De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Imperfectum en perfectum

Verwante presentaties


Presentatie over: "Imperfectum en perfectum"— Transcript van de presentatie:

1 Imperfectum en perfectum
Door: E.Mos-Burgers

2 ‘Donald Duck schilderde gisteren een mooi schilderij
‘Donald Duck schilderde gisteren een mooi schilderij.’ Zie jij een verschil in tijd? Twee plaatjes van Donald Duck.

3 Nederlands Donald Duck schilderde, hij was aan het schilderen (hij was toen bezig) In het Latijn zou dit een imperfectum heten (iets was aan de gang, de handeling is nog niet voltooid) Donald Duck schilderde, hij heeft geschilderd (en het schilderij is nu af) Dit is een perfectum in het Latijn (de handeling is voltooid) Cf. Engels: He was painting (past continuous) (soms herhaling: hij schilderde elke dag; imperfectum) He has painted….(present perfect) (overgang in het verhaal: hij schilderde een schilderij (het was af)

4 De tijdlijn: NU Tot nu toe hebben we in het heden, het nu geleefd, met werkwoorden in de tt. (voco- ik roep)

5 De tijdlijn: toekomst NU

6 Latijnse tijden De tijdlijn: toekomst Verleden NU

7 Latijnse tijden De tijdlijn: toekomst Verleden NU Nog niet gehad!

8 Nieuw: verleden tijd verleden imperfectum _____ perfectum . . . . . .
De tijdlijn: verleden NU praesens imperfectum _____ perfectum

9 Werkwoord: praesens Dit werkwoord staat in het praesens.
Praesens wil zeggen: tegenwoordige tijd. werkwoord betekenis tijd _ clamo = ik roep praesens = tegenwoordige tijd dicimus = wij zeggen praesens = tegenwoordige tijd

10 Praesens praesens: Vertalen als: tegenwoordige tijd: ik roep Voc-o
Voc-a-s Voc-a-t Voc-a-mus Voc-a-tis Voc-a-nt Vertalen als: tegenwoordige tijd: ik roep

11 Twee soorten verleden tijd
Imperfectum: apart rijtje (vergelijk griekse imperfectum) Perfectum: apart rijtje (vergelijk griekse aoristus) Het is te leren en je kan de vormen gemakkelijk herkennen.

12 Het imperfectum: stam Het imperfectum heeft dezelfde stam als het praesens. stam praesensstam imperfectumstam a-stam narra- narra- i-stam audi- audi- e-stam terre- terre- mk-stam dic- dic-

13 Onvoltooid verleden tijd: nadruk op voortduring of herhaling
imperfectum: BA voca-ba-m voca-ba-s voca-ba-t voca-ba-mus voca-ba-tis voca-ba-nt Vertalen als: onvoltooid verleden tijd: ik riep / ik was aan het roepen

14 Esse en posse imperf. De imperfectum van esse en posse is onregelmatig en moet je dus leren eram -ik was pot-eram – ik kon eras pot-eras erat pot-erat eramus pot-eramus eratis pot-eratis erant pot- erant

15 Het imperfectum: rijtjes
a-stam e-stam i-stam * mk-stam * ev ik jij hij/zij/het voca-ba-m voca-ba-s voca-ba-t terre-ba-m terre-ba-s terre-ba-t audi-e-ba-m audi-e-ba-s audi-e-ba-t dic-e-ba-m dic-e-ba-s dic-e-ba-t mv wij jullie zij voca-ba-mus voca-ba-tis voca-ba-nt terre-ba-mus terre-ba-tis terre-ba-nt audi-e-ba-mus audi-e-ba-tis audi-e-ba-nt dic-e-ba-mus dic-e-ba-tis dic-e-ba-nt infinitivus geen aparte infinitivusvormen * De i-stam en de mk-stam krijgen een tussenklinker -e- tussen stam en -ba-.

16 Het perfectum: stam Het perfectum heeft een andere stam dan het praesens. stam praesensstam perfectumkenmerk perfectumstam a-stam narra- -v- achter stam narrav- i-stam audi- -v- achter stam audiv- e-stam terre- -e- -u- terru- mk-stam dic- -s- achter stam dix-

17 Voltooid Verleden tijd: Perfectum
-isti -it -imus -istis -erunt Perf.stam + Een perfectum wordt ook gebruikt in verhaaltjes. Als wij zeggen: ‘toen ik naar de bakker ging, kocht ik een brood en vroeg ik de winkelmedewerkster waar de slager zat’ (een opeenvolging van gebeurtenissen), zouden ze in het Latijn zeggen: ‘toen ik naar de bakker was gegaan, heb ik een brood gekocht en heb ik de winkelmedewerkster gevraagd waar de slager zat. In lopende verhalen mag je dus het perfectum vertalen zoals je een imperfectum zou vertalen, omdat we dat in het Nederlands zo zeggen.

