De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Toelichting van het onderzoek Els Consuegra Marian De Groof

Verwante presentaties


Presentatie over: "Toelichting van het onderzoek Els Consuegra Marian De Groof"— Transcript van de presentatie:

1 JONGENS TOCH… Schoolbeleving bij jongens en meisjes in het secundair onderwijs
Toelichting van het onderzoek Els Consuegra Marian De Groof Elke Govaerts Ellen Huyge Ankelien Kindekens Sofie Lietaert Wendelien Vantieghem Onderwijzen in het bed van Procrustes – Studiedag 13/12/2013 – Dr. Dimitri Van Maele

2 OVERZICHT Achtergrond van het project  Waarom?
Perspectieven binnen het project  Wat is onze focus? Methodologie van het project  Wat is onze aanpak? Tussentijdse resultaten van het project  Wat weten we al?

3 Achtergrond jongens vs. meisjes
Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar

4 Achtergrond jongens vs. meisjes
Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar

5 Achtergrond jongens vs. meisjes
Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar

6 Achtergrond jongens vs. meisjes
Bron: Voorpublicatie Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs - schooljaar

7 Onderwijs/Scholen  Leerlingen?
Achtergrond Secundair Onderwijs The Boys’ Problem? Onderwijs/Scholen  Leerlingen?

8 Onderzoeksperspectieven
(Gender-) identiteit van leerlingen Macho-attitudes en -cultuur Leerkracht-leerling relaties/interacties Leerlingenbetrokkenheid en -welbevinden Zelfregulerend leren

9 Onderzoeksmethodologie
Grootschalig onderzoeksluik: longitudinaal surveyonderzoek Scholen: 59 deelnemende vestigingen met eerste graad secundair onderwijs (provincies, urbaan vs. ruraal, officiële vs. vrije onderwijs) Leerlingen (start 1ste jaar):  6380 ingevulde enquêtes bij eerste meting Leerkrachten (1ste graad): 1247 ingevulde enquêtes bij eerste meting (responsgraad: 69,5%) Ouders: > 5000 ingevulde enquêtes

10 Onderzoeksmethodologie
Interventie-onderzoeken: Identiteit en identiteitsontwikkeling 3 interventiescholen en 3 controlescholen Coachingstraject, interviews met leerlingen en leerkrachten Klassikale leerkracht-leerling interacties Coachingstraject, lesopnames, video-gestimuleerde leerkrachtinterviews

11 Onderzoeksmethodologie
Interventie-onderzoeken: Betrokkenheid en welbevinden in relatie tot leerkrachtaanpak 5 interventiescholen en 3 controlescholen Coachingstraject, klasobservaties, leerlingvolgsysteem Zelfregulerend leren via artistieke werkvormen 3 interventiescholen (Brussel, Gent, Antwerpen) Sturingsgroepen en krijtlijnen voor implementatie artistiek-educatief project ter bevordering van motivatie/welbevinden/betrokkenheid

12 Onderzoeksfases Interventie 1 (fine tuning) Interventie 2 2
Jan. 2012 Juni 2015 Sept. 2012 Nov. 2012 April 2013 Juni 2013 Nov. 2013 April 2014 Juni 2014 Contactname scholen – opstellen vragenlijsten – voorbereiding interventieonderzoek Bevraging 1: leerlingen, ouders, leerkrachten en directie Bevraging 2: leerlingen en leerkrachten Interventie 2 Bevraging 3: leerlingen, leerkrachten en directie Bevraging 4: leerlingen, leerkrachten en directie Interventie 1 (fine tuning) 2

13 Onderzoeksbevindingen
Nederlands

14 Onderzoeksbevindingen
Wiskunde

15 Onderzoeksbevindingen Schoolverbondenheid
Schaal: 3 items; betrouwbaarheid (α=.84) Voorbeelditems: - Ik voel me gelukkig en veilig op deze school. - Over het algemeen voel ik me als een echt deel van deze school.

