Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdMyriam Veenstra Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Functie en bouw van de luchtwegen
Respiratie 2 Functie en bouw van de luchtwegen FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
2
Het uitwisselingsproces van O2 en CO2 tussen de cellen en de bloedbaan vindt eerder plaats via osmose dan via diffusie (N) osmose diffusie bloedvat interstitium cellen O2 CO2 FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
3
Een uitingsvorm van het gebruik van de hulpademhalingsspieren is neusvleugelen. (J)
`Neusvleugelen` of `neusvleugelademen` is een symptoom waarbij de neusvleugels opvallend gespreid worden tijdens de inademing in een poging meer zuurstof in de longen te krijgen. Neusvleugelen komt voor bij longontsteking, met name bij jonge kinderen FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
4
Astma bronchiale Typische zittende houding kortademige patiënt
FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
5
Ventilatie De hoeveelheid lucht die we in - en uitademen hangt af van de behoefte aan O2 en de te verwijderen hoeveelheid CO2 In rust ademfrequentie (f) = keer per minuut FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
6
Ventilatie Ademvolume = ademteug = ademdiepte = Tidal volume = VT = 500 ml. Ademminuutvolume = AMV = 16 x 500 ml = 8 liter FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
7
Ventilatie: ademvolume
Vt = 500 ml IRV = 2500 ml ERV = 1500 ml RV = 1500 ml TC = 6000 ml VC = 4500 ml FRC = 3000 ml FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
8
Ventilatie: ademvolume
Vt = teugvolume of ademteugvolume IRV = inspiratoir reserve volume ERV = expiratoir reserve volume RV = residu volume TC = totale capaciteit (IRV+Vt+ERV+RV) VC = vitale capaciteit (IRV+Vt+ERV) FRC = functioneel residuale capaciteit (ERV+RV) bij inspanning FRC lager, TC = 6000 IRV = 2500 ml VC = 4500 Vt = 500 ml ERV = 1500 ml FRC = 3000 RV = 1500 ml FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
9
Longvolumina Totale longvolume bij vrouwen 30% lager
X-thorax expiratoir en inspiratoir Totale longvolume bij vrouwen 30% lager FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivusFHV 2007/anatomie_fysiologie_doc_II1/N.van Roosmalen, M.Berenbroek, H.van Riel
10
Ventilatie De ademteug van 500 ml bestaat uit een ineffectief volume 150 ml en een effectief volume 350 ml. FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
11
Ventilatie Dode ruimte
deel van de ventilatie dat niet aan de gasuitwisseling deelneemt ± 150 cc, hiervoor genoemd het ineffectief deel. Neusholten, trachea, mond en keelholten, bronchi dus inhoud van de luchtwegen FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
12
Ventilatie Bij iedere inademing vermengt 500 ml VT -150 ml dode ruimte = 350 ml met 3 l FRC (in rust 12%) FRC heeft een bufferwerking Dus 350 cc inademingslucht mengt zich met de 3 liter FRC Mengt NIET met de IRV want die doet niet mee met de ventilatie in rust FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
13
Ventilatie Anatomische dode ruimte Fysiologische dode ruimte
toevoerende luchtwegen Fysiologische dode ruimte groepen longblaasjes waar nauwelijks perfusie is Pathofysiologische dode ruimte Longfibrose, verbindweefseling van longblaasjes, verdikking diffusiemembraan Longemfyseem, vermindering diffusieoppervlak FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
14
Ventilatie Met compliance wordt bedoeld de soepelheid waarmee het longweefsel de uitzetting van de thorax volgt hoge compliance: er kan meer lucht aangezogen worden Bij stijgen leeftijd afname longcompliance FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
15
Stoornis in de ademhaling Ventilatie 1
