Download de presentatie
GepubliceerdKrista Meyer Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Het veneus lijden Frank Van Thielen ZNA – Jan palfijn
‘I have got the blues’ Het veneus lijden Frank Van Thielen ZNA – Jan palfijn
2
Oppervlakkig venensysteem Varices
Voorkomen Symptomatologie Onderzoek en diagnostiek Preventie Behandelingsmodaliteiten Nazorg
3
Varices : Voorkomen Banaal maar frekwent voorkomend
> 2 % van budget gezondheidszorg Belangrijke juridische implicaties : In U.K. meest frekwente oorzaak van medische klachten
4
Varices : symptomen Onverwikkeld : Verwikkeld : esthetische bezwaren
zware, vermoeide benen spanningsgevoel, krampen Paresthesieën Jeuk oedemen (cave DVI) Verwikkeld : Eczeem opp. Flebitis trofische stoornissen vd huid ulcus cruris variceuze bloeding
5
Varices : onderzoek en diagnose
Veneus ulcus Klinisch onderzoek : inspectie, palpatie, en percussie laten vaak bron van reflux reeds vermoeden palpatie van VSP met licht gebogen, ontspannen knie!! Letten op indicaties van begeleidende DVI Echo-duplex : bijna altijd aangewezen voor objectivering - zeker vooraleer een heelkundige indicatie te stellen - toch vaak onverwachte bevindingen bv. dijperforante bv. toch saphenareflux hoewel weinig of geen varices - tegelijk evaluatie van diep veneus systeem (secundaire varices!)
6
Reflux VSM
7
perforans
8
Varices : preventie Zwangerschap : steunkousen Ccl 1 of eerste 3 maand evtl. AD, nadien zwangerschapspanty Gewichtscontrole (ook in zwangerschap) Lichaamsbeweging Steunkous voor staande/zittend werk Beperken hormonale therapie (voordelen/nadelen) Hitteblootstelling beperken
9
Varices : behandeling Conservatieve maatregelen!!! Altijd eerste voorstel meeste patiënten willen meer maar horen er altijd bij steunkousen, bewegen, hoogstand, gewichtscontrole,… flebotropica vaak symptomatische verbetering
10
Varices : behandeling Zonder saphenareflux : - sclerotherapie voordelen : snel, ambulant, geen w.o. neveneffecten : thrombus, flebitis, pigmentatie actie : locale gel, kous, aspiratie, depigmenterende creme - venectasieën sclerotherapie, thermocoagulatie, laser wondermiddel bestaat niet wisselend resultaat
11
Varices : behandeling Met saphenareflux : - klassieke heelkunde - endoveneuze ablatie - laser - VNUS - foam sclerotherapie
12
Varices : klassieke heelkunde
Crossectomie VSM – VSP met stripping Convolutectomie Ligatuur van perforante Endoscopische ligatuur van perforanten
13
Varices : klassieke heelkunde
Voordelen - ambulant - vertrouwde techniek met gekende resultaten (en beperkingen) - zelden complicaties Nadelen - narcose of locoregionaal - werkverzuim - hematoom - recidieven (o.a. vorming van neo-cross)
14
Varices : klassieke heelkunde
Nazorg : - paracetamol, bewegen, veneuze hygiëne, steunkousen 2 – 6 weken NSAID pas op tweede lijn - woncontrole - geruststelling over hematomen en voelbare “flebitis”trajecten heparinoïde gel - geen LMGH - na 4 – 6 weken : aanvullende sclerotherapie indien nodig
15
Varices : endovasculaire R/
EVLT of EVLA principe : koken van het bloed veroorzaakt occlusie van saphena door thromboflebitis, vanaf de saphenacross (lies, knie) tot waar de saphena sufficiënt wordt techniek toepasbaarheid - saphena < 12 mm - niet te oppervlakkig - niet te tortueus
16
Varices : endovasculaire R/
EVLT (vervolg) voordelen : geen liesincisie eventueel loc. an geen hematoom hypothetisch voordeel : geen neo-crossvorming echter wel repermeabilisaties lange termijn? nadelen : wel echte VSM-thromboflebitis LMGH meestal wel NSAID meestal wel pigmentatierisico
17
Varices : endovasculaire R/
2. VNUS Radiofrekwentie ablatie van de saphena principe : occluderen vd saphena door inwerking op de venenwand techniek toepasbaarheid - saphena < 12 mm - niet te oppervlakkig - niet te tortueus
18
Varices : endovasculaire R/ VNUS vervolg
voordelen : geen liesincisie eventueel loc. an geen hematoom hypothetisch voordeel : geen neo-crossvorming weinig repermeabilisaties lange termijn? nadelen : NSAID meestal wel pigmentatierisico prijs
19
Varices : foam sclerotherapie
Indicatie : ook insufficiënte saphena ook crossrecidieven Techniek : aanprikken vaatbed onder echogeleide inbrengen angiocath onder echocontrole injectie van scleroserend schuim tot dit echografisch de cross bereikt periode van inwerking dan mobilisatie, selectieve druk, steunverband
20
Varices : foam sclerotherapie
Voordelen - ambulant - locale verdoving - geen hematoom - herhaalbaar indien nodig Nadelen - wel flebitisreactie - risico op DVT (1 – 5 %) Nieuwe techniek ; lange termijn?
