Afrika Topografie Par 1: Nigeria Introductie Vraag 1 t/m 8 Par 2: Aids

Presentatie over: "Afrika Topografie Par 1: Nigeria Introductie Vraag 1 t/m 8 Par 2: Aids"— Transcript van de presentatie:

1 Afrika Topografie Par 1: Nigeria Introductie Vraag 1 t/m 8 Par 2: Aids
Begrippenlijst Par 3: Hulp

2 4x Rijk Afrika 4x Arm Afrika
Opdr 1

3 Afrika Positieve kenmerken Negatieve kenmerken Opdr 2

4 Opdr 3

5 Opdr 4

6 Opdr 5

7 Opdr 6

8 Terug naar START van ‘Afrika’
Opdr 7+8 Terug naar START van ‘Afrika’

9 Nigeria Samenvatting blz 8 Opdracht 1 t/m 6 Opdracht 8 t/m 18
Dia’s met uitleg Nigeria

10 Samenvatting van Nigeria; arm en toch rijk Positief in Nigeria: …
Verwaarlozing van landbouw en industrie ►Zelfverzorgend = ze verbouwen producten voor eigen consumptie. ●…. ●…. ●….. Trek naar de steden ►…. ●. Corruptie

11 Nigeria Opdr 1 I-Vul de topografie in. 1 2 3 4 5 a b c d A B C D
II Vul de breedteligging in op de kaart. III De afstand I  II = km De afstand III  IV = km IV Het oppervlak van Nigeria is keer zo groot als Nederland. Nigeria Opdr 1

12 Legenda Nigeria Opdr 2

13 Nigeria Opdr 3+4

14 Terug naar START van ‘Afrika’ Terug naar START van ‘Nigeria’
Opdr 5+6 Terug naar START van ‘Afrika’ Terug naar START van ‘Nigeria’

15 Antwoorden opdr 8 en 9 Voeg illustratie(s) toe
Samenvatting BB 163 ►… ●…. ■ ► ● ● Samenvatting BB 160 ►… ●…. ● ■ ■ ■ Nigeria Antwoorden opdr 8 en 9 Voeg illustratie(s) toe Opdr 8+9

16 Voeg illustratie(s) toe
Samenvatting BB 162 ►… Samenvatting BB 170 ►… ●…. ● Nigeria Antwoorden opdr 10 en 11 Voeg illustratie(s) toe Opdr 10+11

17 Antwoorden opdr 12 en 13 Voeg illustratie(s) toe
Samenvatting BB 172 ►… ● ■ ■ Samenvatting BB 174 ►… ●…. ■ ● Nigeria Antwoorden opdr 12 en 13 Voeg illustratie(s) toe Opdr 12+13

18 Hieronder staat een groepje van drie woorden
Hieronder staat een groepje van drie woorden. a-Geef van ieder groepje aan welk woord er niet bij past. b-Schrijf erachter waarom dat woord er niet bij past. Bidonville Ontwikkelingsland Hoog BNP/inw Een land met een hoog BNP/inw is rijk, en geen ontwikkelingsland met bidonvilles / krottenwijken Voeg hier een illustratie toe Maak op dezelfde manier nog 4 dia’s. Zie de vraag in je boek Opdr 141

19 Antwoorden opdr 12 en 13 Voeg illustratie(s) toe

20 Terug naar START van ‘Afrika’ Terug naar START van ‘Nigeria’
Samenvatting Terug naar START van ‘Afrika’ Terug naar START van ‘Nigeria’

21 Afrika: Topo nakijken en leren

22 Topografie Afrika Nakijken en oefenen
1-Marokko 2-Algerije 3-Tunesië 4-Libië 5-Egypte 6-Sudan 7-Tsjaad 8-Niger 9-Mali 10-Senegal 11-Ivoorkust 12-Ghana 13-Nigeria 14-Dem. Rep. Kongo 15-Rwanda 16-Angola 17-Namibië 18-Zuid-Afrika 19-Botswana 20-Zimbabwe 21-Mozambique 22-Tanzania 23-Uganda 24-Kenia 25-Somalië 26-Ethiopië 27-Eritrea 2 3 1 5 4 27 9 8 10 7 25 6 13 26 11 15 12 14 24 16 22 20 19 21 17 18

