Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
1
Angst en angststoornissen
Auteur:Peter Muris. Bewerkt door Inge Van Cauter. Angst en angststoornissen
2
Inleiding Lijkt niet ernstig is, van korte duur en ze denken dat het vanzelf overgaat. Jongeren die lijden aan een angststoornis hebben meer risico om comorbide vormen van psychopathologie te ontwikkelen.
3
Normale en abnormale uitingsvormen
Adaptieve emotie: bang zijn onder bedreigende omstandigheden. Belemmert het kind in omgang, presteert niet goed op school,… Separatieangstoornis: stoornis die alleen bij jongeren vastgesteld wordt. Voor zijn 16e heeft 9,9% van de jongeren last van een klinische angstoornis. Meisjes hebben 2 keer zoveel risico op een stoornis.
4
Ontwikkelingsaspecten
Vaak gericht op fantasiefiguren. Als ze ouder worden worden de angsten gecompliceerder. Angsten van sociale evaluatie nemen toe naarmate ouderdom.
5
Ontwikkeling van angststoornissen
Verband tussen psychosociale rijpheid van jongeren en het type angststoornissen waaraan ze lijden. Ze zijn niet altijd stabiel en verdwijnen spontaan.
6
Risico- en beschermende factoren
Kinderen zijn kwetsbaar door: persoonlijkheidsfactoren, leerervaringen, negatieve levensgebeurtenissen en gezinsfactoren. Een deel is genetisch bepaald.
7
Gedragsinhibitie Temperamentfactor dat bepaald wordt door de neiging om ongewoon verlegen en angstig te reageren. Dit zorgt voor een verhoogd risico op angststoornissen.
8
Angstsensitiviteit Er ontstaan paniekklachten en panieksymptomen.
Erfelijk bepaalde dispositie die verwijst naar de neiging om bang te worden van de aan angst gerelateerde lichamelijke symptomen. Er ontstaan paniekklachten en panieksymptomen. Gevolg: schadelijke lichamelijke, psychische en sociale gevolgen.
9
Walginggevoeligheid Relevant voor bepaalde categorie angststoornissen.
Fobieën (vaak dierfobieën)
10
Negatieve leerervaringen
A.d.h.v conditionering angsten aanleren bij kinderen. Negatieve informatie leidt tot meer angst Positieve informatie leidt tot afname van angst. Kinderen die gepest worden zijn vatbaarder voor angst.
11
Gezinsfactoren Hechtingsverband tussen ouders en kinderen.
Kinderen die onveilig gehecht werden hebben meer angststoornissen. Ontstaan van angst door overbezorgde ouders en het waarschuwen voor alle gevaren.
12
Beschermende factoren
Effortful control: doelbewuste controle. Bestaat uit: Aandachtscontrole Gedragscontrole
13
Instandhoudende factoren
Vermijdingsgedrag zorgt voor het voortduren van angst Cognitieve vervormingen zorgen ook dat angst voortduurt. Bv. Aandachtsbias (neiging van angstige individuen om veel aandacht te besteden aan dreigingrelevante informatie)
14
Diagnostiek en behandeling
Gestandaardiseerde interviews Zelfrapportage Exposureoefeningen
15
Conclusie en toekomstperspectief
Longitudinaal onderzoek leveren. Aantonen dat factoren een rol spelen bij jongeren met een gediagnosticeerde angststoornis. Een cognitief-gedragstherapeutische behandeling.
16
Bronvermelding. Muris, P. (2008). Angst en angststoornissen. In P. L. LinkPrins, Handboek klinische ontwikkelingspsychologie: over aanleg, omgeving en verandering (p. 564). Bohn Stafleu Van Loghum.
17
Bedankt voor uw aandacht.
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.