21
Oppervlakkige thromboflebitis behandeling
Beperkt : locale NSAID, steun, bewegen, veneuze hygiëne Indien veel pijn : + NSAID per os Indien grote massa thrombi : evtl. Evacuatie Indien thromboflebitis in saphena : behandeling als beperkte DVT (dus LMGH) Indien thrombus tot de cross : crossligatuur
22
Diepe veneuze trombose : DVT
Wat en waar Pathogenese Klinisch Differentiële diagnose Onderzoeken Preventie Behandeling Complicaties HIT, Nierinsufficiëntie, Zwangerschap
23
Veneuze thrombose : DVT : Wat en waar
95% van de DVT is thv de OL 80% asymptomatisch ( = meestal de DVT beperkt tot de kuit). Uitbreiding naar proximaal (pop->fem->iliacaal) geeft symptomen, 50% heeft LE (occult > symptomatisch) Primair iliacaal : links 3x > rechts (notenkraker)
24
Veneuze thrombose : DVT : Pathogenese triade van Virchow
Slide A33 Verworven verworven Hypercoagulabiliteit Stase erfelijk Venous thrombosis The principle of Virchow’s triad – that three properties play a fundamental role in the development of thrombosis – was proposed by Rudolf Virchow in the 1850s. The three components of Virchow’s triad are: • dynamics of blood flow: with inadequate blood flow (stasis), platelets and activated clotting factors – particularly thrombin – accumulate at the site of stasis • blood components: disturbances to the complex, multicomponent system that controls the coagulability of the blood – for example, protein C deficiency – can lead to a hypercoagulable state and increase the risk of thrombosis • vessel wall: the intact and healthy vascular endothelium has a range of antithrombotic properties, including local inhibition of thrombin, fibrinolytic activity and inhibition of platelet adhesion and aggregation. Disruption of the endothelium exposes the thrombogenic materials underlying the endothelium, triggering the accumulation of platelets and the coagulation cascade. Although many cases of venous thrombosis are linked to conditions associated with stasis – i.e. immobility, heart failure – the effects of stasis are often superimposed on a background of hypercoagulability. Hypercoagulable states can occur as a result of either inherited disorders or acquired conditions. Other factors are believed to increase the risk of VTE through damage to the vascular lining of the veins. Virchow R. In Gesammelte Abhandlugen zur Wissenschaftlichen Medizin, 1856; Frankfurt: Staatsdruckerei. Rosendaal FR. Lancet 1999; 353:1167–1173. endotheelschade verworven Virchow R. In Gesammelte Abhandlugen zur Wissenschaftlichen Medizin, 1856; Frankfurt: Staatsdruckerei. Rosendaal FR. Lancet 1999; 353:1167–1173.
25
1 . Hypercoagulopathie A) Verworven
Maligniteit Roken Anticonceptie Zwangerschap – kraambed Deshydratatie Erfelijk ATIII deficiëntie Prot. C of S deficiëntie APC resistentie (factor V Leiden mutatie) prothrombine gen mutatie hyperhomocysteïnemie …
26
Veneuze trombose : DVT : Pathogenese
2 : Stase Chirurgie (laag, matig, hoog risico) Trauma Immobilisatie (medische problematiek, gips, reizen) Obesitas DVI ...
27
Veneuze trombose : DVT : Pathogenese
3 : Intimaveranderingen Trauma Infectie Inflammatie Sekwellen van oude DVT …..
28
Veneuze trombose : DVT : Klinisch
Zwelling Pijn Verhoogde temperatuur Kleurverandering Homan’s teken Niet specifiek noch sensitief (bij hoog risicoprofiel er altijd aan denken)
29
Veneuze trombose : DVT : Differentiële diagnose
Bakercyste met ruptuur (door knieprobleem) Musculair (hematoom) lymfoedeem Oppervlakkige trombo-flebitis Diepe veneuze insufficiëntie
30
DVT : diagnose D-dimeren : zeer gevoelig ; zeer aspecifiek indien normaal : DVT zeer onwaarschijnlijk Veneus duplexonderzoek : 95% accuraat bij proximale DVT’s - Indien negatief en toch klinisch suspect : herhaling na één week - Bij blijvende twijfel : MR Venografie in uitzonderlijke indicaties
31
DVT : diagnose van de etiologie!!