23 Topografie leren ! 1-’Stampen’ Rijtjes van ongeveer 5 landen stuk voor stuk aanwijzen en hardop de naam noemen. Gebruik hiervoor een kaart met namen of met cijfers. (Klik daar voor in de kaart) 2-Blind oefenen en controleren. Ga terug naar DEZE DIA’s. Wijs –op volgorde- eerst het land aan. Als je klikt zie je of je het goed hebt. Veel fouten? Dan eerst weer leren. 3-Alles doorelkaar oefenen? Klik HIER voor een site met oefeningen. Ga door tot je alles goed doet ! ‘Topo´ vergeet je snel. Herhaal !

24 Maak een ‘denkmoment’! Geef niet direct het antwoord. Dan kan je jezelf overhoren ! Begrippenlijst Zelfverzorgend = Een boer die producten verbouwd voor eigen consumptie. Bruto Binnenlands Product = optelsom van alle inkomens in een land in 1 jaar. BBP = Export = Infrastructuur =

25 Arm en toch rijk Rijk en toch arm
Nigeria Arm en toch rijk Rijk en toch arm Wat ging er mis ?

26 Nigeria is een van de 40 laagst ontwikkelde landen.
Toch is Nigeria rijk in de zin van een gunstig klimaat en veel aardolie! Waarom ging het dan toch mis?

27 In Nigeria zie je verwaarlozing van landbouw .
Toch werkt de helft van de bevolking in de landbouw. Maar veel boeren zijn zelfverzorgend. Dit is het verbouwen van produkten voor eigen consumptie.

28 Het kleine beetje dat overblijft, wordt op de markt verkocht
Het kleine beetje dat overblijft, wordt op de markt verkocht. De landbouw levert dus niet veel op voor de Nigeriaanse economie.

29 Industrie Nigeria is rijk aan delfstoffen maar door een verkeerd beleid van de overheid lukt het niet zo goed om een goede industrie op te zetten.

30 Aardolie is veel belangrijker voor de economie van Nigeria
Aardolie is veel belangrijker voor de economie van Nigeria. Alleen het geld wat men daarmee verdient, wordt niet gebruikt voor landbouw hervormingen of andere investeringen! Een groot deel van de winsten vloeit af naar de buitenlandse oliemaatschappij (SHELL) De voedselproduktie blijft daardoor laag.

31 Er is te weinig geïnvesteerd in verbetering van de infrastructuur
Er is te weinig geïnvesteerd in verbetering van de infrastructuur. Infrastructuur = alle voorzieningen die nodig zijn om personen, goederen of informatie te vervoeren.Bv. Autowegen, spoorwegen, bruggen, vliegvelden, glasvezelkabels. Sociale infrastructuur = Alle diensten die een bedrijf nodig heeft om goed te produceren. Bv. Goed opgeleide werknemers, opleidingsmogelijkheden, banken en verzekerings maatschappijen.

32 Door lage productie in de landbouw en industrie moest Nigeria veel voedsel en luxe goederen invoeren. Ook was er veel geld nodig om salarissen te betalen van ambtenaren en militairen.

33 Nigeria: Waarom ging het mis?
Verwaarlozing landbouw en industrie Zelfverzorgende landbouw Oliegeld niet naar landbouw of ontwikkeling nationale economie. Gebrekkige infrastructuur Lage productie, daarom invoer voedsel en luxe artikelen nodig, Veel geld verdwijnt door corruptie/ salarissen leger en ambtenaren Voeg een afbeelding in van de geografische kenmerken van je land. Terug naar START van ‘Afrika’ Terug naar START van ‘Nigeria’

34 paragraaf 2: Kennen en kunnen
Dia 35 Tekst: Aids in Afrika Dia 36. Maak een mooie ‘openingsdia’ voor de paragraaf over ‘Aids in Afrika’ Laat ruimte voor de blokjes van de inhoudsopgave. Opdrachten 1 t/m 4 Opdrachten 5 t/m 9 Opdrachten 10 t/m 12

35 Paragraaf 2: Wat moet je na afloop kennen en kunnen?
Zie blz 15 van je TB. Maak er vragen van……… Laat de verschillende vragen 1 voor 1 in beeld komen. Terug naar start par 2: Aids.

