Download de presentatie
GepubliceerdSylvia Baert Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Casuïstiekbespreking 10 november 2011
Netwerk Palliatieve Zorg Waardenland Maikel van Bokhoven Teunie Sepers
2
Obstipatie
3
Obstipatie Is het weinig frequent en met moeite produceren van ontlasting
4
Obstipatie Defecatie minder dan 3 x per week Duur van meer dan 10 min
Bij meer dan 25% van de defecaties; Noodzaak om te persen Gevoel van onvolledige lediging Gevoel van anorectale obstructie/blokkade Noodzaak om handmatig de ontlasting te verwijderen of het steunen van de bekkenbodem.
5
Fecale impactie ingedikte ontlastingprop in de darm
Paradoxale diarree of de overloopdiarree waarbij dunne ontlasting langs de ontlastingprop lekt
6
Gevolgen Pijn in de buik of het anorectale gebied Opgezette buik
Misselijkheid/braken, gewichtsverlies Winderigheid Aambeien, scheurtjes, perianaal abces, urineretentie Vagale reacties door het persen Onrust en verwardheid
7
Hoe vaak komt het voor 10% van de gezonde bevolking
37% bij patiënten met kanker in de palliatieve fase 37% van patiënten met hartfalen 36% van patiënten met COPD
8
Algemene oorzaken onvoldoende inname van voeding, vezels, vocht
inactiviteit, zwakte, bedlegerigheid dehydratie ongunstige omstandigheden om te defeceren depressie, sufheid, verwardheid
9
Oorzaken tgv ziekte Kanker:
Obstructie of compressie van de darm door tumorweefsel Peritonitis carcinomatosa Hypercalciëmie Compressie van ruggenmerg Neurologisch: hersentumoren, CVA, z.v. Parkinson, ALS, MS, spierdystrofie, dwarslaesie tgv andere oorzaken Andere of bijkomende aandoeningen: hartfalen, diabetes mellitus, dementie, depressie, hypothyreoïdie, hypokaliëmie, chronische darmklachten
10
Oorzaken tgv medicatie
Opioïden Middelen met anticholinerge (bij)werking Cytostatica Sertonineantagonisten Anderen
11
Opiaten Anticholi- nergica Serotonine antagonist ↑ Ca ↓ Cognitie ↓ peristaltiek + ↓ secretie vocht ↑ absorptie vocht ↑ tonus kringspier ↓ defecatie reflex ↓ uitdrijving ↓ aandacht defecatie
12
Voorkomen is beter dan genezen!
13
Voorlichting Communicatie Ondersteunende zorg Continuïteit van zorg
14
Laxantia 1 Zachtmakers (osmolitisch)
Macrogol / elektrolyten (movicolon®) Magnesiumoxode Lactulose Lactitol Magnesiumsulfaat (bitterwater) Natriumfosfaat klysma
15
Laxantia 2 Stimulerend (contactlaxantia en sennosiden)
Bisacodyl (contact) Prunacolon (sennosiden)
16
Laxantia 3 Emolientia Microklysma 5 ml (microlax®) Klysma 120 ml
17
Laxantia 4 Glijmiddelen Volume vergrotende middelen Psyllium
Sterculiagom Glijmiddelen Paraffine
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.