Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdFenna Boender Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
2
Campagne 2013 Armoede (op den) buiten De geur van vers gemaaid gras en pas geoogst koren. Genieten van mooie landschappen en vergezichten. Een toevluchtsoord van rust uit het drukke stadsleven. Gemoedelijkheid en persoonlijke contacten. Het platteland als een idyllische plaats. Onzichtbaar en verborgen in dit plaatje is de harde dagelijkse realiteit van een leven in armoede.
3
Campagne 2013 Armoede (op den) buiten • Armoede heeft een ander gezicht op het platteland: de armoedepercentages liggen er lager dan in de grote steden, maar sommige groepen - zoals ouderen, alleenstaande ouders … - lopen extra risico. • Ook is armoede op het platteland minder zichtbaar. – De uitgestrektheid zorgt voor een grotere verspreiding van de problematiek. – Veel mensen durven niet met hun problemen naar buiten komen uit schaamte. In een kleiner dorpsgemeenschap is er minder anonimiteit waardoor de stap naar formele hulpverlening niet snel gezet wordt. Armoede op het platteland is vaak vergeten…
4
Op ‘den buiten’ met sterke partners Met de campagne ‘Armoede (op den) buiten’ wil Welzijnszorg, samen met haar partners, deuren openen en de problematiek van plattelandsarmoede naar buiten brengen.
5
Armoede (op den) buiten Bepaalde problemen wegen extra zwaar door als je op ‘den buiten’ woont. Met onze campagne willen we de aandacht vestigen op 4 knelpunten. 1.Terugtredende diensten en voorzieningen 2.Mobiliteit 3.Lokaal armoedebeleid 4.Huisvesting
6
Waar is ‘den buiten’? Typologie van landelijk gebied Bron: Stedelijke en Plattelandsarmoede (2013). Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal Wetenschapsbeleid
7
Is er armoede op ‘den buiten’? De armoede in België op basis van gebied Bron: Stedelijke en Plattelandsarmoede (2013). Steunpunt Armoedebestrijding en Federaal Wetenschapsbeleid
8
Terugtredende diensten en voorzieningen Terugtredende diensten en voorzieningen op het platteland zorgen voor een verlaagde toegankelijkheid en onderbescherming. • Overheidsdiensten: – OCWM: in elke gemeente – Bibliotheek: een van de meest verspreide diensten – Werkwinkel: tot 7 gemeenten voor 1 werkwinkel – Kinderopvang: regionale verschillen, vaak gebrek aan flexibele en occasionele opvang – CAW: beperkt aantal contactpunten – Onderwijs: afstand tot secundair onderwijs vaak groot – Gezondheidszorg: verschillende drempels
9
Terugtredende diensten en voorzieningen • Middenstand : – Lokaal erg verschillend – Mensen die afhankelijk zijn van personen buiten het gezin lijden sterkst onder gebrek aan nabijheid – Mensen missen basisproducten (brood, vlees, algemene voeding) en banken het meest – Indien wel in de buurt: vaak duurder • Bedrijfsleven: – Minder bedrijven, minder arbeidsplaatsen – Afstand tot werk – Slechte bereikbaarheid of verbindingen “Het hangt allemaal samen. Vanaf hier is het niet mogelijk om met het openbaar vervoer naar de Aldi te gaan. De supermarkt in de buurt is te duur met mijn weekbudget.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
10
Terugtredende diensten en voorzieningen • Landbouw: – Boeren op een kruispunt • Vrije tijd: – Minder participatie van mensen in armoede: 26,5% t.o.v. 38,2% – Extra drempels op het platteland – Wel grotere aanwezigheid verenigingsleven • Nood aan nieuwe ontmoetingsplaatsen “De Welzijnsschakel is een godsgeschenk (…) Ik kan voor mezelf en de kinderen nieuwe kleren kopen in de winkel, de uitstappen doe ik mee als ik kan. Je kan ook gewoon binnenspringen voor een tas koffie.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
11
