Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdBenjamin Martens Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Otto Raspe, Anet Weterings, Mark Thissen & Frank van Dongen Februari 2013 De internationale concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen
2
Centrale vraag in deze presentatie 2 Welke investeringsagenda hoort bij het verbeteren van de concurrentiepositie van de topsectoren in de provincie Groningen?
3
Hoe meten we internationale concurrentie? 3 In de studie nemen we twee typen concurrentie mee: 1.De concurrentie die bedrijven ervaren bij het internationaal exporteren van hun producten en diensten; 2.De concurrentie die regio’s ervaren bij het aantrekken van buitenlandse bedrijven / investeringen; De belangrijkste concurrenten voor een regio zijn dus: 1.De regio’s met bedrijven die in dezelfde markten proberen hun producten of diensten te verkopen; 2.De regio’s die in dezelfde vijver vissen van internationale investeringen; Met andere woorden: marktoverlap staat centraal. De belangrijkste concurrenten verschillen daarom per regio en per sector. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 49 e.v. en 181 e.a. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van het meten van internationale concurrentie
4
Belangrijkste concurrenten o.b.v. marktoverlap (voorbeeld van export) 4 Grootste overlap in de export markten van Amsterdam en Parijs Meeste concurrentie tussen Amsterdam en Parijs Amsterdam export Parijs export Wenen export Zie Raspe e.a. (2012) pagina 49 e.v. en 181 e.a. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van het meten van internationale concurrentie
5
Hoe zijn de concurrentiebenchmarks opgebouwd? 5 De benchmarks in deze studie vergelijken per sector en per type concurrentie (export en aantrekken buitenlandse bedrijven) de vestigingsplaatsfactoren (kenmerken van het vestigingsklimaat) in Groningen met die van de belangrijkste concurrerende Europese regio’s; Vestigingsplaatsfactoren zijn o.a.: bevolkingsomvang en - dichtheid, concentratie van (gerelateerde) sectoren, netwerkoriëntatie van bedrijven, connectiviteit (over de weg, door de lucht en via havens), kennisinfrastructuur (publiek en privaat) en Bruto Regionaal Product per inwoner; In totaal: 29 vestigingsplaatsfactoren. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 47 e.v. en 178 voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van als deze vestigingsplaatsfactoren
6
Welke sectoren nemen we mee in het onderzoek? 6 1.Landbouw 2.Voedingsmiddelenindustrie 3.Materialenindustrie 4.Hightechindustrie 5.Chemie 6.Energie 7.Groothandel 8.Logistiek 9.Financiële diensten 10.Zakelijke diensten Zie Raspe e.a. (2012) pagina 172 voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van deze sectoren
7
Welke regio’s nemen we mee in het onderzoek? 7 Onder regio’s verstaan we 256 Europese NUTS-2 regio’s. In Nederland zijn dit de provincies. De NUTS-indeling is een standaard van de EU en is door Eurostat opgesteld; De NUTS2-indeling beslaat meestal een of enkele centrale steden met hun ommeland, zodat deze regio’s vaak overeenkomen met agglomeraties of metropolitane gebieden; Basis voor deze keuze is de wens om zo veel mogelijk regionale differentiatie mee te kunnen nemen op het niveau van regio’s en aan te sluiten bij de internationale literatuur over regio’s. Voorwaarde was dat er betrouwbare data waren. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 46 e.v. voor een inhoudelijke en methodische beschrijving van de regio’s die we in het onderzoek meenemen
8
Wilt u meer weten? 8 Deze presentatie is gebaseerd op drie PBL- studies. In deze studies vindt u een overzicht van de relevante literatuur (waarom regio’s cruciaal zijn in een globaliserende economie) en een motivatie van alle keuzes over indicatoren, data en methodiek. www.pbl.nl Vragen? Neem dan contact op met: Otto Raspe (otto.raspe@pbl.nl) of info@pbl.nlotto.raspe@pbl.nl info@pbl.nl
9
