Weefsels.

Presentatie over: "Weefsels."— Transcript van de presentatie:

1 Weefsels

2 Weefsel Een aantal met elkaar samenhangende gelijksoortige cellen vormen samen een weefsel. De cellen binnen een weefsel zijn niet allemaal identiek, maar ze werken samen bij het vervullen van bepaalde taken.

3 Soorten weefsel Dekweefsel Steunweefsel Spierweefsel Zenuwweefsel

4 Dekweefsel Epitheel wordt ingedeeld in twee hoofdgroepen:
bedekkend epitheel, dat de huid vormt en lichaamsholten bedekt klierepitheel, met als hoofdfunctie het afscheiden van allerlei stoffen.

5 Dekweefsel [epitheel]
Functie: Bescherming tegen: [mechanische] beschadiging binnendringen micro-organismen vochtverlies uitdroging

6 Steunweefsel Bindweefsel Kraakbeenweefsel Botweefsel Bloed

7 Bindweefsel Alle bindweefsels bestaan uit drie onderdelen:
Bindweefselcellen Vezels Tussenstof

8 Kraakbeenweefsel

9 Kraakbeenweefsel De tussenstof van kraakbeen is veel vaster dan dat van het bindweefsel, het is veerkrachtig en min of meer doorschijnend.

10 Hyalien kraakbeen

11 Elastisch kraakbeen 1 = schedel 2 = neusbeen 3 = neuskraakbeen

12 Vezelig kraakbeen Vezelig kraakbeen bestaat grotendeels uit collagene vezels en komt voor in de tussenwervelschijven, menisci en vormt de verbinding tussen de beide schaambeenderen. 1 = schaambeen symfyse 2 = bekken

13 Botweefsel Het botweefsel is een uitermate hard en stevig weefsel.

14 Naar de structuur onderscheiden we twee soorten bot:
Compact bot (Substantia compacta) vormt een aaneengesloten structuur zonder tussenliggende openingen of holten. Sponsachtig bot Substantia spongiosa heeft een veel opener structuur, met allerlei holten en wordt omgeven door een laag compact botweefsel.

15 Bloed Bloed wordt gerekend tot de steunweefsels omdat net zoals bij andere steunweefsels de tussenstof van hoofdzakelijk belang is. De tussenstof is vloeibaar [plasma], vezels ontbreken. Hierdoor kan er dus stroming ontstaan en kan er een transportfunctie vervuld worden.

16 Spierweefsel

17 Soorten spierweefsel

18 Dwarsgestreept spierweefsel

19 Gladspierweefsel Het gladde spierweefsel bestaat uit langgerekte, spoelvormige cellen met één kern en ze vertonen geen streping. Het wordt gestuurd door het onwillekeurige zenuwstelsel.

20 Zenuwweefsel

21 Zenuwweefsel Het zenuwweefsel bestaat uit twee soorten cellen.
De ene soort noemt men neuronen. Deze dienen voor het overbrengen prikkels. De tweede soort zijn steuncellen, (gliacellen) Ze dienen voor de voeding van de neuronen en zorgen voor de afvoer van afvalproducten.

22 zenuwweefsel