Mobiliteit Vervoersarmoede verkleint de kans op vele levensdomeinen. Mensen in armoede op het platteland zijn erg kwetsbaar voor vervoersarmoede. • Armoede: financieel aspect, netwerk, vaardigheden • Fysieke mogelijkheden: jong en oud, afstand • Landelijke gebieden: grotere afstanden, kleiner en ander aanbod
12
Mobiliteit Waarvoor ben je beperkt in de mobiliteit? Bron: Mobikansen. Mobiel21 vzw en Netwerk tegen armoede
13
Mobiliteit • Belang van mobiliteit – Werk – Gezondheidszorg – Diensten en voorzieningen – Kinderopvang en onderwijs – Vrije tijd “Als je drank moet kopen en je hebt rugproblemen… probeer dat maar eens thuis te krijgen als je aangewezen bent op het openbaar vervoer.” (Getuigenis Welzijnsschakels) “De bus is een groot probleem. Als mijn kinderen de bus willen nemen om op tijd op school te zijn, kan dit enkel met de bus van 07u10 ’s morgens. Dat is te vroeg.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
14
Mobiliteit • Duurzame mobiliteit – Mensen in armoede zijn de facto duurzamer in mobiliteit – Geen verzekerde mobiliteit, zeker niet op het platteland Welke vervoersmiddelen worden gebruikt? Bron: Mobikansen. Mobiel21 vzw en Netwerk tegen armoede
15
Mobiliteit • Mogelijkheden en beperkingen op het platteland – Te voet – Met de fiets – Openbaar vervoer – Individueel personenvervoer “Vroeger had ik een fiets. Nu moet ik voor mijn benen naar de kinesist. Het huishouden kan ik nog wel doen, een beetje stappen ook. Voor de rest ben ik niet meer mobiel.” (Getuigenis Welzijnsschakels) “Voor mij is de trein of het openbaar vervoer hier niet goed. (…) Je zit hier op een eiland.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
16
Lokaal armoedebeleid Lokale besturen hebben een grote verantwoordelijkheid in het sociale- en armoedebestrijdingsbeleid. Het lokale niveau staat het dichtst bij de mensen. Maar hoe groot is hun draagkracht? • Van Openbare Onderstand naar OCMW: – Uitbreiding opdrachten – Van aalmoezen naar maatschappelijke integratie • Lokaal sociaal beleid: – Voortdurende wijzigingen, met vooral aandacht voor steden – Gebrek aan kader voor lokaal armoedebestrijdingsbeleid, geen rechtstreeks armoedebestrijdende doelstellingen – Participatie mensen in armoede en middenveld niet optimaal, maar wel uiterst belangrijk
17
Lokaal armoedebeleid • Groot belang van lokaal bestuur: – Financiële steun – Energiearmoede – Schuldhulpverlening – … “Mijn gezondheid is niet goed. Enkele winters geleden zat ik zonder gas en elektriciteit. Ook het OCMW kon niks geven, zij hadden ook geen geld.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
18
Lokaal armoedebeleid • Beperkte draagkracht landelijke gemeenten – Klein fiscaal draagvlak – Grote noden – Kleine personeelsgroep – Beperkte diensten – Meest kwetsbaren de dupe? – Kansen op nabijheid
19
Lokaal armoedebeleid • Meer draagkracht en beter armoedebeleid mogelijk: – Samenwerking tussen gemeenten en OCMW’s – Participatie van mensen in armoede – Samenwerking met middenveld – Extra middelen via plattelandsfonds “Er is hier een betere mentaliteit dan in de stad. Mensen geven om je, zijn in je geïnteresseerd, zeggen goeiedag. Dat is de landelijke charme.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
20
Huisvesting Wonen op het platteland: wanneer je moet kiezen tussen betaalbaarheid of kwaliteit dan is je recht op wonen niet verzekerd. • Betaalbaarheid versus kwaliteit: – Woningprijzen hangen samen met ligging en situatie van het dorp. Woningprijzen in Vlaanderen in 2011. Bron: VRIND 2012. Studiedienst van de Vlaamse Regering
21
Huisvesting Woningprijzen in Vlaanderen in 2011. Bron: VRIND 2012. Studiedienst van de Vlaamse Regering
22
Huisvesting Woningen zonder basiscomfort, Vlaanderen en Brussel, 2001 Bron: Atlas van achtergestelde buurten in Vlaanderen en Brussel (2008). Kesteloot, C., & Meys, S.