16 Onderzoeksbevindingen Schoolse zinloosheid
Schaal: 5 items; betrouwbaarheid (α=.76) Voorbeelditems: - Leerlingen zoals ik hebben geen geluk op school. - Hard werken op school heeft geen zin, een goede job is toch niet voor mensen zoals ik.

17 Onderzoeksbevindingen Schoolse doeltreffendheidsbeleving
Schaal: 8 items; betrouwbaarheid (α=.84) Voorbeelditems: - Hoe goed ben jij in studeren terwijl er andere interessante dingen te doen zijn? - Hoe goed ben jij in je huiswerk op tijd afwerken?

18 Onderzoeksbevindingen Intrinsieke studiemotivatie
Schaal: 8 items; betrouwbaarheid (α=.89) Voorbeelditems: - Ik ben gemotiveerd om te studeren omdat ik nieuwe dingen wil bijleren. - Ik ben gemotiveerd om te studeren omdat ik dit een belangrijk levensdoel vind.

19 Onderzoeksbevindingen Gelijke behandeling door leraren
Schaal: 6 items; betrouwbaarheid (α=.87) Voorbeelditems: - Ik krijg evenveel hulp van de leerkrachten als andere leerlingen. - Ik word hetzelfde behandeld als andere leerlingen in de klas.

20 Onderzoeksbevindingen Zelfregulerende vaardigheden
Schaal: 6 items; betrouwbaarheid (α=.74) Voorbeelditems: - Ik ondervraag mezelf zodat ik er zeker van ben dat ik de leerstof echt ken. - Voor ik begin met studeren, denk ik eerst na over wat ik allemaal moet doen.

21 Schoolse doeltreffendheidsbeleving
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol genderidentiteit? Gender typicaliteit Schoolse doeltreffendheidsbeleving Gender-atypische leerlingen (jongens en meisjes) scoren slechter qua schoolse doeltreffendheidsbeleving dan leerlingen die zichzelf als gendertypisch beschouwen Gendertypicaliteit speelt een rol in de perceptie van de eigen schoolse doeltreffendheid

22 Schoolse doeltreffendheidsbeleving
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol genderidentiteit? Schoolse doeltreffendheidsbeleving Model 1 Model 2 Geslacht (0 = jongen; 1 = meisje) 0.27*** 0.23*** Gender typicaliteit 0.16*** 0.10*** Geslacht*gender typicaliteit 0.07** 0.05* Welbevinden 0.35*** Adjusted R2 9,25 % 16,31% Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten; Controle voor: SES-achtergrond, Leeftijd, Stroom, Score toets begrijpend lezen, Score wiskundetoets; etnische minderheidspositie; *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Gendertypicaliteit: 6 items; betrouwbaarheid (α=.77) Voorbeelditem: Ik heb het gevoel te zijn zoals alle andere jongens/meisjes van mijn leeftijd. Welbevinden: 12 items; betrouwbaarheid (α=.81) Voorbeelditem: Ik voelde me de laatste 30 dagen nooit/zelden/soms/vaak/heel vaak vrolijk. Een lager welbevinden van gender-atypische leerlingen (jongens en meisjes) draagt bij tot een lagere schoolse doeltreffendheidsbeleving

