1. Inktvip •Ongetwijfeld ken je de KPN reclame over Inktvip •Bekijk die Inktvip reclame op Youtube:

Presentatie over: "1. Inktvip •Ongetwijfeld ken je de KPN reclame over Inktvip •Bekijk die Inktvip reclame op Youtube:"— Transcript van de presentatie:

1

2 1. Inktvip •Ongetwijfeld ken je de KPN reclame over Inktvip •Bekijk die Inktvip reclame op Youtube: http://www.youtube.com/watch?v=ANPo2qmIUg8 http://www.youtube.com/watch?v=ANPo2qmIUg8 •Maak een informatie-theoretische analyse van deze reclame in termen van redundantie (Mulder 2004; Lyons 1984): hoe kan het dat verkeerd uitgesproken woorden toch kunnen worden begrepen? •Maak een meer gedetailleerde analyse van 3 verkeerd uitgesproken woorden in deze reclame: hoe werkt het redundantieprincipe in dit specifieke geval: –Hadden er ook andere klanken kunnen worden veranderd zonder onbegrijpelijk te worden? –Hadden er ook nog meer klanken kunnen worden veranderd zonder onbegrijpelijk te worden? –Had je het verkeerd uitgesproken woord ook begrepen als je het in isolatie, zonder context, had gehoord? –Welke conclusies kun je daarom trekken over de signal-information (Lyons 1984) in deze woorden?

3 2. Plasterk •Hieronder zie je een transcript (een uitgeschreven gesprek) van een stukje nieuwsinterview tussen Rob Trip, presentator van het programma Buitenhof, en Ronald Plasterk, minister van onderwijs. •Bekijk dit fragment op de site van Buitenhof (http://www.vpro.nl/programma/buitenhof/afleveringen/32553512/)http://www.vpro.nl/programma/buitenhof/afleveringen/32553512/ •Gebruik Lyons (1984), paragraaf 2.4 om een analyse te maken van wat Trip en Plasterk in dit fragment zeggen en doen in termen van descriptieve, sociale en expressieve informatie. •Maak een analyse van dit fragment in termen van typen media (Mulder 2004): –zowel in de communicatie tussen Trip en Plasterk, –als in hun communicatie met de kijkers op 4 maart 2007 –als ook in hun communicatie met ons via de Buitenhof site.

4 3. Van Dale •Hieronder vind je een aantal woorden met erachter de omschrijving in de digitale van Dale. Kies zelf de woorden die je wilt behandelen of waar je tijd voor hebt. •Laat de studenten voor een woord een omschrijving opschrijven zoals je die in een woordenboek zou kunnen vinden. •Lees vervolgens ongeveer 5 omschrijvingen van studenten + onderstaande omschrijving voor en laat de studenten stemmen: welke omschrijving kwam echt uit van Dale? •Bespreek de implicatie van de uitslagen. Bijvoorbeeld: •Is de ene omschrijving een betere descriptieve uitdrukking (Lyons 1984) dan de ander? En zo ja waardoor? •Wat kenmerkt de taal van woordenboekomschrijvingen? Wat doet ze verschillen van bijvoorbeeld de taal van conversationele omschrijvingen.