Download de presentatie
1
Licht kunstlicht + daglicht
Installaties Licht kunstlicht + daglicht Basisbegrippen van Licht
2
Installaties Agenda Gebouw en licht Zichtbaar licht Lichtstroom Φ
Lichtopbrengst of rendement Lichtsterkte I Verlichtingssterkte E Luminantie (helderheid) L
3
Installaties Gebouw en licht Functie Vorm Sfeer
4
Installaties Elektromagnetische straling met een golflengte tussen de 380 nm en de 780 nm
5
Het kunnen zien van licht
Installaties Het kunnen zien van licht
6
Installaties Lichtstroom Φ
7
Lichtopbrengst of rendement
Installaties Lichtopbrengst of rendement Dat is de opbrengst van de lamp bij het toegevoerde vermogen. Eenheid Lumen/Watt [lm/W] De maximale lichtopbrengst is 683 lm/W bij monochroom licht met een golflengte van 555nm. In de praktijk varieert de waarde tussen de 12 en 150 lm/W.
8
lichtrendementen van enkele lichtbronnen
Installaties lichtrendementen van enkele lichtbronnen Soort lamp Lichtrendement Gloeilamp 20 W lm/W Gloeilamp 60 W lm/W Halogeenlamp lm/W Spaarlamp 18 W lm/W Fluoriscentielamp TL36W/ lm/W Direct zonlicht lm/W Diffuus zonlicht lm/W
9
Installaties Lichtsterkte I
10
Installaties Ruimtehoek ω
11
Installaties De weg ρ = reflectiefactor α = absorptiefactor
waarin: ρ = reflectiefactor α = absorptiefactor τ = doorlatingsfactor
12
Verlichtingssterkte E
Installaties Verlichtingssterkte E
13
Installaties Rekenvoorbeeld gegeven:
een lichtbron straalt in alle richtingen evenveel licht uit en geeft een verlichtingssterkte van 350 lux op een A4 blad (21*29 cm2). De lichtbron bevindt zich 1,45 m boven het A4 blad. Gevraagd: de lichtstroom van de lichtbron?
14
Installaties Antwoord
De lichtstroom die op het blad valt kan als volgt berekend worden: Φ = A*E => 0,21*0,29*350 = 21,9 lumen De ruimtehoek die het A4 papier inneemt ten opzichte van de lichtbron is: ω=A/R2 =>(0,21*0,29)/1,45^2= 0,029 sr De lichtsterkte is nu: I = Φ/ω => 21,3/0,029= 735 cd Omdat het een bol is die in alle richtingen een even grote lichtsterkte heeft, geldt voor de lichtstroom van de bol het volgende: I=Φ/4π => Φ=735*4 π => 9236 lumen
15
Luminantie (helderheid) L
Installaties Luminantie (helderheid) L
16
Installaties Schijnbaar oppervlak
17
verbanden van basisbegrippen licht & mens en licht
Installaties verbanden van basisbegrippen licht & mens en licht
18
Lichtstroom Φ in relatie tot lichtsterkte I
Installaties Lichtstroom Φ in relatie tot lichtsterkte I Lichtsterkte = de lichtstroom gedeeld door de ruimtehoek Is de lichtsterkte in alle richtingen gelijk dan is de ruimtehoek 4 π
19
Installaties Rekenvoorbeeld Gegeven:
In een ruimte hangt een gloeilamp met een lichtstroom van 2000 lumen die wordt omgeven door een opalen bol met een doorlatingsfactor van 0,9. Gevraagd: de lichtsterkte van de bol?
20
Installaties Antwoord
Hiertoe vermenigvuldigen we de uitgezonden lichtstroom Φ van de lichtbron met de transmissiecoefficient τ van de bol en delen dit getal door 4π. Dus 2000*0,9/4π= 143 cd. Let er wel op dat dit alleen geldt voor een lichtbron waarvan de lichtstroom in alle richtingen even groot is.
