Paragraaf 3.4. Er kwamen veel nieuwe kolonisten wonen. Zij leefden op kleine boerderijtjes In midden en zuiden van de VS leefden men juist op grote boerderijen,

Presentatie over: "Paragraaf 3.4. Er kwamen veel nieuwe kolonisten wonen. Zij leefden op kleine boerderijtjes In midden en zuiden van de VS leefden men juist op grote boerderijen,"— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 3.4

2 Er kwamen veel nieuwe kolonisten wonen. Zij leefden op kleine boerderijtjes In midden en zuiden van de VS leefden men juist op grote boerderijen, die maar 1 product verbouwen. Zij verbouwden tarwe, tabak, suiker, rijst of katoen. Dit waren plantages.

3 Al snel hadden ze een arbeiderstekort. Geen enkele blanke wilde uren in de warme zon werken voor lage lonen. Daarvoor hadden ze slaven nodig. Het was zwaar, eentonig werk. Slaven waren dan goedkoop en werkten hard in warmte.

4 Eerst konden ze nog wel vrij worden, als ze christen werden. Maar later waren ze slaaf tot hun dood. Ze hadden geen rechten, en konden niets zelf beslissen.

5 Het was een driehoekshandel: Schepen vanuit Europa brachten wapens naar Afrika. Die ruilden ze voor slaven. Schepen brachten slaven naar Amerika. Die ruilden ze voor producten. Schepen met producten vertrokken naar Europa.

6

7

8 Slaven zaten vastgeketend in het scheepsruim. 1/3 overleefde de reis niet. Bij aankomst in Amerika werden ze verkocht aan de hoogste bieder.

9

10 De handel naar Amerika toe werd in 1808 verboden. Slavernij in Amerika ging door tot 1865.

11

12 Plantages: grote landbouwbedrijven waar maar 1 product, bv suiker werd verbouwd. Slavernij: onvrije mensen in bezit hebben.