Download de presentatie
1
Examentraining Biologie
Thema cellen BI/K/4 Cellen staan aan de basis
2
Programma voor deze les:
Domein cellen staan aan basis (organisatie niveau) Levenskenmerken Opbouw cel Kenmerkende eigenschappen Weefsel, orgaan, orgaanstelsel, organisme Stofwisseling van cellen (fotosythese + verbranding)
3
Levenskenmerken Stofwisseling; opnemen en afgeven van stoffen door voeding, ademhaling en uitscheiding Groei Voortplanten Reageren op prikkels Uit je hoofd leren, niet moeilijk ;)
4
Organisatieniveau biologie
5
Cel – bouwsteen van het leven
klein Weefsel is een groep cellen met dezelfde bouw en dezelfde functie ( beenweefsel, spierweefsel) Orgaan is een deel van een organisme met een speciale functie (oog, hand, lever) Orgaanstelsel- een groep van samenwerkende organen, die gezamelijk een bepaalde functie hebben (ademhalingsstelsel, spierstelsel) Organisme – levend wezen groot
8
1. Cellen Plastiden Andere onderdelen: Bladgroenkorrels
Kleurstofkorrels Zetmeelkorrels Andere onderdelen: Celkern Cytoplasma Celmembraan Vacuole Celwand
9
Kenmerken/eigenschappen
Dieren Bacterie Schimmel Plant Celwand - + Kern Bladgroen Grootte 10 – 100 1 – 10
10
Vraagje tussendoor:
13
2. Weefsels Cellen bij elkaar
15
Vraagje tussendoor:
16
3. Orgaan Uit aantal type weefsel opgebouwd
Deel van organisme met 1 of meerdere functies
17
Organen die samenwerken aan één functie
4. Organenstelsel Organen die samenwerken aan één functie
18
5. Organisme
19
Stofwisseling
20
Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie
Koolhydraten eiwitten vetten Anorganische stof is een stof uit de levenloze natuur Bevat geen energie Water Koolstofdioxide Zuurstof
21
Organische stoffen Organische stof is een stof die gemaakt is in een levend wezen Bevat energie Koolhydraten eiwitten vetten
22
Anorganische stoffen Anorganische stof is een stof uit de levenloze natuur Bevat geen energie Water Koolstofdioxide Zuurstof
23
Afbrekend enzym Koppelend enzym Een enzym werkt specifiek het kan door zijn speciale vorm maar een proces versnellen .
24
Enzym-activiteit Minimum Optimum Maximum temperatuur
25
Een enzym is een eiwit en gaat dus kapot bij hoge temp
26
PH 1 PH 7 PH 13 accuzuur ammonia Zuiver water zuur basisch
Een enzym is gevoelig voor temperatuur en zuurgraad PH 1 PH 7 PH 13 accuzuur ammonia Zuiver water zuur basisch
28
Grondstofwisseling is de stofwisseling in rust
Grondstofwisseling is de stofwisseling in rust. Je verbruikt 4 KJ per minuut
29
zonlicht koolstofdioxide zuurstof water wortelharen
30
Fotosynthese Zonlicht is de energiebron om glucose te maken Koolstofdioxide CO2 + Water H2O + licht Glucose C6H12O6 + Zuurstof O2
31
Fotosynthese vindt alleen plaats in de groene delen als er licht is
32
Zetmeel wordt alleen gevormd in de groene delen.
Zetmeel kun je aantonen met joodoplossing Zetmeel kleurt dan blauw
33
Glucose is brandstof maar ook bouwstof
Glucose is brandstof maar ook bouwstof. Een plant kan van alles maken van glucose. (vetten, eiwitten, cellulose enz.)
34
Water H2O Koolstofdioxide CO2 licht Glucose C6H12O6 Zuurstof O2
FOTOSYNTHESE Overdag in de groene delen Water H2O Koolstofdioxide CO2 + + licht Glucose C6H12O6 + Zuurstof O2 VERBRANDING Overal en altijd Glucose C6H12O6 Zuurstof O2 Water H2O Koolstofdioxide CO2 Energie + + +
35
Buis 1 Buis 2 Buis 3 Buis 4 niets verbranding Verbranding en fotosynthese 2X Verbranding en 1X fotosynthese
36
Wat gebeurt er in elke buis in het licht?
Wat gebeurt er in elke buis in het donker?
38
Puzzeltijd! Veel plezier met de puzzel over stofwisseling :D
Maak alleen de vragen met een O om het nummer
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.