23 Schoolse doeltreffendheidsbeleving Intrinsieke studiemotivatie
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol identiteitsstijl? Schoolse doeltreffendheidsbeleving Intrinsieke studiemotivatie Model 1 Model 2 Geslacht (0 = jongen; 1 = meisje) 0.17*** 0.16*** 0.09*** 0.08*** Informatieve identiteitsstijl 0.29*** 0.36*** Diffuse identiteitsstijl -0.08*** -0.09*** Adjusted R2 3,8%*** 12,4%*** 4,1%*** 17,5%*** Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten; Controle voor: SES-achtergrond, Etnische minderheidspositie, Leeftijd, Stroom, Score toets begrijpend lezen, Score wiskundetoets (VIF-factoren < 1.80); *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Informatieve identiteitsstijl: 12 items; betrouwbaarheid (α=.69) Voorbeelditem: Wanneer ik een grote beslissing moet nemen, wil ik er zoveel mogelijk over weten. Diffuse identiteitsstijl: 6 items; betrouwbaarheid (α=.64) Voorbeelditem: Ik probeer zo lang als ik kan niet na te denken over problemen. Een informatieve identiteitsstijl draagt bij tot een hogere mate van schoolse doeltreffendheidsbeleving en intrinsieke studiemotivatie (jongens en meisjes)

24 Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol traditionele genderrolvisie?
Schoolverbondenheid Traditionele genderrolvisie Invloeden lijken misschien sterk verschillend voor jongens en meisjes op deze figuur, maar analyse toont aan dat het een en dezelfde invloed (interactieterm sex*tgri is n.s.) Schaal: 15 items; betrouwbaarheid (α=.80) Voorbeelditems: - Het stoort me als een jongen zich gedraagt als een meisje. - Het is normaal dat meisjes meer aandacht besteden aan hun uiterlijk dan jongens. Traditioneel denkende leerlingen (jongens en meisjes) voelen zich minder verbonden met hun school dan meer progressief denkende leerlingen

25 Onderzoeksbevindingen
Voorspellende rol van genderrolvisie en -cultuur? Schoolverbondenheid Geslacht (0 = jongen; 1 = meisje) 0.08*** Traditionele genderrolvisie -0.07*** Traditionele genderrolcultuur -0.16** Verklaarde variantie individueel niveau Verklaarde variantie schoolniveau 2,5 %*** 61,4%*** Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficiënten o.b.v. multilevel-analyse.; Controle voor: SES-achtergrond, Etnische minderheidspositie, Schoolachterstand, Gendercompositie, SES-compositie, Etnische compositie, Onderwijsnet en Schooltype; *p ≤ 0.05; **p ≤ 0.01; ***p ≤ 0.001 Mijn model 1 is dus een model met 10 indicatoren: geslacht en dan alle controlevariabelen zoals opgelijst. Model 2 voegt visie en cultuur toe. Traditionele genderrolcultuur: individuele items geaggregeerd op schoolniveau (ICC-2: BMS-WMS/BMS=0.92) Naast individuele leerlingen, verschillen ook leerlingenpopulaties qua traditionele genderrolvisie  Genderrolcultuur verschilt van school tot school Een traditionele genderrolcultuur heeft een grotere negatieve invloed op de schoolverbondenheid van leerlingen dan de genderrolvisie van individuele leerlingen

26 Traditionele genderrolcultuur bij leerlingen
Onderzoeksbevindingen Waar vind je traditionele genderrolculturen? Traditionele genderrolcultuur bij leerlingen Proportie meisjes -0.58*** Socio-economische compositie -0.45*** Proportie leerlingen met etnische minderheidspositie 0.13 Adjusted R2 73,2%*** Er waren nog drie andere concentratiescholen die tevens jongensschool of lage ses-school waren. Een simpele ANOVA laat zien dat Gendercompositie Beta = -0,576*** SES compositie Beta = -0,453*** Etnische compositie Beta = 0,134 (n.s.) (verschil naargelang schooltype wordt volledig wegverklaard door deze variabelen) Omdat gender en ses een grotere rol blijken te spelen dan migrantenstatus heb ik ervoor gekozen deze scholen als jongensscholen en lage ses-scholen te presenteren, dit omdat ik geen twee kleuren kan zetten op dezelfde school. Als je het niet goed vindt, is er ook nog de volgende slide…  Leuk is dat je kan zien dat er een lage ses-school is die er in slaagt eerder progressief te zijn!!! Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficienten; VIF-factoren < 1.60 ; *p ≤ 0.05; **p ≤ 0.01; ***p ≤ 0.001 Compositievariabelen: berekend op basis van achtergrondkenmerken van deelnemende leerlingen 1ste jaar secundair onderwijs Hoe meer jongens, hoe groter de kans op een traditionele genderrolcultuur Hoe meer socio-economisch kansarme leerlingen, hoe groter de kans op een traditionele genderrolcultuur De aanwezigheid van leerlingen uit etnische minderheidsgroepen heeft geen invloed op de genderrolcultuur indien rekening gehouden wordt met geslachts- en socio-economische leerlingencompositie