De luchtweerstand is afhankelijk van de diameter van de luchtwegen Verhoging luchtweerstand, dus bemoeilijkte aanvoer van lucht Slijmophoping bij bronchitis Bij zwelling slijmvlies van de luchtwegen vernauwing luchtwegen b.v. bronchitis, astma FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
16
Stoornis in de ademhaling Ventilatie 2
Vernauwing van de luchtwegen door bijvoorbeeld slijmvlieszwelling Normaal Verkrampt slijmvlies zwelling van het slijmvlies FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
17
Stoornis in de ademhaling Ventilatie 3
Bronchiaalspasmen bij astma bronchiale Tumor in de bronchiaalboom, bij bronchuscarcinoom Bij vernauwing van de luchtwegen b.v. fibrose (bronchiale en interalveolaire verbindweefseling) Bij dichtklappen van alveoli (longblaasjes) bij b.v. klaplong Bij obstructie van de luchtwegen door b.v. corpus aliënum (etensbrok) FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus 17
18
Diffusie = gasuitwisseling
FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
19
Stoornis in de ademhaling Diffusie
Water in de longblaasjes Tekort aan SURFACTANTS = mengsel van fosfolipiden en eiwit. Is een stof die een oppervlaktespanning verlagende werking heeft. Surfactants voorkomt dichtklappen alveoli en zorgt voor verdeling watermoleculen alveolusoppervlakte FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
20
Stoornis in de ademhaling Perfusie
Perfusie (bloeddoorstroming) Zorgt voor afvoer van zuurstof moet dus met de ventilatie matchen Occlusie (afsluiting) longslagadertje b.v. longembolie (prop = stolsel, vetbolletje{vetembolie}, ziektekiemen) Vernauwing longslagadertjes b.v arterio sclerose (slagaderverkalking) Laag hemoglobine gehalte FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
21
Gasuitwisseling Een belangrijke voorwaarde voor diffusie en transport via het bloed is de oplosbaarheid van gas (O2 en CO2 ) in water De hoeveelheid in het plasma opgeloste O2 bepaalt de pO2 De hoeveelheid in het plasma opgeloste CO2 bepaalt de pCO2 Bloed bevat dan ook een speciale O2 transporteur in de vorm van hemoglobine in de erytrocyten FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
22
Gasuitwisseling Zuurstof transport
Gebonden aan het hemoglobine 4-O2 Binding gaat makkelijker naarmate verzadiging toeneemt, of nadat de eerste gebonden gaat het sneller. Binding = sO2 (saturatie) (>97 % normaal) Klein deel O2 lost vrij op in plasma Alleen opgeloste O2 kan door de cel worden opgenomen en geeft de spanning (pO2) FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
23
Gasuitwisseling Zuurstof transport
Zuurstofcapaciteit = de maximale hoeveelheid O2 die het Hb kan opnemen 5 l bloed neemt 50 x 20 = 1000 ml O2 op 250 ml O2 nodig voor de stofwisseling FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
24
Gasuitwisseling Zuurstof transport
Het totale zuurstofgehalte van het bloed is afhankelijk van: de hoeveelheid Hb (oftewel de hoeveelheid erytrocyten) het % van het Hb dat met zuurstof is verzadigd, de zuurstofsaturatie = sO2 = %HbO2 de opgeloste hoeveelheid O2 FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
25
Gasuitwisseling Zuurstof transport
In de weefsels vindt dit proces in omgekeerde volgorde plaats Door verbranding van O2 en glucose in de weefsels zal aldaar het pO2 dalen en het pCO2 stijgen Indien lagere p O2 geeft hemoglobine de gebonden O2 af aan bloed dus de opgeloste O2 blijft gelijk FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
26
Gasuitwisseling Zuurstof transport
Hierdoor diffusie van O2 naar weefsel Capillaire pO2 daalt en O2 moleculen laten los van Hb Op de plaats van O2 moleculen bindt zich een deel van de CO2 en H+ aan Hb FHV2009 / Cxx / Anatomie & Fysiologie - Respiratie en digestivus
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.