Informatieanalyse.

Presentatie over: "Informatieanalyse."— Transcript van de presentatie:

1 Informatieanalyse

2 Ontwikkelmethoden lineair Incrementeel
stap voor stap pas verder als stap is afgerond tijdrovend Voorbeelden: Watervalmethode (SDM) Rapid prototyping model (=waterval met prototype) Incrementeel Opdracht splitsen in deelopdrachten Elk deel volgt wel “waterval” Tussentijdse feedback Modules Spiraal (=waterval met risico analyse) Iteratief (herhaling) Incrementeel (toevoeging)

3 Ontwikkelmethoden OO levenscyclusmodellen Extreme programming
Z.s.m. beginnen met implementeren van het product, zonder uitgebreide specificatie of ontwerp. Continu testen Programmeren in duo’s: één programmeert, ander test en omgekeerd Nauw contact met opdrachtgever noodzakelijk Synchroniseer- en stabiliseermodel Microsoft Per module Alle modules gelijktijdig door diverse teams gebouwd Elke dag modules integreren Bij niet functioneren één module in het geheel: doorwerken door dat team tot het wel werkt!

4 Functionele eisen in use-case
Functionele eisen kunnen we vertalen naar use-cases. Met een use-case diagram kunnen we zichtbaar maken welke functionaliteit een te bouwen systeem krijgt voor een gebruiker. Systeemontwikkeling begint met het vaststellen van de scope (=bereik). Ook dit is zichtbaar te maken in use-case diagram. Aanpassen bestaande systemen: bestuderen van de documentatie (deskresearch) Interviews observaties “in het veld” Nieuwe applicaties: interviews prototype

5 Functionele eisen in use-case
UML – Unified Modeling Language: gemeenschappelijke taal om syteemontwerp te beschrijven en vast te leggen. De functionele requirements worden in UML vastgelegd m.b.v. use-case diagram. Voorbeeld use-case diagram Elke eis plaatsen we in een ovaal  een use-case. Elke gebruiker die betrokken is wordt door een poppetje weergegeven  actor. De functie van zo’n gebruiker wordt onder het poppetje gezet. Een rechthoek wordt om de verzameling use-cases geplaatst  systeemgrens/scope. De lijnen tussen actoren en use-cases geven de betrokkenheid aan. Actieve actoren komen links in het diagram, passieve actoren rechts.

6 Use case template

7 Andere requirements Naast functionele requirements heb je ook:
niet-functionele requirements (bijv.: order kan pas worden toegevoegd als die bij een klant hoort; toevoegen van een klant mag niet langer dan 4 minuten duren). Pseudo-requirements (bijv.: applicatie moet kunnen draaien op pc’s in bedrijf; broncode moet in Java zijn). LET OP:alleen functionele requirements komen in use-casediagram!

8 Voorbeeld use-case diagram

9 Opgave open link . Controleer of onderstaande use-case template “Verkoop reisbiljet” juist is, of dat er nog een aantal zaken zijn vergeten. Voeg eventueel ontbrekende zaken toe.