De toekomst van Nederland

Presentatie over: "De toekomst van Nederland"— Transcript van de presentatie:

1 De toekomst van Nederland
Hoofdstuk 2. De toekomst van Nederland

2 Planning Bespreken PW hst 1 Terugblik paragraaf 1 Uitleg paragraaf 2
Zelfstandig werken paragraaf: opdr 1 tm 11

3 Terugblik paragraaf 1 Perceptie en stereotypen
Natuurlijke en sociale bevolkingsgroei Afname vruchtbaarheidscijfer Hogere leeftijd vrouwen Anticonceptiemiddelen Invloed religie afgenomen (ontzuiling) Hoger opleidingsniveau Ontgroening Vergrijzing Demografische druk

4 BB 115: Demografische druk
Aantal 0 t/m 19 jaar + aantal 65+ Aantal 20 tot 65 jaar x100% Andere woorden (= zelfde) : 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑛𝑖𝑒𝑡−𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒 𝑎𝑎𝑛𝑡𝑎𝑙 𝑝𝑟𝑜𝑑𝑢𝑐𝑡𝑖𝑒𝑣𝑒 X 100% = demografische druk (hoe hoger de uitkomst hoe ‘slechter’) Groene of grijze druk kun je ook uitrekenen!

5 BB 111: demografische transitie
Demografische transitie: veranderingen in de bevolkingsgroei door geboorte en sterfte. (transitie=verschuiving). Zie figuur 7.6

6 BB 111: Demografisch transitiemodel
Tussen Fase 2 en 3: Babyboom nu Vergrijzing ???

7 §2. Help, vergrijzing! Stop de vergrijzing
(vanaf 18 jaar moet ben je verplicht om een verzekering te hebben, bovendien betaal je al voor je pensioen als je start met werken! Dus houd vanaf nu het nieuws goed in de gaten, tevens is het zo, dat de thema’s die nu aan bod komen, jullie eindexamen thema's zijn! Is het mogelijk de vergrijzing te stoppen? Door hoger geboortecijfer. Overheid kan kindvriendelijke maatregelen nemen Bijv: Extra subsidie voor een kind (Duitsland). (Massale) immigratie.

8 Vergrijzing, een probleem?
Er komen steeds meer ouderen. (2 problemen:) Daardoor torenhoge kosten (pensioenen en gezondheidszorg). En daardoor ook regionale verschillen Na 2038 is er sprake van demografische krimp. Dit is niet in elk gebied van Nederland met hetzelfde tempo. (Zie fig.9) In vergelijking met andere Europese landen valt de krimp mee (zie fig. 8).

9 Basisboek BB 112: bevolkingsdiagram (H) BB 150: stadvernieuwing
BB 151: Woningdichtheid en woningbezetting BB 156 :Getto’s (H)

10 BB150: Stadsvernieuwing Veel woonwijken zijn gebouwd vlak na de WO2 vanwege de Baby-boom generatie. Deze zijn snel gebouwd en daarom ook vaak van slechte kwaliteit (dit verbeterde pas in de jaren 70). Deze oude woonwijken worden daarom ook vaak verbeterd, dit heet stadsvernieuwing. Stadsvernieuwing kent 2 manieren: Sloop en nieuwbouw Renovatie (bestaande opknappen) Restauratie (bijzondere vorm van renovatie [originele staat herstellen])

11 BB 151: Woningdichtheid en woningbezetting
Bij stadsvernieuwing moet rekening worden gehouden met veranderende omstandigheden: Woningbezetting (tegenwoordig minder mensen in 1 huis). Woningdichtheid (aantal woningen per vierkante kilometer)

12 Voor nu: Maken §2 (1 t/m 11) = huiswerk!