De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub

Schouder- en kniepathologie

Verwante presentaties


Presentatie over: "Schouder- en kniepathologie"— Transcript van de presentatie:

1 Schouder- en kniepathologie

2 schouderpathologie Rotatorcuff hechting schouderprothese

3 Anatomie en fysiology

4

5 Spierbalans !!! Ligamenten !!!

6 Rotatorcuff hechting Oorzaak :

7 Therapeutische mogelijkheden :
Kliniek : Nachtelijke pijn !!!! Pijn bij inspanning en beweging boven de schouder Pijn bij beweging achter de rug : pos. BH-test Bij grote scheuren : krachtsverlies Therapeutische mogelijkheden : Conservatief Operatief

8 Indien conservatief : Aandacht voor patiëntsituatie bij beh.
Leeftijd ( 40 j. of 80 j. ) Pensioen of actief Type werk ( bureau – arbeider ) Sociale situatie ( kostprijs ankers ) Lichamelijke kenmerken, amputatie of letsel aan contralaterale arm of aan benen

9 Voordeel : niet invasief Nadeel : geen spontane heling
Therapieen : Cortisone infiltraties Kinesitherapie Rust Orale NSAI’s Voordeel : niet invasief Nadeel : geen spontane heling progressie van scheur Toename van pijn en functieverlies

10 Indien heelkundig : Decompressie ( wegname van oorzaak van inklemming )

11 Hechting door reïnsertie van de pees :

12

13 Voordeel arthroscopische hechting :
Visualisatie van intra-articulaire pathologie met onmiddellijke therapie ( biceps, synovitis, onvolledige scheuren, kraakbenige letsels ) Perfecte inschatting van de scheur Grootte Vorm van scheur Gedeeltelijk, volledig

14

15

16 Post-op beleid 6 weken strikt passieve mobilisaties in drie dimensies. Bescherming van de reinsertiehechtingen door het vermijden van tractie op de hechtingen. Abductiekussen voor vier weken plus twee weken sling. Relaxatie van de ss. Anti-inflammatoir : oraal en fysiother. Na 6 weken start actieve mobil. Na 10 weken start tonificaties

17

18 schouderprothese

19 2 indicaties : Artrose : start met slechte pijnlijke schouder
Trauma : start met een goede schouder die door trauma vernietigd is.

20 Soorten omartrose Primaire osteo-artrose Rotatorcuff-artropathie
Posttraumatische artrose Avasculaire necrose

21 INDICATIE TOT CHIRURGIE
PIJN!!!!!!

22 Functieverlies  Indicatie tot chirurgie
Schouderprothese = Verbintenis tot pijnverlichting. GEEN verbintenis tot functieverbetering

23 Initiëel : maximale conservatieve therapie
Orale NSAI Fysiotherapie Intra-articulaire infiltraties Rust, rel. immobilisatie

24 Bij falen van maximale conservatieve behandeling
Indicatie tot prothesechirurgie Anatomische prothese Resurfacing reversed of delta prothese

25 Anatomische ----- resurfacing
Indicatie : primaire artrose, avasculaire necrose, posttraumatische artrose Voorwaarden : normale functionerende rot. cuff Verschil : resurfacing bij jonge personen, artrose zonder veel afwijkingen (AVN) : in functie van eventuele latere revisie Functie : bepaald door functie van spieren in cuff.

26 Heelkundige approach :
Tussen deltoid en pectoralis : geen desinsertie Desinsertie van subscapularis

27

28 Te verwachten resultaat
revalidatie Pendelen, draagdoek Na 2 weken start kine met mobilisaties, act en pass GEEN act endo gezien hechting van subscap, tot 6 weken postop. Te verwachten resultaat Mobiliteit zoals vroeger of beter Minimale last of pijn Normale kracht

29 Reversed of delta Indic :cuff-artropathie, post-traumatische artrose
Voorwaarden : irreparabele cuff met pseudoparalyse /// pijn resistent aan maximale conservatieve maatregelen.