Vooral indien “idiopathisch” (weinig risicofactoren) Maligniteit Thrombofilie (< 50jaar, familiale anamnese, recidief dvt)
32
Veneuze trombose : DVT : Preventie
PATIENT-GEBONDEN RISICO’S leeftijd > 40 jaar obesiteit orale contraceptie thrombofilie: deficit in proteine C, S, Antithrombine, ... Spataders / varices voorgeschiedenis van DVT en of LE ... SITUATIE-GEBONDEN RISICO’S stroke kanker exacerbatie COPD recent MI hartdecompensatie respiratoire aandoeningen immobilisatie (bedlegerig, gips) Inflammatoir darmlijden (Crohn,...) acute infectie griep,pneumonie,…) Type operatie Reis…
33
Veneuze thrombose : DVT : Preventie
LMWH Mobilisatie Compressiekousen of IPC (intermittente pneumatische compressie) Aspirine
34
DVT : Preventie LMGH : Hoelang na ingreep? - tot mobilisatie - hoog-risico ingrepen : tot 1 maand? LMGH : Dosis : - productspecifiek
35
Preventief gebruik van LMGH bij reizen
lange reis (vliegtuig, auto, autobus of trein) Hygiënische maatregelen voor alle passagiers flexie-extensie van de hielen voldoende hydratatie geen alcohol Steunkousen!! LMGH? Wie? Hoog risicopatiënten : antecedenten DVT Hoelang? 1 spuit, op de dag van vertrek (bij hoog-risicopatiënten : bv. antecedenten van DVT)
36
Veneuze trombose : DVT : Behandeling
Hospitalisatie of ambulant ? Meestal ambulant beoordeling klinische + sociale situatie Antistolling Compressie Veneuze hygiëne - mobilisatie
37
R/ DVT : Anticoagulatie
Start : LMGH - duur : minstens 5 dagen tot INR > 2 (door AVK) dosis : ~ volgens product ~ aanpassing aan gewicht ~ cave NI crea > 2 : dosisreductie ~ 1 x daags regime - opvolging : bloedplaatjes (HIT)
38
R/DVT : Anticoagulatie
Onderhoud : AVK - Mogen gestart worden op dag 1 indien geen CI (samen met LMGH) - Opvolging : INR 2 à 3 (2,5) INR > 4 = bloedingsrisico Soms toch LMGH in onderhoud : - zwangerschap - soms bij Ca : AVK-resistentie invloed op onco evolutie ?
39
R/DVT : Anticoagulatie : Duur van de behandeling
3 maand: 1e episode Distale DVT met tijdelijke risicofactor ≥ 6 maand: 1e episode Distale DVT met permanente risicofactor of idiopathisch 2e episode Distale DVT in ander been proximale DVT longembool ≥ 12 maand: levensbedreigende episode DVT + LE 1e episode bij kankerpatiënt → “tot genezing van de kanker” 2e episode DVT zelfde been of longembool Levenslang: vanaf 3e episode DVT Idiopathisch LE?
40
iliacofemorale DVT Altijd opname Verwijderen vd thrombus leidt tot
- sneller ontzwellen - betere levenskwaliteit - minder postthrombotisch syndroom = Vooral bij jonge mensen belangrijk Hoe? - thrombolyse (locoregionaal via catheter) - veneuze thrombectomie (indien CI voor lyse) Gevolgd door klassiek anticoagulatieregime
41
Veneuze trombose : DVT : Behandeling
Hospitalisatie of ambulant ? Meestal ambulant beoordeling klinische + sociale situatie Antistolling Compressie Veneuze hygiëne - mobilisatie
42
R/DVT Compressie Acute fase of zolang belangrijke zwelling : steunwindel 24/24 Nadien : medische steunkousen alleen overdag Ccl kuit, hoge dij, met heupstuk goede maatname minstens 1 jaar Na 1 jaar : duplex evaluatie van postthrombose sekwellen : obstructie, reflux
43
Veneuze trombose : DVT : Behandeling
Hospitalisatie of ambulant ? Meestal ambulant beoordeling klinische + sociale situatie Antistolling Compressie Veneuze hygiëne - mobilisatie
44
R/DVT : veneuze hygiëne
Lichaamsbeweging Hoogstand bij zitten/liggen Vermageren Stop hormoongebruik
45
Dank voor Uw aandacht Dank voor Uw aanwezigheid We nodigen U hartelijk uit voor de lunch
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.