAvg=19/3=6,3

7 College Projectmanagement 2 februari 2001 7 Wat is een “token”? Een token is een data item dat binnen de functionele primitieve niet verder hoeft te worden opgedeeld Voorbeeld: data flow “Regression request” Regression-Request = DomainID + DepParName+ {IndepParName} Token count = 3 + : komen altijd samen voor {} : komt 0 of meer keer voor

8 College Projectmanagement 2 februari 2001 8 Regel: splits een functie in het DFD niet verder op wanneer deze opdeling niet leidt tot een reductie van de gemiddelde token count Hulpregel: wanneer de opsplitsing resulteert in functionele primitieven met elk een TC die lager is dan die van het hogere nivo dan is het OK Wanneer het specificatie model af is, dwz data flow model + data dictionary + ER diagrammen, kan je “Bang” berekenen

9 College Projectmanagement 2 februari 2001 9 Specificatie metriek Bang genaamd “Bangs for bucks” Gebaseerd op eigenschappen van Functionele Primitieven (“bubbles”) en data flows in het DFD

10 College Projectmanagement 2 februari 2001 10 Aanpassingen Functie georienteerde systemen: operaties op data Data georienteerde systemen: eigenschappen van de data Gebruik RE: het aantal relaties in het retained data model RE/FP als maat

11 College Projectmanagement 2 februari 2001 11 Object diagram Relaties

12 College Projectmanagement 2 februari 2001 12 Aanpassingen Omvang: houdt verband met aantal tokens (TC) Zie tabel 9-2 voor correctie CFP Complexiteit: houdt verband met het type operatie in de FP Zie tabel 9-3 voor correctie factoren

13 College Projectmanagement 2 februari 2001 13 De berekening Bepaal voor elke FP het Bang increment BI (een gewogen TC) Sommeer de Bang incrementen van alle FP’s Inspanning = a x (  BI) exp b a en b zijn parameters die geschat worden op basis van ervaring (specifiek!)

14 College Projectmanagement 2 februari 2001 14 Resultaat

15 College Projectmanagement 2 februari 2001 15 Ontwerp metriek Kan verderop in het ontwikkelproces gebruikt worden Design Weight =  Module weights Module weight = token count en decision count Gebaseerd op het ontwerpmodel Opgeschreven in termen van structuur diagrammen Komen tot stand via DFD’s

16 College Projectmanagement 2 februari 2001 16 Ontwerp metriek Omzetten van DFD in structuurdiagram via “centrale transformatie” Bepaal de centrale FP Bepaal de afferente (input) en efferente (output) FP’s Til het DFD op bij de centrale FP

17 College Projectmanagement 2 februari 2001 17 afferent efferent Omzetten DFD Structuur diagram Module structuur

18 College Projectmanagement 2 februari 2001 18 Koppelingen Token types Data Switch Niet alleen basis voor schatten maar ook voor ontwerp! TC1=4

19 College Projectmanagement 2 februari 2001 19 Design gewicht Assumptie: hoe meer beslissingen in een module hoe ingewikkelder Af te leiden uit de structuur van de data die arriveert bij de module grens Zie fig. 11-3 –{} 0 of meer –[A|B] A of B –() optioneel

20 College Projectmanagement 2 februari 2001 20 DC=4 TC=7 DW= 16,4 Table 11-2 Let op: nog geen omrekening naar effort of tijd!

21 College Projectmanagement 2 februari 2001 21 Samenvatting methode DeMarco Goede koppeling met modellen die je moet maken (itt COCOMO) Specificaties en ontwerp moeten gedetailleerd zijn Parallel controle op volledigheid en juistheid Vroeg te doen?

22 College Projectmanagement 2 februari 2001 22 Functiepunt analyse Globaal zelfde idee als DeMarco Functies geven een indicatie van inspanning en tijd Neemt ook complexiteit mee Weegt bruto functiepunten bij met beinvloedingsfactoren Productiviteit van belang: hoe lang doe je over een functiepunt Schat tijd niet als “doorloop tijd”! Toe te passen na het functioneel ontwerp

23 College Projectmanagement 2 februari 2001 23 Complexiteits analyse Elementen hebben een complexiteitsklasse in een ontwikkelfase

24 College Projectmanagement 2 februari 2001 24 Complexiteitsanalyse Inspanning = standaardnorm x complexiteitspunten Voordeel: niet volume maar ingewikkeldheid is de belangrijkste factor Zie ook DeMarco’s ontwerp metriek Schat geen doorlooptijd

25 College Projectmanagement 2 februari 2001 25 Een “black box” Toepassen van neurale netwerken om te schatten Gaat uit van complexiteit en productiviteit Heeft voor beide takken een NN Dus model blijft impliciet!

26 College Projectmanagement 2 februari 2001 26 Een “black box”

27 College Projectmanagement 2 februari 2001 27 Kleine projecten anders: schaalnadelen?

28 College Projectmanagement 2 februari 2001 28 Samenvatting Eerste dimensie voor onderscheid modellen: –Overwegend gebaseerd op algemene kenmerken van de applicatie (COCOMO, Complexiteit NN) –Overwegend gebaseerd op specifieke kenmerken van de applicatie (Bang, FPA, Complexiteit)

29 College Projectmanagement 2 februari 2001 29 Samenvatting Tweede dimensie voor onderscheid –Modellen voor alle fasen in een project (COCOMO, FPA) –Modellen per fase van een project (DeMarco modellen, Complexiteit)

30 College Projectmanagement 2 februari 2001 30 Samenvatting Alle modellen hebben parameters die gecalibreerd moeten worden voor een specifieke omgeving De meeste modellen houden rekening met productiviteit Om ze goed te kunnen toepassen moet je een archief van projecten hebben

31 31 “Some method is better than no method at all” and “Anything you need to quantify can be measured in some way that is superior to not measuring it at all” (Gilb’s law)