Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdJeroen Jansen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
HOOFDSTUK 10: HET CIRCULATIE-APPARAAT
1. ANAMNESE 2. LICHAMELIJK ONDERZOEK 2.1. HET ARTERIEEL SYSTEEM 2.2. HET CAPILLAIR SYSTEEM 2.3. HET VENEUZE SYSTEEM 2.4. HET HART
2
2.4 HET HART HARTACTIE TRILLINGEN VAN Hz Hz : ZICHTBAAR INSPECTIE EN/ OF VOELBAAR PALPATIE > 30 Hz: HOORBAAR AUSCULTATIE
3
A. INSPECTIE ICTUS CORDIS = HARTPUNTSTOOT KRACHT IS AFHANKELIJK VAN: . GROOTTE VAN HET HART . SLAGVOLUME . DIKTE VAN DE THORAXWAND EN WEEFSELS DEMPING BIJ . OBESITAS . HYDROTHORAX . LIGGING VAN HET DIER
5
A. INSPECTIE ICTUS CORDIS = HARTPUNTSTOOT ICTUS LINKS IETS KRACHTIGER DAN RECHTS VOORAL LETTEN OP ASYMMETRIEEN !!! Vb: RECHTS DUIDELIJKE ICTUS EN LINKS NIET B. PALPATIE - MET BEIDE HANDEN, ACHTER HET DIER STAANDE ICTUS TE VOELEN THV - FREMITUS = ZINDERING = ALTIJD PATHOLOGISCH
6
A. INSPECTIE B. PALPATIE C. AUSCULTATIE - BESPREKING EKG’S: . RITMESTOORNISSEN . GELEIDINGSSTOORNISSEN - HARTTONEN - BIJGERUISEN
7
DEPOLARISATIE PACEMAKERCEL
POTENTIAAL DEPOLARISATIE PACEMAKERCEL SA-KNOOP LATENTE TIJD
8
SA-KNOOP AV-KNOOP HIS-BUNDEL R P T q
9
NR 1 SINUSARITMIESINUSARITMIE
10
EKG NR 1: SINUSARITMIE - HARTFREQUENTIE MEESTAL < 120/MIN - VOOR IEDERE P-GOLF EEN QRS-COMPLEX EN VOOR IEDER QRS-COMPLEX EEN P-GOLF - ONREGELMATIG RR-INTERVAL - DIKWIJLS IN FASE MET RESPIRATIE RESPIRATOIRE SINUSARITMIE - NORMALE CONFIGURATIE QRS-COMPLEX
11
REGELMATIG SINUSRITME
NR 2 REGELMATIG SINUSRITME
12
EKG NR 2: REGELMATIG SINUSRITME
- HARTFREQUENTIE MEESTAL > 120/MIN - VOOR IEDERE P-GOLF EEN QRS-COMPLEX EN VOOR IEDER QRS-COMPLEX EEN P-GOLF - REGELMATIG RR-INTERVAL - NORMALE CONFIGURATIE QRS-COMPLEX REGELMATIG SINUSRITME KAT
13
SUPRAVENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN
EKG NR 4 SUPRAVENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN EKTOPISCHE GANGMAKER P T P T
14
EKG NR 4: SUPRAVENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN
- VROEGTIJDIG QRS-COMPLEX - P-GOLF ABNORMAAL OF VERBORGEN IN VOORGAANDE T-GOLF - NORMALE QRS-CONFIGURATIE - PAUZE NA EXTRASYSTOLE - INDIEN 3 OF MEER EXTRASYSTOLEN OP EEN RIJ SUPRAVENTRICULAIRE TACHYCARDIE
15
VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN
EKG NR 5 VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN EKTOPISCHE GANGMAKER T P P T P T
16
EKG NR 5: VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN
- VROEGTIJDIG QRS-COMPLEX - GEEN P-GOLF OF P-GOLF NIET IN RELATIE MET QRS-COMPLEX - ABNORMALE CONFIGURATIE QRS-COMPLEX: . ABNORMALE DUUR . ABNORMALE AMPLITUDE I VM NORMALE COMPLEXEN - PAUZE NA EXTRASYSTOLE
17
ABNORMALE COMPLEXEN: DUUR EN AMPLITUDE VERSCHILLEND VAN NORMALE COMPLEXEN
18
EKG NR 3 (KAT) VENTRICULAIRE TACHYCARDIE EKTOPISCHE GANGMAKER
19