30 Functie : bepaald door functie van deltoid-spier, cuff is afwezig.
Approach : via lateraal of delto-pectoraal Lat : desinsertie van deltoid anterieur ( te reïnsereren) Delto-pec : desinsertie van subscap ( geen inhechting meer nadien )

31 Biomechanisch model van de schouder verandert :
Rotatiepunt medialiseert Deltoidspier krijgt voldoende hefboom om de arm te abduceren, te heffen en te roteren. De rot. Cuff wordt overbodig. F L

32

33

34 Gecombineerde anesthesie : lichte oppervlakkige algemene anesth
Peroperatieve en postoperatieve anesthetische zorgen : bij alle patienten Gecombineerde anesthesie : loco-regionaal ( plexus-anesthesie ), meestal catheter, soms single shot + lichte oppervlakkige algemene anesth

35 kniepathologie van tot

36 Anatomie en fysiology

37 De knie = cylindergewricht
Rol-beweging met rolback aan de laterale zijde  tibia endoroteert bij flexie

38 Degeneratief lijden door :
Leeftijd Gewicht ( obesitas ) Meniscale letsels ( schokdempend effect is weg en punt belasting is aanwezig ) Kruisbandletstels ( instabiliteit veroorzaakt abnormale belasting van KB ) Gewrichtsbreuken Avasculaire necrose

39 Degeneratief lijden : Kraakbeen slijt af en verdwijnt, het onderliggende bot komt bloot te liggen en slijt ook eventueel verder  crepitaties, asafwijkingen Osteofytvorming aan de gewrichtsranden  flexie en extensie wordt minder Deels protectief Deels functieverliezend Synovitis met vocht vorming

40 Therapie van de degeneratieve knie
Conservatieve maatregelen en minimale invasieve Rust : vermijden te stappen, fietsen oké glucoamines Steunverband Pijnmedicatie ( nsai, paracetamol, morfinederivaten ) Hyaluronzuurinfiltraties Intra-articulaire corticoiden Artroscopische debridement

41 Invasieve maatregelen
Osteotomie ( bij unicompartimentele lijden ) Unicondylaire knieprothese Totale knieprothese

42 Osteotomie (de as van de knie re-aligneren zodat het gewicht zich gaat verplaatsen naar de gezonde kant van de knie ) Tibiale osteotomie voor mediale comparimentele gonartrose (varus knie) Femorale osteotomie voor laterale compartimentele gonartrose (valgus knie) Bedoeling : levensduurte van knie verlengen zonder implant, pijn verlichting, betere functie

43

44 Tibiale osteotomie : De as van het gewicht wordt van de zieke mediale zijde gebracht naar de gezonde laterale zijde

45 Femorale osteotomie : de as van het gewicht wordt van de zieke laterale zijde naar de gezondere mediale zijde gebracht

46 Unicondylaire knieprothese
Gevorderde unicomp. Gonartrose, waar osteotomie geen baat heeft med > lat Minimale botresectie Rest van de knie wordt intact gelaten

47 Kleinere incisie, snellere revalidatie
Revisie later naar primaire totale knieprothese nog mogelijk. Revalidatie : Wondzorg Onmiddellijke flexie- en extensieposturen Gangrevalidatie met steunname quadricepstonificaties

48 Totale knieprothese Indicaties : osteoartritis traumatische artritis rheumatoide artritis avasculaire necrose Bedoeling : pijnverlichting terug verrichten van ADL (activities of daily living )

49 Van inflammatie tot artrose

50

51

52 Cons. maatregelen : cfr supra Indicaties : cfr supra Bedoeling : cfr supra Pre-op planning : Rx full leg voor asafwijking te kennen goede face en profielopnames ( defecten en osteofyt-inschatting )

53 Beperkingen : functionaliteit biologische leeftijd defecten en as-afwijkingen vereisen maatregelen maar zijn geen contra-indicaties

54 Meestal onder locoregionale anesthesie ( epi ) Onder garrot en bloedleegte Uiteraard onder strikte steriliteit Prothesecomponenten worden gecementeerd Patella component niet altijd

55

56

57 Verschillende types van tkp :
Van niet constraint to maximaal constraint (effect van het design van de prothese die stabiliteit geeft om de instabiliteit van de knie post-op ten gevolge van ligamentaire deficiëntie tegen te gaan) Hierdoor worden de krachten op de prothese groter en wordt de fixatie meer belast zodat loosening meer mogelijk wordt.

58 Cruciate retaining tkp
Posterior stabilised tkp

59 Rotating hinged :

60 Hoe groter de afwijking van assen is, hoe meer bot deficiëntie er is pre-op, hoe meer constraint het implantaat is.

61 Te verwachten resultaat :
Het verdwijnen van pijn Functionaliteit terug groter Correctie van asafwijkingen Flexie van 90° tot 130° Mogelijke complicaties : Loosening infectie


Download ppt "Schouder- en kniepathologie"

Verwante presentaties


Ads door Google