36 Terug naar start par 2: Aids.
Maak 1 of meer dia’s waarop de volgende tekst op indringende wijze wordt gepresenteerd. Zie ook blz 16 in de bundel Gebruik hierbij zelf gekozen illustraties en animaties. (effecten in de dia’s) Wat is aids? Aids is een ernstige ziekte die niet te genezen is. Hiv is het virus dat aids kan veroorzaken. Het wordt daarom ook wel het aidsvirus genoemd. Sinds de ontdekking van dit virus in 1981 zijn wereldwijd miljoenen mensen gestorven aan aids. Hiv is een seksueel overdraagbare aandoening en kan ook via bloed worden overgedragen. Hiv en aids zijn tot op heden niet te genezen. Wel bestaan er behandelingen met hiv-remmers. Oorzaken van de aids-epidemie in Afrika. Armoede Meer dan 96 procent van de mensen met hiv leeft in arme landen. Wie nauwelijks geld heeft, besteedt het aan eerste levensbehoeften in plaats van aan condooms. In Nederland hoeven de meeste mensen zulke keuzes niet te maken. Armoede maakt ook afhankelijk. Betaalde seks om geld te verdienen voor eten of school is in veel landen geen uitzondering. Als kinderen niet naar school kunnen uit geldgebrek, missen ze bovendien de kans op voorlichting over aids. Gebrek aan informatie De helft van alle nieuwe hiv-infecties treft jongeren (jonger dan 25 jaar). Wereldwijd is 23 procent van de mensen met hiv jonger dan 25 jaar. In Nederland leer je op school wat aids is en hoe je het kunt voorkomen. In veel andere landen ontbreekt voorlichting over veilig vrijen en hoe je voor jezelf op moet komen. Ook onder volwassenen is seks vaak onbespreekbaar. Door onwetendheid blijft het virus zich verspreiden. Gezondheidszorg Eén van de voorwaarden om aids aan te pakken is een goede gezondheidszorg. In arme landen heeft aids de kwakkelende gezondheidszorg nog verder aangetast. Zelfs als er gratis medicijnen te krijgen zouden zijn: wie schrijft ze dan voor? Waar zijn de artsen, verpleegkundigen, apothekers en voorlichters? Niet in Afrika. Prostitutie en drugsgebruik Door armoede komen veel vrouwen in de prostitutie terecht of gebruiken mensen drugs om te ontsnappen aan de dagelijkse realiteit. Vrouwen die in de prostitutie raken, zijn afhankelijk van mannen om geld te verdienen. Het lukt ze niet altijd om veilige seks te eisen. Hierdoor kan het hiv-virus zich verspreiden. Aids heeft grote demografische gevolgen  Laat de volgende getallen even op je inwerken: Op dit moment leven er 33 miljoen mensen met hiv. Ruim tweederde van alle geïnfecteerden woont in het deel van Afrika ten zuiden van de Sahara. Van alle vrouwen met hiv woont ruim driekwart in zuidelijk Afrika. De helft van alle nieuwe hiv-infecties wereldwijd vindt plaats onder jongeren. Er sterven per jaar 2 miljoen mensen aan de gevolgen van hiv/aids. Er zijn 15 miljoen aidswezen wereldwijd. Wereldwijd is hiv/aids de grootste bedreiging voor jongeren. In Zuid-Afrika is zelfs één op de vier jongeren geïnfecteerd. De meeste van hen worden niet ouder dan 35 jaar. Terug naar start par 2: Aids.