EKG NR 3: VENTRICULAIRE TACHYCARDIE
- 3 OF MEER VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLEN OP EEN RIJ - HOGE HARTFREQUENTIE ( KORT RR-INTERVAL) - ABNORMALE CONFIGURATIE QRS-COMPLEXEN - GEEN RELATIE TUSSEN P-GOLVEN EN QRS - PAROXYSMAAL OF PERSISTEREND
20
EKG NR 6 ATRIUMFIBRILLATIE
21
EKG NR 6: ATRIUMFIBRILLATIE
- MEESTAL HOGE HARTFREQUENTIE - ONREGELMATIGE RR-INTERVALLEN (ONREGELMATIGE ONREGELMATIGHEID) - GEEN P-GOLVEN, MAAR f-GOLVEN - NORMALE QRS-CONFIGURATIE ( MEESTAL) - AUSCULTATIE: HART LIJKT OP HOL GESLAGEN AF SINUSARITMIE AF
22
EKG 7-1 R R R R’ P P P T T T SINO-ATRIALE BLOCK RR’ 2 RR >
23
EKG 7-1: SINO-ATRIALE BLOCK
- PAUZES NA EEN NORMAAL P-QRS-T COMPLEX > 2 RR - NIET VERWARREN MET PAUZES NA EEN EXTRASYSTOLE: . SINO-ATRIALE BLOCK GAAT MEESTAL GEPAARD MET LAGE HARTFREQUENTIE EXTRASYST. . SOMS TOCH EKG NODIG OM TE DIFFERENTIËREN
24
NA VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLE
PAUZE NA VENTRICULAIRE EXTRASYSTOLE SINO-ATRIALE BLOCK
25
EKG 7-2 AV-BLOCK 1° P-Q INTERVAL T P Q > 0.14 SECONDEN
26
EKG 7-2: AV-BLOCK 1° - PQ-INTERVAL > 0.14 SECONDEN - NIET VAST TE STELLEN MET AUSCULTATIE
27
AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE I
EKG 7-3 AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE I P P P’ P P’ P P T T T T
28
EKG 7-3: AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE I
- MEER P-GOLVEN DAN QRS-T COMPLEXEN - EXTRA P-GOLVEN OP ONVOORSPELBARE TIJDSTIPPEN (AD RANDOM) - AUSCULTATIE: . TRAGE ONREGELMATIGE HARTSLAG . SOMS 4DE HARTTOON HOORBAAR - EKG NODIG OM TE DIFFERENTIEREN VAN UITGESPROKEN SINUSARITMIE
29
EKG 7-4 AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE II T P’ P P’ P’ P’ P P’ P’
30
EKG 7-4: AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE II
- MEER P-GOLVEN DAN QRS-T COMPLEXEN - EXTRA P-GOLVEN OP VOORSPELBARE TIJDSTIPPEN : AANTAL P-GOLVEN AANTAL QRS-COMPLEXEN vb: 3/ /1 4/1 = CONSTANT
31
EKG 7-4: AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE II
- AUSCULTATIE: . ZEER TRAGE REGELMATIGE HARTSLAG . SOMS 4DE HARTTOON HOORBAAR (CONTRACTIE ATRIA) - EKG NODIG OM TE DIFFERENTIEREN VAN AV-BLOCK 3°
32
EKG 7-5 AV-BLOCK 3° P’ P’ P’ P’ P’ P’ P’ P’ T T T QRS
33
EKG 7-5: AV-BLOCK 3° - MEER P-GOLVEN DAN QRS-COMPLEXEN - GEEN VERBAND TUSSEN P-GOLVEN EN QRS-COMPLEXEN - ATRIALE GANGMAKING WAARGENOMEN DOOR SINO-ATRIALE KNOOP P’ - VENTRICULAIRE GANGMAKING WORDT WAARGENOMEN DOOR EEN LATENTE VENTRICULAIRE GANGMAKER BIZARRE QRS- COMPLEXEN
34
EKG 7-5: AV-BLOCK 3° - AUSCULTATIE: . ZEER TRAGE HARTFREQUENTIE: 40-50/MIN . MEESTAL ZEER REGELMATIG . SOMS CONTRACTIE VAN DE ATRIA NA IEDERE P’-GOLF TE HOREN = 4de HARTTOON
35
AV-BLOCK 3°: AUSCULTATIE
td td td Br-tp td’s niet altijd te horen
36
AUSCULTATIE HART I. WAT AUSCULTEREN ? 1. DE FREQUENTIE: HOND: /min (dwergras tot 180/min) KAT: /min < NORMAAL : BRADYCARDIE > NORMAAL : TACHYCARDIE 2. HET RITME
