Download de presentatie
GepubliceerdSilke Timmermans Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
Spreekwoorden verkennen met Pieter Brueghel de Oudere
2
88 97 14 121 114 36 17 1 91 26 25 100 74 5 92 35 63 55 113 124 96 12 107 19 76 70 24 116 69 16 117 11 51 119 15 54 37 3 108 111 94 78 122 72 120 60 110 20 33 46 109 61 39 80 27 4 34 66 102 47 101 41 50 9 28 48 8 98 13 75 104 38 31 2 93 53 56 10 29 65 95 49 115 45 105 71 7 58 84 30 68 106 87 42 103 22 77 62 89 81 32 67 40 86 43 126 118 57 23 99 73 90 79 85 112 6 52 21 82 18 59 83 44 125 64 123 1 tot 10 11 tot 20 21 tot 30 31 tot 40 41 tot 50 51 tot 60 61 tot 70 71 tot 80 81 tot 90 91 tot 100 101 tot 111 112 tot 130
3
De spreekwoorden en hun betekenis 1 tot 10
1. Aan de veren kent men de vogel Kinderen verloochenen hun afkomst niet 2. Aan een been knagen Langdurig vergeefs bezig zijn 3. Aan een oud dak moet je veel herstellen Verouderde zaken vergen nu eenmaal onderhoud 4. Achter het net vissen Een gelegenheid voorbij laten gaan 5. Als de ene blinde de ander leidt vallen ze beiden in de gracht Wanneer onbekwamen andere onbekwamen adviseren, gaat het fout 6. Als het kalf verdronken is dempt men de put Pas als het kwaad reeds is geschied, wordt er iets ondernomen 7. Bij de duivel te biecht gaan Geheimen aan de vijand verklappen 8. Bij iemand in het krijt staan Iemand iets verschuldigd zijn 9. Daar hangt de po uit Het is niet zoals het zou moeten zijn 10. Daar hangt de schaar uit Daar word je bedrogen
4
De spreekwoorden en hun betekenis 11 tot 20
11. Daar hangt het mes uit Een uitdaging 12. Daar staan klompen Tevergeefs wachten 13. Daar steekt meer in dan een enkele panharing Daar zit meer achter 14. Daar zijn de daken met vlaaien bedekt Er heerst overvloed 15. Dat hangt als een schijthuis boven de gracht Dat is overduidelijk 16. De beren zien dansen Erge honger hebben 17. De bezem uitsteken Doen en laten wat je wil als de baas er niet is 18. De bijl naar de steel werpen De moed geheel opgeven 19. De bok slepen Zich uitsloven om niets 20. De cappe op den thuyn hangen Het voor gezien houden
5
De spreekwoorden en hun betekenis 21 tot 30
21. De duivel op het kussen binden Met elke man raad weten 22. De een rokkent wat de ander spint Roddel napraten 23. De een scheert schapen, de ander varkens Het is in deze wereld ongelijk verdeeld 24. De ene bedelaar ziet de ander niet graag voor de deur staan Bang zijn voor concurrentie 25. De ene pijl de andere nazenden Misplaatste standvastigheid 26. De galg beschijten Nergens bang voor zijn 27. De gekken krijgen de beste kaarten Het geluk helpt de dommen 28. De grote vissen eten de kleine De machtigen verrijken zich ten koste van de armen 29. De haan en de vos hebben elkaar te gast Twee bedriegers zijn steeds op hun eigen voordeel uit 30. De hennentaster Iemand die zich druk maakt om ongelegde eieren
6
De spreekwoorden en hun betekenis 31 tot 40
31. De hond in de pot vinden De laatste zijn en niets meer krijgen 32. De kat de bel aanbinden Iets al te publiekelijk ondernemen 33. De kruik gaat zolang te water tot zij berst De onvoorzichtige die niet naar goede raad wil luisteren, ondervindt daarvan vroeg of laat de gevolgen 34. De omgekeerde wereld Niets is zoals het zou moeten zijn 35. De ooievaar nakijken Zijn tijd verdoen 36. De reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent Je hebt je doel pas bereikt als alles gedaan is 37. De rook kan het hangerijzer niet deren Zinloze ondernemingen moet men achterwege laten 38. De spindel valt in het vuur De zaak is misgegaan 39. De teerling is geworpen Het besluit is gevallen 40. De zeug loopt met de tap weg Nalatigheid is hier troef
7
De spreekwoorden en hun betekenis 41 tot 50
41. De zon niet in het water kunnen zien schijnen Afgunstig zijn 42. Den harinck braden om den roge oft kuyt De haring braden om de hom of kuit Iets opofferen om een kleinigheid 43. Die draghen dwater in deene hant ende in dander tfier, geloef hem niet, daer no hier Geloof nooit iemand die in de ene hand water en de andere hand vuur draagt Wees niet lichtgelovig, niet iedereen is je vertrouwen waard 44. Die zijn pap gemorst heeft kan niet alles weer oprapen Schade is nooit meer helemaal goed te maken 45. Door de mand vallen Doorzien worden 46. Door het oog van de schaar trekken Afgezet worden 47. Dune moets niet ute anders mans siden, eneghen breden rieme sniden Je moet niet geen brede riem snijden uit andermans leer Het is gemakkelijk met kwistige hand te beschikken over wat een ander toebehoort 48. Een aal bij de staart hebben Een moeilijke zaak die gedoemd is te mislukken 49. Een deksel op zijn kop hebben Opdraaien voor de schade 50. Een ei in het nest laten Iets achter de hand houden
