De levenscyclus van de mens

Presentatie over: "De levenscyclus van de mens"— Transcript van de presentatie:

1 De levenscyclus van de mens
Van embryo tot dood

2 levensfasen

3 levenscyclus Fasen duren niet bij iedereen even lang
Lichamelijke en geestelijke groei en veranderingen gedurende levensloop geestelijke groei gaat veel langer door 2010 98-jarige vrouw behaalt universitair diploma Een 98-jarige vrouw heeft in de Verenigde Staten haar universitair diploma behaald. Daarmee is Nola Ochs de oudste persoon ter wereld die een masterdiploma heeft behaald (in geschiedenis) aan de universiteit Fort Hays State University in Kansas in 2010 en kreeg nog een job!

4 Lichamelijke groei Lichaamsverhoudingen veranderen

5 zuigeling Darmen niet geschikt voor vast voedsel Melk
Fles ( koemelk of sojamelk) borstvoeding ( alle stoffen die baby nodig heeft) Vlak na geboorte alleen reflexen Zuigreflex Grijpreflex Slikreflex hoestreflex Pupilreflex -etc

6 Baby  peuter Grove motorische ontwikkeling
omdraaien kruipen Zitten Staan Lopen Fijne motorische ontwikkeling met handen en voetjes spelen Blokje oppakken

7 levensverwachting Levensloop mens sterk verlengd
Voeding, huisvesting, hygiëne, medische zorg

8 veroudering Aantal cellen neemt af
Per dag 1-2% cellen sterven, vervangen Zintuigcelen en zenuwcellen worden niet vervangen Cellen gaan minder goed functioneren Verminderd functioneren door storingen in synthese eiwitten in ribosomen DNA ondergaat veranderingen tijdens leven

9 Functie organen

10 gevolgen Vaak voorkomend:
Hart- en vaatziekten aandeel in de totale sterfte was 30% voor vrouwen en 28% voor mannen. kanker Dementie Prevalentie van dementie (per 100, met 95% betrouwbaarheidsinterval) in verschillende leeftijdsgroepen in een aantal Europese studies (bron: Berr et al., 2005). 65-74 jaar 75-84 jaar 85 en ouder België 4,4 (3,2-5,9) 11,1 (9,1-13) 11,5 (9,1-14) Denemarken 4,7 (3,8-5,6) 11,4 (9,7-13) - Finland 18,3 (15-22) 39,4 (31-48) Frankrijk 2,9 (2,1-3,8) 7,1 (5,6-8,5) 21,6 (18-25) Duitsland 9,4 (7,7-11) 34,8 (30-40) Italië 1,2 (0,6-2,5) 4,5 (2,7-7,3) 32,2 (24-41) Nederland 1,4 (1-1,9) 10,9 (9,4-12) 34,8 (31-38) Spanje, 1992 3,2 (1,8-4,7) 8,3 (5,9-11) 20 (12-28) Spanje, 1995 13,9 (11-17) 27,1 (23-32) Zweden 13,5 (11-16) 33,4 (30-37) Verenigd Koninkrijk 1,4 (1,0-2,0) 6,4 (5,4-7,6) 19,9 (18-22)

11

12 Waarom bij >85 meer vrouwen?

13 Euthanasie vormen euthanasieverklaring (zie boek)
Als kwaliteit van leven zo laag is dat geen menswaardig bestaan meer mogelijk is Op verzoek van patiënt zelf bij ondragelijk lijden vormen Passieve euthanasie versterving Actieve euthanasie =? euthanasieverklaring (zie boek)