We beantwoorden vier vragen voor de provincie Groningen 9 1.Welke Europese regio’s zijn de belangrijkste concurrenten? 2.Welke vestigingsplaatsfactoren zijn belangrijk voor een goede concurrentiepositie? 3.Hoe verhouden deze vestigingsplaatsfactoren zich tot haar belangrijkste concurrenten? 4.Op welke factoren bestaat er een 'gat' met de concurrentie en welke factoren zijn goed op orde? We beantwoorden deze vragen voor elke combinatie van sector en type concurrentie (export en buitenlandse investeringen). Zie Raspe e.a. (2012) pagina 50 voor een toelichting op deze vier vragen
10
Leeswijzer van de benchmarks 10 1.De benchmarks zijn gebaseerd op de belangrijkste concurrenten op basis van marktoverlap (zie sheet 3 & 4); 2.De benchmarks laten de 10 belangrijkste vestigingsplaatsfactoren zien (van de totaal 29 die we meenemen in het onderzoek), afgeleid van de belangrijkste concurrenten en dus verschillend per sector en type concurrentie. Dit zijn de concurrentiefactoren; 3.De concurrentiefactoren zijn geordend naar mate van belangrijkheid: de bovenste is het belangrijkste, de onderste het minst belangrijk (van de 10 weergegeven factoren); 4.De stippellijn geeft de gewogen score weer van de belangrijkste concurrenten; 5.De eigen score op een concurrentiefactor is relatief ten opzichte van de belangrijkste concurrenten. Hierbij geldt: hoe hoger de score, hoe beter je scoort t.o.v. je belangrijkste concurrenten. Enkel voor congestie en connectiviteit (nabijheid tot) zeehavens geldt het tegenovergestelde: hoe lager de score, hoe beter. Zie Raspe e.a. (2012) pagina 69 voor een methodische toelichting op de benchmarks
11
We laten nu voor Groningen de benchmarks zien voor de volgende sectoren 11 De benchmark op basis van het aantrekken van buitenlandse bedrijven voeren we voor een sector enkel uit wanneer wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: -Er moeten voldoende buitenlandse bedrijven (minimaal 10) binnen de regio zich hebben gevestigd voor een zinvolle vergelijking; -De regio huisvest meer dan 2% van alle buitenlandse bedrijven binnen de sector in heel Nederland EN/OF de regio heeft een relatieve specialisatie qua buitenlandse bedrijven in de sector (locatiequotiënt > 1). * Voor de sectoren groothandel en financiële diensten voeren we om data-technische redenen in plaats van de benchmark op basis van export een benchmark uit op basis van het opzetten van een buitenlandse vestiging, mits we ook de benchmark voor het aantrekken van buitenlandse bedrijven hebben uitgevoerd. Zie Raspe e.a. (2012) pagina’s 126, 143 en 174 voor een inhoudelijke toelichting. Aantrekken buitenlandse bedrijven Export goederen en /of diensten 1. Landbouw 2. Voedingsmiddelenindustrie 3. Materialen 4. Hightech 5. Chemie 6. Energie 7. Groothandel * 8. Logistiek 9. Financiële diensten * 10. Zakelijke diensten Wel meegenomen Niet meegenomen
12
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 12 1. Landbouw Omvang export: Groningen is de 35e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
13
13
14
14
15
Conclusies Landbouw in Groningen 15 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief gezien zeer hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief laag en het aantal patenten is relatief beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets boven het gemiddelde; Het bruto regionaal product per inwoner ligt sterk boven het gemiddelde*; De efficiëntie van het netwerk van de sector is relatief laag; De concentratie van de hightech sector ligt onder het gemiddelde. * Let op: dit is inclusief de aardgasbaten
16
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 16 2. Voedingsmiddelenindustrie Omvang export: Groningen is de 60e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
17
17
18
18
19
Conclusies Voedingsmiddelenindustrie in Groningen 19 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief gezien zeer hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief beperkt; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.
20
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 20 3. Materialen Omvang export: Groningen is de 175e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
21
21
22
22
23
Conclusies Materialen in Groningen 23 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief gezien zeer hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief beperkt; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde.