23
Huisvesting – Gemiddeld 6% woningen zonder basiskwaliteit (stromend water, privétoilet, douche, badkamer) (2001) – Nu: grootstedelijk 96,1% goede kwaliteit – platteland 88% Aantal middelmatige woningen per arrondissement Bron: Wonen in Vlaanderen: de resultaten van de Woonsurvey en de uitwending woningbeschouwing (2005). Steunpunt Wonen
24
Huisvesting • De woonmarkt in Vlaanderen en op het Vlaamse platteland – Eigenaarschap: • 77% van de gezinnen woont in eigen woning • Meeste overheidsmiddelen naar eigenaars • Sterke Mattheuseffecten: bv. 40% hoogste inkomens krijgen 67% van woonbonusgeld • Ook mensen in armoede zijn soms eigenaar, grote groep ouderen • Noodkopen • Gebrek aan middelen of kracht voor noodzakelijke renovaties “Ik heb een woning gekocht om zelf af te werken. Ik krijg er geen orde in, het blijft een chaos.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
25
Huisvesting – Private huurmarkt: • 15% van de bevolking • Hoogste mediaan woonquote: 29% (t.o.v. 11,6% eig., 13,9% soc. huur) • Kwetsbaarheid private huurder: woononzekerheid, discriminatie op de huurmarkt • Kwaliteitsproblemen • Woonkost en laag inkomen = armoede “Ik had veel problemen om een woning te vinden. Ik had een te laag inkomen, mijn huur was meer dan een derde van mijn inkomen.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
26
Huisvesting – Sociale huurmarkt: • Sociale huisvestingsmaatschappijen en Sociale Verhuurkantoren • Klein marktaandeel: 8% “Het is heel moeilijk voor alleenstaanden. Is sta ook al lang op de wachtlijst voor een sociale woning. Ik krijg nu wel een huurpremie.” (Getuigenis Welzijnsschakels)
27
Huisvesting – Sociale huurmarkt: • 146.769 woningen – 91.926 gezinnen op de wachtlijst • Gemiddelde wachttijd 2,7 tot 3,7 jaar • Grote verschillen in aandeel sociale huurwoningen • Sociaal objectief 2023: 43.000 extra woningen Aantal en aandeel sociale woningen in 2011. Bron: VRIND 2012. Studiedienst van de Vlaamse Regering
28
Huisvesting – Sociale Verhuurkantoren (SVK’s): • Bijna 6.000 woningen • Intensere huurbegeleiding • Groeikansen: aantal, socialiseren private markt, combinatie met huurpremie Gebiedsdekking van SVK- kantoren in Vlaanderen. Bron: SVK’s in Vlaanderen, jaarrapport 2011.
29
Huisvesting • Energiearmoede – Link met energieverslindende woningen op het platteland – Groeiend probleem: 80.000 gedumpte klanten elektriciteit, 60.000 voor aardgas. Ook water. – Blijven ijveren voor sociale tarieven, goede LAC- werking, tegen afsluitingen … – Ook preventief werken: energiebesparende maatregelen – Grote ondersteuningsnood: administratie, drempelvrees, positie als huurder
30
Sleutels voor het beleid O PEN DEUREN NAAR EEN LEVEN ZONDER ARMOEDE. Daarom vragen wij: 1.Toegankelijke diensten in elke gemeente 2.Basismobiliteit voor mensen in armoede 3.Extra middelen in het plattelandsfonds specifiek voor kwetsbare doelgroepen 4.Uitbreiding van het kwalitatief en betaalbaar woonaanbod
31
Geef een signaal van protest & teken mee! Zet je naam en handtekening op onze sleutels en open mee deuren naar een leven zonder armoede. Je kan je sleutels vóór 15/01/2014 bezorgen aan Welzijnszorg of digitaal handtekenen via www.welzijnszorg.be.
32
Zet de campagne in de kijker! Deel onze boodschap, praat over de campagne en zwengel mee het debat aan. Een campagneaffiche aan je raam, een reuzeaffiche op school, een pin van Welzijnszorg op je borst, campagnefolders op een marktactie, ons volgen via Facebook en Twitter …
33
Doe mee & zamel geld in! Kies de actie die bij je past als vereniging, organisatie, school, parochie … want samen tegen armoede maakt ons sterk. Dankzij al het enthousiasme ervaren we voortdurend het warme gevoel van solidariteit én kan Welzijnszorg lokale projecten ondersteunen die kansen geven aan mensen in armoede.
34
Doe jij ook mee? Decembermaand: wintermaand, campagnemaand en Soep op de stoepmaand. Heel eenvoudig: registreer je Soepactie, ontvang je gratis promopakket en ga aan de slag.
35
Doe jij ook mee? Zet je benen in voor de armen en laat je sportieve prestatie sponsoren. Dwars door Hasselt, zondag 13 oktober 2013 Eindejaarscorrida Leuven, zondag 29 december 2013 Antwerp 10 Miles, april 2014 Stadsloop De Gentenaar, mei 2014 Nacht van West-Vlaanderen, juni 2014
36
Doe jij ook mee? Creatieve duizendpoot? Haal dan je wol en breipriemen boven voor de Goedgemutste Breicampagne. Brei zoveel mogelijk kleine mutsen, bezorg ze aan Welzijnszorg en wie weet zie je je eigen creaties in de winkel staan in januari.
37
Doe jij ook mee? Je kan een gift overmaken op BE21 0000 0000 0303. Jouw gift opent deuren naar een leven zonder armoede.
38
Welzijnszorg wil armoede buiten, ook op den buiten. Een actieve, boeiende en succesvolle campagne gewenst!
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.