De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’

Verwante presentaties


Presentatie over: "Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’"— Transcript van de presentatie:

1 Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’
Klik om verder te gaan

2 Hoe gebruik je deze uitleg?
Je kunt in deze presentatie ‘bladeren’ door de pijltjestoetsen te gebruiken. Vooruit ga je met de pijltjestoets  (of ). Werk alle sheets en voorbeelden rustig door. Als je iets niet meteen snapt kun je terug gaan naar een vorige uitleg met de pijltjestoets  (of ). Klik om verder te gaan.

3 Boxenstelsel Boxenstelsel:
De inkomstenbelasting die in Nederland betaald moet worden, wordt (sinds 2001) geheven via het boxenstelsel. Alle inkomsten worden verdeeld over drie boxen en vervolgens afzonderlijk belast. Box 1: Inkomen uit werk en woning Box 2: Inkomen uit aanmerkelijk belang Box 3: Inkomen uit sparen en beleggen

4 Boxenstelsel

5 Box 1 Inkomsten uit werk en woning
Inkomsten uit huidige arbeid én vroegere arbeid. Bijv.: loon, pensioen, uitkeringen, winst (uit eigen zaak). 2) Inkomsten uit woning: = Eigenwoningforfait; iedereen met een eigen woning moet een bedrag bij zijn inkomen optellen. Dit is een percentage van de waarde van de woning (voor woningen > € is dit 0,8% van de waarde. Verrekenbare verliezen: Reiskosten openbaar vervoer, betaalde hypotheekrente, kinderopvang, lijfrentepremies, persoonsgebonden aftrek (bijv.: alimentatie, ziektekosten).

6 Box 1 Inkomsten uit werk en woning
De heffing in box 1: De heffing in box 1 is een progressieve heffing over Inkomsten – Verrekenbare verliezen Progressieve heffing: naar mate het inkomen stijgt moet er procentueel meer belasting worden betaald.

7 Schijventarief van Box 1

8 Schijventarief van Box 1

9 Schijventarief van Box 1

10 Schijventarief van Box 1

11 Schijventarief van Box 1

12 Voorbeeld 1 (Box 1) Dhr. A. is 45 jaar en een succesvol advocaat met een bruto loon van € per jaar. Hij is gehuwd en heeft twee kinderen van 12 en 14 jaar. Zijn vrouw werkt niet. Dhr. A. geeft in verband met zijn beroep regelmatig een lezing waarvoor hij een honorarium ontvangt dat in totaal, in het afgelopen jaar, € bedroeg. Hij heeft een eigen woning met een waarde van Euro. Om bij zijn werk te komen neemt dhr. A. de trein wat hem per jaar € kost. Aan hypotheekrente heeft hij het afgelopen jaar € betaald. Gevraagd: Bereken (schematisch) de te betalen belasting in box 1

13 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten Verrekenbare verliezen
–––––––––––––––––––––––––––– - Belastbaar inkomen

14 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: ––––––– +

15 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € ––––––– +

16 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € ––––––– +

17 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +

18 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  €

19 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  € Verrekenbare verliezen:

20 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  € Verrekenbare verliezen: Hypotheekrente €

21 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  € Verrekenbare verliezen: Hypotheekrente € Reiskosten openbaar vervoer €

22 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  € Verrekenbare verliezen: Hypotheekrente € Reiskosten openbaar vervoer €  € ––––––– -

23 Voorbeeld 1 (Box 1) Inkomsten: Loon € 90.000
Honorarium lezingen € Eigenwoningforfait (0,8% x ) € ––––––– +  € Verrekenbare verliezen: Hypotheekrente € Reiskosten openbaar vervoer €  € ––––––– - Belastbaar inkomen €

24 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen €

25 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%)

26 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over €

27 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%)

28 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over €

29 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over € 3e schijf € (42%)

30 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over € 3e schijf € (42%) € 4e schijf € (52%)

31 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over € 3e schijf € (42%) € 4e schijf € (52%) €

32 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over € 3e schijf € (42%) € 4e schijf € (52%) € ––––––– + Belasting

33 Voorbeeld 1 (Box 1) Belastbaar inkomen € 91.000
1e schijf € (32,35%) € ––––––– - over € 2e schijf € (37,85%) € over € 3e schijf € (42%) € 4e schijf € (52%) € ––––––– + Belasting (Box 1) €  

34 Boxenstelsel 40.545

35 Box 2 Aanmerkelijk belang
Er is sprake van een aanmerkelijk belang indien men ten minste 5% van de aandelen van een BV of NV bezit. Inkomsten: Winstuitkering (dividend) op de aandelen van de BV of NV waarin men een aanmerkelijk belang heeft. Verrekenbare verliezen: Financieringskosten van de aandelen, bankkosten i.v.m. het aandelenpakket, e.d.  De heffing in box 2: 25% (uniform tarief) over Inkomsten – Verrekenbare verliezen

36 Voorbeeld 2 (Box 2) Dhr. A heeft bovendien in het advocatenkantoor Moscofiets BV, waar hij werk 10% van de aandelen in handen. Hij ontvangt € dividend. Hij heeft geen verrekenbare verliezen. Gevraagd: Bereken de te betalen belasting in box 2.