24
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 24 4. Hightech Omvang export: Groningen is de 179e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
25
25
26
26
27
Conclusies Hightech in Groningen 27 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is iets ondergemiddeld; De mate van clustering van de sector is relatief gezien zeer beperkt.
28
Aantal buitenlandse bedrijven: Groningen is de 159e regio van de 256 in Europa 28 5. Chemie Omvang export: Groningen is de 146e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
29
29
30
30
31
31
32
32
33
Conclusies Chemie in Groningen 33 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; Het aandeel van de regio in de totale Europese export ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief beperkt; De mate van clustering van de sector is relatief gezien zeer beperkt.
34
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 34 6. Energie Omvang export: Groningen is de 17e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
35
35
36
36
37
Conclusies Energie in Groningen 37 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De connectiviteit over de weg ligt iets onder het gemiddelde en de mate van congestie is relatief beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt boven het gemiddelde*. * Let op: dit is inclusief de aardgasbaten
38
Aantal buitenlandse bedrijven: Groningen is de 67e regio van de 256 in Europa 38 8. Logistiek Omvang export: Groningen is de 68e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
39
39
40
40
41
41
42
42
43
Conclusies Logistiek in Groningen 43 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Zowel het aandeel bedrijven met vestigingen in het buitenland als het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector liggen sterk onder het gemiddelde; Het aandeel van de regio in de totale Europese export ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is relatief hoog; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De mate van congestie is relatief beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt iets boven het gemiddelde*; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde en de concentratie van de zakelijke dienstverlening ligt onder het gemiddelde. * Let op: dit is inclusief de aardgasbaten
44
Aantal buitenlandse bedrijven: Niet van toepassing 44 10. Zakelijke Diensten Omvang export: Groningen is de 108e regio van de 256 in Europa Zie Raspe e.a. (2012) pagina 56 en 57 voor de relatieve positie van Groningen binnen Nederland
45
45
46
46
47
Conclusies Zakelijke Diensten in Groningen 47 Ten opzichte van de belangrijkste concurrenten: De bevolkingsdichtheid is relatief gezien zeer laag en de bevolkingsomvang is relatief gezien zeer beperkt; Het aandeel buitenlandse bedrijven in de sector ligt sterk onder het gemiddelde; De rangscore van de universiteit is iets ondergemiddeld; De hoeveelheid private R&D is relatief gezien zeer laag en het aantal patenten is relatief gezien zeer beperkt; De connectiviteit door de lucht ligt sterk onder het gemiddelde. De mate van congestie is relatief gezien zeer beperkt; Het bruto regionaal product per inwoner ligt iets onder het gemiddelde*; De concentratie van de financiële dienstverlening ligt sterk onder het gemiddelde. * Let op: dit is inclusief de aardgasbaten
48
Het vestigingsklimaat van Groningen samengevat 1 48 Alle topsectoren overziend, concluderen we t.a.v. de belangrijkste vestigingsplaatsfactoren dat: Goed op orde zijn: –Positie universiteit (bovengemiddeld) –De mate van congestie (ondergemiddeld) –Het Bruto Regionaal Product (bovengemiddeld)* * Let op: dit is inclusief de aardgasbaten
49
Het vestigingsklimaat van Groningen samengevat 2 49 Verdere conclusies t.a.v. de vestigingsplaatsfactoren: Minder goed op orde zijn: –Urbanisatievoordelen ›Massa en dichtheid (sterk ondergemiddeld) –Private kennisinfrastructuur ›Private R&D (onder gemiddeld) ›Patenten (sterk onder gemiddeld) –De Hightech, Chemie en Energie clusters (sterk ondergemiddeld) –Concentratie Financiële Dienstverlening (sterk ondergemiddeld) –Concentratie Hightech (ondergemiddeld), vooral van belang voor de Landbouw
50
De investeringsagenda voor Groningen bestaat vooral uit het handhaven van de goede factoren en het inlopen of compenseren van het gat wat er is t.o.v. de belangrijkste concurrenten. 50 Resumé Strategieën om dit te bewerkstelligen: Zie Notitie "Werken aan de internationale concurrentiekracht van de Nederlandse regio's".
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.