18 Vertaal als: Ik riep Ik heb geroepen
De stam bij een perfectum is anders: je moet deze kunnen herkennen en kennen. Een perfectumstam eindigt vaak op een –v-, -u- of –s- (c+s =x) perfectum: voca-v-i ik heb geroepen voca-v-isti voca-v-it voca-v-imus voca-v-istis voca-v-erunt Vertaal als: Ik riep Ik heb geroepen

19 Het perfectum: rijtjes
a-stam e-stam i-stam mk-stam ev ik jij hij/zij/het errav-i errav-isti errav-it terru-i terru-isti terru-it audiv-i audiv-isti audiv-it dix-i dix-isti dix-it mv wij jullie zij errav-imus errav-istis errav-erunt terru-imus terru-istis terru-erunt audiv-imus audiv-istis audiv-erunt dix-imus dix-istis dix-erunt infinitivus errav-isse terru-isse audiv-isse dix-isse

20 Rijtje + betekenis errav-i errav-isti errav-it
ik dwaalde / heb gedwaald * jij dwaalde / hebt gedwaald hij dwaalde / heeft gedwaald errav-imus errav-istis errav-erunt wij dwaalden / hebben gedwaald jullie dwaalden / hebben gedwaald zij dwaalden / hebben gedwaald errav-isse te hebben gedwaald * Het maakt niet veel verschil of je met ‘heb gedwaald’ of ‘dwaalde’ vertaalt. Kijk wat het beste past in de zin.

21 Rijtje van ‘esse’ Praesens sum es est ik ben jij bent hij is sumus
estis sunt wij zijn jullie zijn zij zijn esse te zijn Perfectum Perfectumstam: fu- fu-i fu-isti fu-it ik was; ik ben geweest jij was; jij bent geweest hij was; hij is geweest fu-imus fu-istis fu-erunt wij waren; wij zijn geweest jullie waren; jullie zijn geweest zij waren; zij zijn geweest fu-isse te zijn geweest

22 Verschil? !!!! MAAR WAT IS DAN HET VERSCHIL TUSSEN HET IMPERFECTUM
EN HET PERFECTUM?!!!

23 Imperfectum Ik was aan het skaten Ik skatete
Een handeling (of gebeurtenis) in het verleden die voortduurde. Tijdlijn: __________ Herhaling: ik skatete elke dag afgelopen zomer. In een verhaal kom je imperf. tegen voor achtergrondbeschrijvingen Omstandigheden, toestanden, situatie (in verl.tijd) Handeling die voortduurde. Tijdlijn: __________ Herhaling achtergrondbeschrijvingen Omstandigheden, toestanden, situatie (in verl.tijd)

24 Perfectum Ik heb geskatet/Ik skatete
De handeling is afgesloten in het verleden (hij heeft geskatet: de jongen kijkt naar een filmopname van hemzelf. Hij heeft geskatet. Hij is nu niet meer aan het skaten, dus de handeling is afgelopen.) (het begin, verloop en eind v.d. handeling is samengevat) In een verhaal: een opeenvolging van belangrijke gebeurtenissen: de ene actie wordt gevolgd door de andere actie: Ik skatete, ik liep, ik zat, ik keek tv (Tijdlijn: Elke stip is een afgesloten handeling) De handeling is afgesloten in het verleden (het begin, verloop en eind v.d. handeling is samengevat) In een verhaal: een opeenvolging van belangrijke gebeurtenissen De ene actie wordt gevolgd door de andere actie: Ik skatete, ik liep, ik zat, ik keek tv (Tijdlijn: Elke stip is een afgesloten handeling)

25 Imperfectum of perfectum?
Imperfectum: Hij was aan het schilderen/ hij schilderde (de handeling is bezig) Hij schilderde elke dag.

26 Imperfectum of perfectum?
Hij heeft geschilderd : en is nu klaar (de handelng werkt tot in het heden voort (LL p. 151): het resultaat is zichtbaar) ander voorbeeld: hij is gevallen (en heeft nu pijn: heeft nog effect) Perfectum kan in verhaal narratief zijn: markeert belangrijke gebeurtenis

27 Samengevat IMPERFECTUM =
De handeling is nog niet klaar of herhaalt zich Ik was aan het lopen/ik liep Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal Hij heeft geschilderd. (HET SCHILDERIJ IS KLAAR! BELANGRIJK MOMENT!) Achtergrondinfo: ik was aan het schilderen ( schilderij op achtergrond) Voorgrondinfo: ik heb geschilderd (schilderij is klaar, gebeurtenis op de voorgrond!)

28 Allebei als ‘ik liep’ vertalen
IMPERFECTUM = De handeling is nog niet klaar Ik was aan het lopen Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal Maar je mag ze in een verhaal vaak allebei als “ik liep” vertalen.

