Download de presentatie
GepubliceerdAlexander Gerritsen Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Aandrijfmechanica Hefbomen, Hamers, Pneumatische aandrijvingen, Elektrische aandrijvingen
2
Bekende hefboom F x s = c F1 x s1 = F2 x s2
En zelfs F1 x s1 = F2 x s2 = F3 x s3
3
Andere hefboom…
4
Evenwicht 2m x 10N = 1m x 20N = 20Nm Heet ook wel ‘koppel’ of ‘moment’
5
Double action Kracht x6 Afstand (of weg) /6 1 3 In totaal x6! 1 2 x3
6
Double action De rongeur is dubieus als double action instrument,
één deel is geheel vast
7
Hamer In onderdelen: Kop (aan de bovenkant hoort het gewicht van de kop te staan) Steel met handvat Pen (niet bij alle hamers) Baan (alle hamers) Dit is een Duitse bankhamer
8
Hamervermogen Het door een hamer overgebracht vermogen is gelijk aan het gewicht van de kop maal de ‘weg’ die hamer en instrument afleggen nadat de baan van de hamer het instrument heeft geraakt. Praktisch: hoe zwaarder de hamer, des te meer vermogen ik er mee kan opwekken.
9
Hamerenergie De door een hamer overgebrachte energie is gelijk aan het gewicht van de kop maal de ‘snelheid’ die hamer heeft op het moment dat de baan van de hamer het instrument heeft geraakt. Praktisch: hoe sneller de hamer, des te meer energie ik er mee kan overdragen.
10
Richting van de overdracht
Bij ‘plat op plat’ contact (komt nooit in het midden aan! Geeft richting mee aan de beitel…) Bij ‘plat op bol’ contact (puntcontact geeft geen richting mee aan de beitel) Je kunt nooit ‘plat op plat’ slaan… Waarom niet?
11
Soorten hamers op de OK Vlnr: Duitse bankhamer Hamer vlg Steinbach
Hamer vlg Doyen Hamer met verwisselbare kunststof banen (plaatwerkers hamer)
12
Pneumatische aandrijving
In onderdelen: Rotor Stator
13
Koppel (draaikracht) Is afhankelijk van de druk van de perslucht op de rotorbladen. (maar dit verandert doorlopend het is afhankelijk van de draaisnelheid en de hoek van de persluchtstroom ten opzichte van het rotorblad)
14
Vermogen en energie Vermogen = koppel x toerental (maal een constante)
Energie = koppel x toerental x weg (maal een constante)
15
Elektrische aandrijving
Rotor (anker) Stator (veld, poolschoenen)
16
Koppel (draaikracht) Afhankelijk van de stroom door het anker,
De diameter van het anker en Sterkte van de veldmagneet (dit zijn vaste gegevens en het koppel is constant bij starten en bij draaien. Als de accu leeg raakt, loopt er minder stroom door het anker en neemt het koppel af)
17
Vermogen en energie Vermogen = koppel x toerental (maal een constante)
Energie = koppel x toerental x weg (maal een constante) Gelijk aan de berekening van een tubine
18
Nikkel Metaalhydride NiMh (als afkorting) accu’s hebben een langere levensduur dan NiCad (nikkel cadmium) accu’s en daarmee heeft de snoer- en slangloze elektrische aandrijving het definitief gewonnen van de perslucht aandrijving. Zelfontlading Geheugen effect
19
Li-ion Nieuwste snufje… Hogere spanning per cel (3,8V ipv 1,25V)
Nauwelijks zelfontlading Geen geheugen effect
20
Bronnen: Module: Instrumentenleer en materialenkennis: hoofdstuk 4 paragraaf hoofdstuk 11 ‘Aandrijfmechanica’
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.