Paragraaf 2.3 Geloven en weten..

Presentatie over: "Paragraaf 2.3 Geloven en weten.."— Transcript van de presentatie:

1 Paragraaf 2.3 Geloven en weten.

2 Griekse eenheid Ook al waren het allemaal losse stadstaatjes, was er wel een eenheid. Ze hadden allemaal dezelfde cultuur, Dezelfde taal, hetzelfde schrift. Wie dit niet had: vreemdelingen werden barbaren genoemd.

3 Griekse beschaving: (cultuur)
Veel legendes ( sprookjes) en sagen (heldenverhalen) werden verteld. Bv Odysseus die de reus Polyphemos aanvalt. Vaak verhalen over goden en mensen.

4 Olympische goden Alle Grieken veroveren dezelfde goden.
Verhalen over goden; mythen. Alle goden woonden als 1 familie op de berg Olympus. Ze zien eruit als mensen, en gedragen zich zo ook: ruzie, oorlog, enz. Ze bemoeiden zich graag met de mensen en hadden relaties met ze!

5 Goden: 3 broers: Zeus: oppergod, regelde hemel en aarde.
Poseidon: god van de zeeën. Hades: god van het dodenrijk. Helios: god van de dageraad. (opkomen zon)

6 Kinderen van Zeus Apollo: god van de muziek en kunst
Athene: godin van de wijsheid Aphrodite: godin van de liefde.

7 Advies van een god Om de goden te bedanken werden offers gebracht: bloemen, dieren of een tempel bouwen. Ze bouwden ook een orakel. Hier kan je advies van een god krijgen. Beroemdste: orakel van Delphi.

8 Orakel van Delphi Advies vragen aan Apollo.
Hij gaf antwoord via de mond van een vrouw. Een priester legde uit wat er werd gezegd. Het orakel is dus het doorgeefluik van de god. Duizenden mensen kwamen elk jaar naar Delphi voor advies. Maar klopt het advies wel?

9 Advies aan een koning Koning Croesus vroeg of hij een oorlog tegen Perzië moest beginnen. Antwoord van het Orakel: “Een groot rijk zal verwoest worden”. De koning viel dus aan, maar het bleek dat zijn eigen rijk verwoest werd. Een advies kan dus meerdere betekenissen hebben.

10 Liefhebber van de wijsheid
Vanaf 6e eeuw vc. Gingen mensen geloven dat niet alles door goden werd gedaan. Ze willen zelf zaken kunnen verklaren. Hoe komt de zon op? Hoe zit het heelal in elkaar? Ze zoeken antwoorden. Dit is wetenschap, logisch nadenken!

11 Filosofie Mensen gaan over de natuur nadenken.
Bv Aristarchus: misschien staat de zon wel stil en draait de aarde er omheen? Iemand die zo nadenkt, is een filosoof. Nadenken over wetenschap, wijsheid en waarheid noemen we filosofie.

12 Onderzoekers Mensen dachten ook na over genezing:
Je kan een offer brengen aan de god Asklepios, god van de genezing. Op plaatjes staat hij altijd met een stok met een slang er omheen. Zo werd deze slang het symbool voor genezing: esculaap genoemd.

13 Ziektes Maar de arts Hippocrates geloofde niet dat ziektes door goden werden veroorzaakt. Hij vond dat een arts zijn patiënt goed moet onderzoeken om te ontdekken wat de oorzaak is. Hij begon een school om dit aan andere artsen te leren.

14 Wetenschappers Herodotus: deed onderzoek naar geschiedenis
Pythagoras: wiskunde Archimedes: wiskunde.

15 Denken en kijken Socrates: “ik weet dat ik niets weet”
Beroemde uitspraak! Zoeken naar waarheid is niet makkelijk. Hij bedacht steeds nieuwe vragen. Plato dacht ook na over het zoeken van kennis. Je ogen kunnen je voor de gek houden, dus goed nadenken is altijd belangrijk! Aristoteles: je moet juist goed kijken!

16 Einde

17