29 Het Latijn is nu eenmaal preciezer met tijden dan het Nederlands!
IMPERFECTUM = De handeling is nog niet klaar Ik was aan het lopen Vaak: achtergrondinformatie PERFECTUM: De handeling is klaar Ik heb gelopen (= ik loop nu niet meer) Vaak: voorgrondinformatie, belangrijk moment in het verhaal Het Latijn is nu eenmaal preciezer met tijden dan het Nederlands! Imperfectum: situatie of toestand Perfectum: gebeurtenis

30 Samenvatting Het imperfectum is een verleden tijd van het Latijn.
Je vertaalt met ‘ik liep’. Het imperfectum heeft de stam van het praesens met evt. een tussenklinker -e- gevolgd door ipf-kenmerk -ba- en uitgangen van het praesens  - ba - m ik - ba - s jij - ba - t hij/zij/het - ba - mus wij - ba - tis jullie - ba - nt zij

31 Rijtje van ‘esse’ Imperfectum era-m era-s era-t ik was jij was hij was
era-mus era-tis era-nt wij waren jullie waren zij waren geen infinitivus Perfectum Perfectumstam: fu- fu-i fu-isti fu-it ik was; ik ben geweest jij was; jij bent geweest hij was; hij is geweest fu-imus fu-istis fu-erunt wij waren; wij zijn geweest jullie waren; jl. zijn geweest zij waren; zij zijn geweest fu-isse te zijn geweest

32 Rijtje van ‘posse’ Imperfectum pot-era-m pot-era-s pot-era-t ik kon
jij kon hij kon pot-era-mus pot-era-tis pot-era-nt wij konden jullie konden zij konden geen infinitivus Perfectum Perfectumstam: potu- potu-i potu-isti potu-it ik kon; ik heb gekund jij kon; jij hebt gekund hij kon; hij heeft gekund potu-imus potu-istis potu-erunt wij konden; hebben gekund jullie konden; hebben gekund zij konden; zij hebben gekund potu-isse te hebben gekund

33 Verschil imperfectum en perfectum
Overeenkomst: het is allebei verleden tijd. Maar wat is het verschil? Als het gaat om een verhaal, dan wordt het imperfectum (meestal) gebruikt om - een toestand of situatie te beschrijven. - achtergrondinformatie te geven. het perfectum (meestal) gebruikt om - de ontwikkeling in het verhaal te beschrijven.

34 Verschil imperfectum en perfectum
(1) Verschillende stam (2) Verschillende uitgangen (3) Verschillend gebruik

35 Voorbeelden perfectum
Veni, vidi, vici – Ik kwam, ik zag, ik overwon Pater me adiuvit- Vader heeft me geholpen (ik ben nu al klaar en dan ga ik iets anders doen) Vixerunt- zij hebben geleefd (maar zijn nu dood)

36 Oefening 1. Marcus ambulabat. 2. Aemilia audivit.
3. Marcus et Lucius de Aemilia narrabant.

37 a/i-stam: stam krijgt een –v- (vocare wordt voca-v-i)
Bij het perfectum zijn verschillen op te merken tussen de verschillende stammen. a/i-stam: stam krijgt een –v (vocare wordt voca-v-i) e-stam: stam krijgt een –u (tacere wordt tac-u-i, tacuisti, tacuit...) Een medeklinker stam krijgt een –s (manere wordt man-s-i) Let op: als een medeklinker stam eindigt op een –c- of een g c of g + s = x Dicere--Dic-s-i  dixi regere -- Reg-s-I  rexi B + s = ps scribere  scripsi Even overlsaan

38 Voorbeelden van stam op -v
Vocav-i vocare roepen Audivi audire horen, luisteren Petivi petere gaan naar, vragen, Quaesivi quaerere zoeken Explevi explere vervullen Amavi amare liefhebben Pugnavi pugnare strijden Uiz: dare wordt dedi, stare wordt (steti) (maar hoeven ze nog niet te weten) Puur even als voorbeeldje laten zien, niet laten overschrijven, later laten leren

39 Voorbeelden van stam op –u-
Tacui tacere zwijgen Deserui deserere verlaten Fui esse zijn Potui posse kunnen Monui monere waarschuwen Habui habere hebben Tenui tenere houden Vreemd om de –e- te laten vallen en een u voor in de plaats te zetten, maar zo is het nu eenmaal

40 Stam op -s Mansi manere blijven, wachten Risi ridere lachen
Cessi cedere verlaten Clausi claudere sluiten Lusi ludere spelen Plausi plaudere klappen Protexi protegere beschermen Evasi evadere ontsnappen


Download ppt "Imperfectum en perfectum"

Verwante presentaties


Ads door Google