37 Terug naar start par 2: Aids.
Opdrachten 1 t/m 4 Terug naar start par 2: Aids.

38 Terug naar start par 2: Aids.
Opdrachten 5 t/m 9 Terug naar start par 2: Aids.

39 Terug naar start par 2: Aids.
Opdrachten 10 t/m 12 Terug naar start par 2: Aids.

40 Terug naar start par 2: Aids.
Samenvatting BB 95 ►Demografie = ● Samenvatting BB 97 ► ● ● ■ Terug naar start par 2: Aids.

41 Terug naar start par 2: Aids.
Samenvatting BB 98 ► Voeg een figuur van een bevolkingsgrafiek toe. Samenvatting BB 100 ► ● ● ■ Voeg een leeftijdsgrafiek toe. Terug naar start par 2: Aids.

42 Terug naar start par 2: Aids.
Samenvatting BB 101 ► ● Voeg leeftijdsgrafieken toe. Samenvatting BB 102 ► ● ■ ■ Terug naar start par 2: Aids.

43 Terug naar START van ‘Afrika’
Samenvatting BB 169 ► ● ■ ■ ■ Maak de begrippenlijst bij par 2 in de volgende dia Terug naar start par 2: Aids. Terug naar START van ‘Afrika’

44 Begrippenlijst paragraaf 2: Aids (zie ook de lijst in het lesoverzicht)
Demografie De wetenschap die de bevolkingsaantallen bestudeert . Maak een ‘denkmoment’! Geef niet direct het antwoord. Dan kan je jezelf overhoren !

45 Paragraaf 3: hulp voor Afrika

46 Lees bladzijde 27 in de bundel
a-Waarom geven we noodhulp aan Afrika? b-Wat is het belangrijkste nadeel van het geven van noodhulp? Noteer hier het antwoord

47 Lees bladzijde 28 in de bundel.
Plaats de vetgedrukte teksten uit het artikel over Dorcas in de juiste kolom. Noodhulp Structurele hulp

48 Het bovenste filmpje gaat over hulp.
Klik in de pijl voor de volgende dia Klik op de camera voor de film Het bovenste filmpje gaat over hulp.

49 Bestudeer / maal de samenvatting BB 182: Ontwikkelingssamenwerking ►
● ■

50 -wat wordt er met het geld gedaan? Noodhulp ►
Bestudeer / maak de samenvatting tekstboek blz 16: Hulp voor Afrika -Welke hulp wordt er gegeven? -Wie geven er hulp? -wat wordt er met het geld gedaan? Noodhulp ► Structurele hulp ► ●

51 Opdrachten 1 en 2.(TB blz 16) Neem de vragen over op de dia en noteer de antwoorden er bij.

52 Opdrachten 3 Neem de vraag over op de dia en noteer de antwoorden er bij.

53 Opdracht 4.(TB blz 16) Neem de vraag over op de dia en noteer de antwoorden er bij.

54 Opdracht 5.(TB blz 16) Neem de vragen over op de dia en noteer de antwoorden er bij.

55 Opdracht 6 en 7.(TB blz 17) Neem de vragen over op de dia en noteer de antwoorden er bij.

56 Zet de gele antwoorden achter het juiste voorbeeld.
Opdracht 8.(TB blz 17) Zet de gele antwoorden achter het juiste voorbeeld. Het kwijtschelden van een lening van Nederland aan Siërra Leone I-Noodhulp – regeringen-multilaterale hulp De UNHCR zet een vluchtelingenkamp op voor verdreven burgers uit Syrië II-duurzame hulp – regeringen-bilaterale hulp De hulporganisatie NOVIB stuurt kleding en tenten naar overstromingsgebieden in Bangladesh III-duurzame hulp – regeringen-bilaterale hulp De EU geeft financiële steun aan een irrigatieproject in Ghana IV-Noodhulp – particulieren-bilaterale hulp

57 Begrippenlijst paragraaf 3: Hulp (zie ook de lijst in het lesoverzicht)
Maak een ‘denkmoment’! Geef niet direct het antwoord. Dan kan je jezelf overhoren !