Download de presentatie
GepubliceerdKatrien Brouwer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
PASSÉ COMPOSÉ VERVOEGD MET ÊTRE
2
HET HULPWERKWOORD IS ÊTRE
Je moet dus de présent weten van het werkwoord être. je suis tu es il est elle est on est nous sommes vous êtes ils sont elles sont
3
DE ÊTRE-REGEL (DE REGELS VAN HET BIJV. NMW)
mannelijk enkelvoud: - vrouwelijk enkelvoud: e mannelijk meervoud: s vrouwelijk meervoud: es Je kijkt naar de persoon en bepaalt of het gaat om enkelvoud of meervoud en of het gaat om mannelijk of vrouwelijk. vb. tu = enkelvoud en het kan mannelijk of vrouwelijk zijn. Als iets vrouwelijk kan zijn dan zet je een e tussen haakjes (e). Wanneer je zeker weet dat het vrouwelijk is dan krijg je een vaste e.
4
VOORBEELD MET HET WERKWOORD ENTRER
je suis entré(e) ik ben binnengekomen tu es entré(e) jij bent binnengekomen il est entré hij is binnengekomen elle est entrée zij is binnengekomen on est entré(e) men is binnengekomen nous sommes entré(e)s wij zijn binnengekomen vous êtes entré(e)(s) jullie zijn binnengekomen, u bent binnengekomen ils sont entrés zij (m) zijn binnengekomen elles sont entrées zij (v) zijn binnengekomen
5
HET ÊTRE HUIS EN MAARTEN
Welke werkwoorden worden vervoegd met être? De werkwoorden die in het être huis staan. Werkwoorden van beweging. De werkwoorden die zitten in het woordje MAARTEN. De beginletters van werkwoorden die vervoegd worden met être vormen het woord MAARTEN.
6
HET ÊTRE HUIS
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.