37 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten Verrekenbare verliezen
–––––––––––––––––––––– - Belastbaar inkomen

38 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten € 3.000 Verrekenbare verliezen
–––––––––––––––––––––– - ––––––– - Belastbaar inkomen

39 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten € 3.000 Verrekenbare verliezen € 0
–––––––––––––––––––––– - ––––––– - Belastbaar inkomen

40 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten € 3.000 Verrekenbare verliezen € 0
–––––––––––––––––––––– - ––––––– - Belastbaar inkomen € 3.000

41 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten € 3.000 Verrekenbare verliezen € 0
–––––––––––––––––––––– - ––––––– - Belastbaar inkomen € 3.000 Belasting (Box 2): 0,25 x € =

42 Voorbeeld 2 (Box 2) Inkomsten € 3.000 Verrekenbare verliezen € 0
–––––––––––––––––––––– - ––––––– - Belastbaar inkomen € 3.000 Belasting (Box 2): 0,25 x € = € 750

43 Boxenstelsel 40.545 750

44 Box 3 Inkomen uit sparen en beleggen
Inkomsten: = 4% van het belastbaar vermogen (= Fictief rendement). NB: niet het daadwerkelijk behaalde rendement wordt belast, maar er wordt een vast rendement van 4% verondersteld. Vermogen wat in box 3 valt is bijvoorbeeld: spaargeld, een tweede woning, aandelen (niet aanmerkelijk belang), obligaties enz.. Heffingvrije vermogen: Een deel (€ ) van het belastbaar vermogen is vrijgesteld. Fiscale partners samen € Bovendien is € per minderjarig kind extra vrijgesteld. De heffing in box 3: De heffing in box 3 is een uniform tarief van 30% (= vermogensrendementsheffing); het rendement van 4% over het belegde vermogen wordt met 30% belast. D.w.z. dat men 30% van 4% = 1,2% belasting betaalt over het belegde vermogen.

45 Voorbeeld 3 (Box 3) Dhr. A heeft € spaargeld. Een vakantiehuisje in Zeeland van € en nog een pakket aandelen Philips voor € Gevraagd: Bereken de te betalen belasting in box 3.

46 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen Heffingsvrije vermogen
–––––––––––––––––––––– - Belastbaar vermogen

47 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000 Heffingsvrije vermogen
––––––––––– - Belastbaar vermogen

48 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) ––––––––––– - Belastbaar vermogen

49 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen

50 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen = €

51 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen = € Fictief rendement: 0,04 x €

52 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen = € Fictief rendement: 0,04 x € = € 4.554

53 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen = € Fictief rendement: 0,04 x € = € 4.554 Belasting (Box 3): 0,3 x € =

54 Voorbeeld 3 (Box 3) Belegd vermogen = € 155.000
Heffingsvrije vermogen ( x 2.422) = € ––––––––––– - Belastbaar vermogen = € Fictief rendement: 0,04 x € = € 4.554 Belasting (Box 3): 0,3 x € = € 1.366

55 Boxenstelsel 40.545 750 1.366

56 Voorbeeld 4 (Box 1 t/m 3) Uit de gegevens in voorbeeld 1 t/m 3 is het volgende samengevat: Dhr. A heeft een baan, hij is gehuwd, is 45 jaar en heeft kinderen in de leeftijd van 12 en 14 jaar. Hij heeft inkomsten die deels in box 1, deels in box 2 en deels in box 3 vallen. Gevraagd: Bereken de te betalen belasting (= de totale belasting van box 1 t/m 3, verminderd met de heffingskortingen).

57 Voorbeeld 4 Belasting box 1 Belasting box 2 Belasting box 3 ––––––– +

58 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 Belasting box 3
––––––– +

59 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +

60 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +

61 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  €

62 Boxenstelsel 40.545 750 1.366 42.661

63 Heffingskortingen

64 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  € Heffingskortingen:

65 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  € Heffingskortingen: Algemene heffingskorting €

66 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  € Heffingskortingen: Algemene heffingskorting € Arbeidskorting €

67 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  € Heffingskortingen: Algemene heffingskorting € Arbeidskorting €  € ––––––– - Te betalen

68 Boxenstelsel 40.545 750 1.366 42.661 2.596

69 Voorbeeld 4 Belasting box 1 € 40.545 Belasting box 2 € 750
––––––– +  € Heffingskortingen: Algemene heffingskorting € Arbeidskorting €  € ––––––– - Te betalen inkomstenbelasting €

70 Boxenstelsel 40.545 750 1.366 42.661 2.596 40.065

71 Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’
EINDE


Download ppt "Nederlandse belastingstelsel ‘Boxenstelstel’"

Verwante presentaties


Ads door Google