21
De lichtsterkte I in relatie tot de verlichtingssterkte E
Installaties De lichtsterkte I in relatie tot de verlichtingssterkte E
22
De relatie tussen de lichtstroom Φ en de luminantie van de bron L
Installaties De relatie tussen de lichtstroom Φ en de luminantie van de bron L Voor diffuus stralende en/of reflecterende vlakken geldt: Waarin: Φ lichtstroom [lm] L luminantie van vlak of lichtbron [cd/m2] A oppervlak [m2]
23
Verlichtingssterkte E in relatie tot de luminantie L
Installaties Verlichtingssterkte E in relatie tot de luminantie L De luminantie is de verlichtingssterkte in het punt maal de reflectiefactor gedeeld door π L= luminantie [cd/m2] E= verlichtingssterkte in een punt van het oppervlak [lux] ρ = reflectiefactor van het vlak [-]
24
Installaties Rekenvoorbeeld gegeven:
De luminantie van een vloer is op een plaats 24 cd/m2. Een stuk papier wordt op dezelfde plaats op de vloer gelegd. De luminantie van het papier is 52 cd/m2. De reflectiefactor van dit stuk papier is bekend n.l. ρ=0,85. Gevraagd: de reflectiefactor van de vloer?
25
Installaties Antwoord L=(E*ρ)/π. E is in beide gevallen even groot.
Dus Lvloer / Lpapier = ρvloer / ρpapier Ρvloer = 24 / 52 * 0,85 = 0,39
26
Installaties Samenvatting
27
Installaties
28
Installaties Mens en licht
Licht maakt het mogelijk dat wij kunnen zien
29
Installaties Oog gevoeligheid
Het vermogensspectrum wordt gecorrigeerde voor de ooggevoeligheid en vervolgens houden we het lichtspectrum over.
30
Installaties Adaptatie
Het oog kan grote helderheden waarnemen maar is maar beperkt instaat om snel te adapteren. 1:10 fractie van seconde Donker naar stralende zon 10 tot 12 minuten Van fel licht naar donker circa 60 minuten
31
Installaties Contrast
Het waarnemen van contrast neemt toe bij toename van de luminantie
32
Installaties Verblinding
Directe verblinding door het kijken naar de lichtbron Indirecte verblinding door de spiegeling van een lichtbron (lamp in beeldscherm).
33
Minder duidelijk aspecten
Installaties Minder duidelijk aspecten Oogbewegingen Door wisseling van de omgeving worden dingen waargenomen Kleur De kleur geeft aanvullende informatie zoals toestand of sfeer. Tevens is lichtkleuren mengen additieve menging. Gezichtsscherpte Scherpte bepaald behoefte aan luminantie en lichtsterkte.
34
Ontwerpen met licht & daglicht
Installaties Ontwerpen met licht & daglicht Ontwerpen met licht Bouwkundige middelen Berekenen hoeveelheid daglicht
35
Installaties Ontwerpen met licht Dagsituatie (gebruik daglicht)
Nachtsituatie (gebruik kunstlicht) Effect gebruik daglicht op interne warmte
36
Installaties Bouwkundige middelen Raamgrootte Oriëntatie raam
Soort glas Positie en vorm van ramen Raamafscherming Luifels Reflecties en obstructies buiten Afmetingen van de ruimte Kleurgebruik en afwerking van de ruimte
37
Installaties Oriëntatie raam Oriëntatie geeft met name kleur licht
(noord blauw licht) Oriëntatie behorende bij dagtaak (slaapkamer op oosten) Warmtestraling vaak meer van belang dan licht
38
Installaties Soort glas Licht doorlatendheid LTA
Regelbare beglazing; helderheidswering 1:3:10
39
Installaties Raam positie en vorm Lage, brede ramen
Standaardraam verschillende posities Smalle hoge ramen
40
Daglicht bepaalt de perceptie
Installaties Daglicht bepaalt de perceptie
41
Installaties Raamafscherming Helderheidswering en warmtewering
Bij onvoldoende helderheidswering alleen contouren zichtbaar Oplossingen: Luifels Lamelen Screens
42
Reflecties en obstructies buiten
Installaties Reflecties en obstructies buiten Verblinding door reflecties Gebruik reflecties voor verlichting dieper in de steeg of gebouw
43
Afmetingen van de ruimte
Installaties Afmetingen van de ruimte De afmetingen van de ruimte bepalen ook de verlichtingssterkte E en de luminanties L in de ruimte. Vuistregel diepte ruimte nooit meer dan 2,5 keer hoogte van het raam.
44
Kleurgebruik en afwerking
Installaties Kleurgebruik en afwerking Afwerking bepaald de reflectiefactor van de ruimte Hieronder het verschil van links 0,7 en rechts 0,1 aan reflectiefactor voor de omhulling
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.