Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
De wondere wereld van de cel
2
Cellen Hebben een vloeistof (cytoplasma) met daaromheen een membraan (celmembraan). Membraan beschermt tegen de omgeving. ‘bouwblokjes’ van alle organismen.
3
Typen cellen Prokaryoten (bacteriën)
Geen organellen Eukaryoten (schimmels, planten, dieren) Wel organellen NB: Organellen zijn onderdelen van een cel die omgeven zijn met een eigen membraan.
4
Celkern
6
Endoplasmatisch reticulum
7
Ruw endoplasmatisch reticulum
8
Mitochondrium
10
Golgi-apparaat
13
Transport van eiwitten
15
Cytoskelet
16
Het cytoskelet bestaat uit eiwitdraden (3 typen: actine, intermediate filaments en microtubuli).
Het zorgt voor stevigheid in de cel.
17
Verschil planten en dierlijke cel
Celwand Plastiden vacuole Dier Geen celwand Geen plastiden Geen vacuole
19
Bladgroenkorrel (chloroplast)
20
Vacuole Celwand Stevigheid van de cel (zie turgor) Opslag van stoffen
Helemaal doorlaatbaar voor stoffen!
21
Het Celmembraan Beschermt het interne milieu van de cel tegen het uitwendige milieu. Selectieve barrière (=semi-permeabel) Bewegelijk Scheiding tussen binnen en buiten
22
Cholesterol Fosfolipide-dubbellaag kanaaleiwit receptoreiwit
23
Kanaaleiwit transporteiwit
25
Passief en actief transport
Passief transport: Geen energie nodig Met zijn eigen concentratieverval mee Dit heet diffusie (zie animatie) Uiteindelijk gelijkmatige verdeling van de stof
26
Diffusie (passief transport)
Uiteindelijk een gelijkmatige verdeling van een stof als gevolg van willekeurige bewegingen van moleculen (bij vloeistoffen en gassen)
27
Actief transport Actief transport: Energie nodig
Tegen de eigen concentratieverval in Geen gelijkmatige verdeling van de stof
28
Animatie actief transport
29
Osmose Cellen hebben een semi-permeabel membraan
Water kan goed het membraan passeren, opgeloste stoffen veel minder goed. Osmose is een specifieke vorm van diffusie
30
Osmose
31
Osmose De verhouding opgeloste stoffen – water moet aan beide zijden van het membraan gelijk zijn. Alleen water kan door het semi-permeabele membraan Dus netto waterverplaatsing van water van de kant met de minste opgeloste stoffen per volume-eenheid water naar de kant met de meeste.
32
Osmose
33
Osmose
34
Osmose Lage osmotische waarde hypotoon
Hoge osmotische waarde hypertoon Let op dit is relatief! Gelijke osmotische waarde isotoon
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.