27 Onderzoeksbevindingen Gender-blindheid van leerkrachten
2727 Onderzoeksbevindingen Gender-blindheid van leerkrachten ALGEMEEN Edward: 'Als je jongens bij elkaar zet, gaan ze praten. Als je meisjes bij elkaar zet, gaan ze precies hetzelfde doen.' SPECIFIEK Edward: “Jordan en Kenny praten hier weer over van alles en nog wat.” [...] “Kyle is iemand die graag rapt en met beatboxen bezig is en zo'n dingen. Hij maakt vaak geluiden in de les. Dan zeg ik: alsjeblieft stop ermee.” [...] “Ik weet niet of je het hier ziet wanneer Sean binnenkomt. (...) Hij krijgt er een opmerking over, je kan het niet zien op de opname, maar ik toon hem de rode kaart. Hij weet het ... wanneer hij binnenkwam maakte hij teveel lawaai.” Leerkrachten hebben meer negatieve interacties met jongens dan met meisjes Leerkrachten zijn zich weinig bewust van hun gedifferentieerde interactiepatronen met jongens en meisjes Confrontatie met lesopnames vergroot het bewustzijn bij leerkrachten van hun gendergedifferentieerd handelen

28 Gedragsmatige klasbetrokkenheid bij Nederlands (leerlingenperspectief)
Onderzoeksbevindingen Voorspellende rol leerkrachtaanpak Resultaten o.b.v. deelstudie binnen interventie-onderzoek naar betrokkenheid (N = 427) Gedragsmatige klasbetrokkenheid bij Nederlands (leerlingenperspectief) Geslacht (0 = jongen; 1 = meisje) 0.11*** Autonomie 0.40*** Autonomie*geslacht -0.16*** Adjusted R2 25,76%*** Presentatie van gestandaardiseerde regressie coëfficienten ; Controle voor SES-achtergrond, aangeboden structuur en affectieve ondersteuning in de leerkrachtaanpak; *p ≤ .05; **p ≤ .01; ***p ≤ .001 Gedragsmatige klasbetrokkenheid: 7 items; betrouwbaarheid (α=.88) Voorbeelditem: Ik aanvaard verantwoordelijkheid voor een taak die de leerkracht Nederlands me geeft Autonomieondersteuning: 6 items; betrouwbaarheid (α=.83) Voorbeelditem: Mijn leerkracht Nederlands luistert naar mijn ideeën. Meisjes rapporteren meer gedragsmatige betrokkenheid in het vak Nederlands dan jongens Leerkrachten Nederlands waarbij leerlingen autonomie percipiëren in de aanpak versterken de klasbetrokkenheid van jongens en meisjes Autonomie heeft een iets sterkere invloed op de klasbetrokkenheid voor het vak Nederlands bij jongens dan bij meisjes

29 Ter afronding Jongens en meisjes verschillen in schoolbeleving
Inter- én intrasekse variatie Aandacht voor (gender-)identiteit, macho-attitudes/cultuur, klassikale interacties en leerkrachtaanpak kunnen bijdragen tot reductie genderkloof Klaspraktijk en schoolbeleid Praktische toelichting bij de workshops


Download ppt "Toelichting van het onderzoek Els Consuegra Marian De Groof"

Verwante presentaties


Ads door Google