Vragen over vragen.  Gebruik de site!   Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen? van EPN.

Presentatie over: "Vragen over vragen.  Gebruik de site!   Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen? van EPN."— Transcript van de presentatie:

1 Vragen over vragen

2  Gebruik de site!   Wat weet je van een stof als de snelheid van moleculen veranderen? van EPN

3  Tip Het atoomnummer zegt iest over de massa Hoe zwaarder de massa des te langzamer het atoom beweegt.

4  Wat weet je van de ruimte tussen moleculen bij temperatuur verhoging?  Wat is het gevolg hiervan voor de stof (bol)?  Wat gebeurd er met de warmte van de bol als deze de ring raakt?  Wat gebeurd er met de ring.

5  Gebruik veronderstelling 5  Wat gebeurd er als de bakstenen zomers warmer worden?

6  Je hebt een pistool in de hand die ballen weg schiet door olie de lucht in.  Wanneer zou de de bal makkelijker ontsnappen: 1. Als de bal weggeschoten word met een lage snelheid. 2. Als de bal wordt weggeschoten met een hoge snelheid

7  Gebruik bij het zoeken op internet het plus teken. Dan wordt er gezocht op alle woorden.  vier +elementen +kleine +deeltjes  Gebruik wikipedia http://nl.wikipedia.org/wiki/John_Dalton

8  Weet goed het verschil tussen:  Fase toestand van een stof (zijn er drie s,l,g)  Faseovergang zijn er zes. De fase verandert. (Denk aan vastpakken zien en niet zien)

9  Maak een schets Zoek smelt en kookpunt op. Zet gevraagde temp. er bij. Bepaal de fase sl g Smeltpunt Kookpunt

10  Wat betekend g/cm³  Wat weet je van de massa bij 1, 2, 3, 4 cm³  Hoe ziet de grafiek er uit?  Wat betekend evenredig?

11  Wat is het volume als het een massief blokje is?  Welke vorm heef de binnenkant?  Hoe bereken je het oppervlak van een cirkel?  Hoe bereken je het volume van een cilinder?  Als je het volume van de lucht afhaalt van het totaal wat kijg je dan?

12  Dichtheid groter: zinken  Denk aan lood in water  Dichtheid kleiner : drijven  Denk aan piepschuim op water  Dichtheid gelijk: zweven  Denk aan zwemmende vis.