37
AUSCULTATIE HART 2. HET RITME NORMAAL: - SINUSARITMIE (RESPIRATOIR) .VNL BIJ LAGE FREQUENTIE ( <120/min) . ZIE EKG nr 1 - REGELMATIG SINUSRITME . VNL BIJ HOGE FREQUENTIE (>120/min) . ZIE EKG nr 2
38
AUSCULTATIE HART 2. HET RITME ABNORMAAL: - ZEER REGELMATIG RITME BIJ LAGE FREQUENTIE = ZEER STERK VERDACHT VAN AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE II OF AV-BLOCK 3° MOBITZ TYPE II: ZIE EKG nr 7-4 AV-BLOCK 3°: ZIE EKG nr 7-5
39
AV-BLOCK 2° MOBITZ TYPE II
EKG NR 7-4 AV-BLOCK 3° EKG NR 7-5
40
AUSCULTATIE HART 2. HET RITME ABNORMAAL: - ONREGELMATIG BIJ HOGE FREQUENTIE: DAN IN DE EERSTE PLAATS DENKEN AAN: . ATRIUMFIBRILLATIE . EXTRASYSTOLEN
41
EKG FONO-CARDIOGRAM 2 1
42
AUSCULTATIE HART I. WAT AUSCULTEREN ? 1. DE FREQUENTIE 2. HET RITME 3. DE HARTTONEN - NORMAAL: 2 HARTTONEN SOMS VERSMELTING TOT BIJ TACHYCARDIE - ABNORMAAL: > 2 HARTTONEN DIKWIJLS GALOPGELUID
43
AUSCULTATIE HART I. WAT AUSCULTEREN ? 1. DE FREQUENTIE 2. HET RITME 3. DE HARTTONEN 4. BIJGERUISEN
45
AUSCULTATIE HART 4. BIJGERUISEN - SYSTOLISCHE: (TIJDENS) EN NA 1STE HARTTOON EN SOMS OVERSCHADUWEN 2DE HARTTOON - DIASTOLISCHE: (TIJDENS) EN NA 2DE HARTTOON - CONTINUE: STOPPEN NOOIT
47
OORZAKEN VAN BIJGERUISEN
SYSTOLISCHE DIASTOLISCHE MITRALISINSUFF MITRALISSTENOSE TRICUSPIDALIS TRICUSPIDALIS INSUFFICIENTIE STENOSE AORTASTENOSE AORTA-INSUFF. PULMONALISSTENOSE PULMONALIS INSUFFICIENTIE
48
OORZAKEN VAN BIJGERUISEN PERSISTERENDE DUCTUS ARTERIOSUS BOTALLI
SYSTOLISCHE DIASTOLISCHE VENTRIKEL SEPTUM DEFECT ANEMIE FYSIOLOGISCHE CONTINU BIJGERUIS PERSISTERENDE DUCTUS ARTERIOSUS BOTALLI
49
OORZAKEN VAN BIJGERUISEN
SYSTOLISCHE DIASTOLISCHE MITRALISINSUFF MITRALISSTENOSE TRICUSPIDALIS TRICUSPIDALIS INSUFFICIENTIE STENOSE AORTASTENOSE AORTA-INSUFF. PULMONALISSTENOSE PULMONALIS INSUFFICIENTIE
50
1.1 VERSCHIJNSELEN VAN HET RESPIRATIE- APPARAAT
BIJGELUIDEN B. STRIDOR REYNOLDSGETAL = REYNOLDSGETAL > TURBULENTIES TRILLINGEN STRIDOR dichtheid x radius x snelheid viscositeit
51
OORZAKEN VAN BIJGERUISEN PERSISTERENDE DUCTUS ARTERIOSUS BOTALLI
SYSTOLISCHE DIASTOLISCHE VENTRIKEL SEPTUM DEFECT ANEMIE viscositeit neemt af FYSIOLOGISCHE snelheid neemt toe CONTINU BIJGERUIS PERSISTERENDE DUCTUS ARTERIOSUS BOTALLI
52
AUSCULTATIE HART I. WAT AUSCULTEREN ? 1. DE FREQUENTIE 2. HET RITME 3. DE HARTTONEN 4. BIJGERUISEN II. HOE EN WAAR AUSCULTEREN ?
53
AUSCULTATIE HART II. HOE EN WAAR AUSCULTEREN ? - RUSTIGE OMGEVING - STETOSCOOP - DE 4 KLEPGEBIEDEN BELUISTEREN PUNCTUM MAXIMUM BEPALEN NB: PUNCTUM MAXIMUM = PLAATS WAAR EEN BIJGERUIS HET BEST KAN GEHOORD WORDEN
54
A P M
55
T
56
PERSISTERENDE DUCTUS ARTERIOSUS
THV MITRALISKLEP THV AORTAKLEP THV PULMONALISKLEP
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.