Http://www.youtube.com/watch?v=3BbZxeCXPoQ.

Presentatie over: "Http://www.youtube.com/watch?v=3BbZxeCXPoQ."— Transcript van de presentatie:

1

2 Hoofdstuk 4: Landbouw in de Verenigde Staten
Verschillen tussen agrarische regio’s In de Verenigde Staten van Amerika bestuderen we de tarweteelt. Waar komt tarweteelt voor? Waarom daar? Hoe gaat men tewerk?

3 4.1 Situering Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten Canada
Mexico Verenigde Staten NKK NPC 100°W

4 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden RELIËF … Rocky Mountains … Coast Range … Appalachen … Great Plains … Vlakte Mississippi … Great Bassin … Grote Meren …Atlantische kustvl. B A C 3 5 2 1 4 B C A 1 2 3 4 5

5 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden RELIËF Het reliëf in de Verenigde Staten is Noord-Zuid georiënteerd. In het westen vind je gebergten die afgewisseld worden met hoge plateaus. In het centrum overheersen de plateaus en de vlakten. In het oosten vind je middelhoge gebergten, een plateau en aan de kust een vlakte. Rocky Mountains

6 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden RELIËF Het reliëf in de Verenigde Staten is Noord – Zuid georiënteerd. In het westen vind je gebergten die afgewisseld worden met hoge plateaus. In het centrum overheersen de plateaus en de vlakten. In het oosten vind je middelhoge gebergten, een plateau en aan de kust een vlakte. Great Plains

7 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden RELIËF Het reliëf in de Verenigde Staten is Noord – Zuid georiënteerd. In het westen vind je gebergten die afgewisseld worden met hoge plateaus. In het centrum overheersen de plateaus en de vlakten. In het oosten vind je middelhoge, gebergten een plateau en aan de kust een vlakte. Appalachen Vlakte vd Mississippi

8 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden RELIËF Het reliëf in de Verenigde Staten is Noord – Zuid georiënteerd. In het westen vind je gebergten die afgewisseld worden met hoge plateaus. In het centrum overheersen de plateaus en de vlakten. In het oosten vind je middelhoge gebergten, een plateau en aan de kust een vlakte.

9 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden NEERSLAG

10 4.2 Fysische omstandigheden
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.2 Fysische omstandigheden NEERSLAG In de Verenigde Staten is de neerslag erg bepalend voor de landbouw. Ten oosten van de 100°W (die ongeveer overeenkomt met de droogtegrens van minder dan 500 mm neerslag per jaar) is akkerbouw weinig risicovol. Ten westen van 100°W is het van nature te droog voor akkerbouw. Hier is alleen akkerbouw mogelijk dankzij irrigatie, aangepaste teelttechnieken en aangepaste gewassen (o.a. genetische manipulatie). Bekijken of deze nog nodig is,

11 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt Teeltvoorwaarden voor tarweteelt: - Temperatuur (5 maanden meer dan 0°, geen strenge winter), - Neerslag (jaarlijkse neerslag tussen 500 en 1750 mm) - Bodem (groeit best op zwarte aarde, maar ook op bruine steppe bodems) Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten

12 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt A. Teeltvoorwaarden tarweteelt 39°N 96°W Reliëf • reliëf Kansas: Plateau Klimaat • stad: Topeka (Kansas V.S.) • klimaattype: Warmgematigd altijd nat • temperatuur- voorwaarde: In orde • neerslag- voorwaarde: Tijdens de groei voldoende neerslag en in de rijpingsperiode warm genoeg om de neerslag te laten verdampen. Natuurlijke plantengroei en bodem • vegetatie: Grassteppe • bodem: Zwarte aarde Bruine steppebodem

13

14 (onder)ploegen - eggen
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt (onder)ploegen - eggen

15 zaaien 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt zaaien

16 bemesten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt bemesten

17 groei 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt groei

18 rust 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt rust

19 groei – controleren 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt groei – controleren

20 groei - sproeien 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt groei - sproeien

21 rijpen 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt rijpen

22 oogsten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt oogsten

23 opslaan 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt opslaan

24 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt
Hoofdstuk 4: landbouw in de Verenigde Staten 4.3 Moderne commerciële landbouw: de tarweteelt B. Teeltschema tarweteelt graanstoppels maaien - ploegen zaaien wintertarwe - bemesten groei (tot ± 15 cm) groei (tot ± 15 cm) rust rust rust groei – controleren (ev. sproeien) groei – controleren (ev. sproeien) rijpen rijpen - oogsten opslaan (in elevators)

25