8
De spreekwoorden en hun betekenis 51 tot 60
51. Een gat in het dak krijgen betekenis niet geheel duidelijk 52. Een hark zonder steel betekenis niet geheel duidelijk 53. Een kaars voor de duivel branden Met iedereen slijmen 54. Een morse muur is snel afgebroken Iemand die niet sterk in zijn schoenen staat is snel van de plank 55. Een oogje in het zeil houden Opletten voor de anderen 56. Een oorblazer Een kwaadspreker 57. Een pilaarbijter Iemand zo schijnheilig dat hij zelfs kerkpilaren omhelst 58. Een schuimspaan zijn Een zuiplap; een klaploper 59. Een stok in het wiel steken Iets of iemand dwarsbomen 60. Elkaar bij de neus nemen Elkaar voor de gek houden
9
De spreekwoorden en hun betekenis 61 tot 70
61. Ergens de gek mee scheren Iets of iemand bespotten 62. Gode enen vlassenen baert maken Voor God een baard van vlas maken Schijnheilig zijn 63. Hem roeckt niet wiens huys dat brant, als hi hem by de colen wermen mach Hij geeft er niet om wiens huis in brand staat, als hij zich maar aan de gloed kan warmen Elk voordeel is meegenomen 64. Het bijltje zoeken Een uitvlucht verzinnen 65. Het is gezond om in het vuur te pissen Men moet de woede afkoelen vooraleer men iets onderneemt 66. Het is maar hoe de kaarten vallen De toekomst ligt niet vast 67. Het is onder het hoedje gespeeld Iets in het geniep doen 68. Het varken is door de buik gestoken Alles was afgesproken werk 69. Hi cust het rinscken van der deuren Hij kust het ringetje van de deur Hij is overdreven onderdanig 70. Hi speelt op die kake Hij stelt zich aan
10
De spreekwoorden en hun betekenis 71 tot 80
71. Hij draagt de dag met manden uit Hij verdoet zijn tijd 72. Hij kan door een eiken plank zien als er een gat in zit Hij lijkt alleen maar een wonderdokter 73. Hij laat de wereld op zijn duim draaien Mensen doen alles wat hij wil 74. Hij loopt alsof hij het vuur in zijn aars heeft Hij loopt zeer hard 75. Hij vangt vissen met zijn handen Hij profiteert van het werk dat door anderen reeds is gedaan 76. Iets door de vingers zien Iets oogluikend toestaan 77. In het harnas steken Woedend zijn 78. Lachen als een boer die kiespijn heeft Gedwongen lachen 79. Liefde is waar de geldbuidel hangt Liefde is te koop 80. Men heeft daar latten op het dak Er wordt afgeluisterd
11
De spreekwoorden en hun betekenis 81 tot 90
81. Men kan niet gapen tegen een oven Het onmogelijke wordt niet van je verwacht 82. Men moet de schapen scheren al naar ze wol hebben Niet tegen elke prijs voordeel willen nastreven 83. Men moet zich krommen, wil men door de wereld kommen Wie iets wil bereiken, moet daar wat voor over hebben 84. Met hem kan men geen spies draaien Met hem valt niet samen te werken 85. Met het hoofd tegen de muur lopen Het onmogelijke proberen 86. Met moet geen rozen (paarlen) voor de zwijnen werpen Iets verkwisten aan iemand die het niet waard is 87. Naar het kippenei grijpen en het ganzenei laten lopen Uit gierigheid een verkeerde keuze maken 88. Niemand zo fijn iets spon of het kwam aan het licht der zon De waarheid komt altijd aan het licht 89. Niemant en soeckt de anderen in den oven of hi hefter selver in gewest Niemand zoekt de ander in de oven, als hij er zich niet zelf in verstopt heeft Alleen wie zelf slecht is, denkt slecht over anderen oftewel: Zoals de waard is, vertrouwt hij zijn gasten 90. Niet van het ene brood tot het andere weten te geraken Niet met geld kunnen omgaan
12
De spreekwoorden en hun betekenis 91 tot 100
91. Nood doet oude quenen draven Nood doet zelfs oude vrouwen rennen Angst geeft vleugels 92. Onder de bezem getrouwd zijn Zonder kerkelijke inzegening samenleven 93. Onwert dieghene talre stont, die twee tonghen draghen in den mont Wie twee tongen in hun mond dragen, zijn altijd onoprecht 94. Op de wereld schijten Overal maling aan hebben 95. Op hete kolen zitten Bang of ongeduldig zijn 96. Paardenkeutels zijn geen vijgen Laat je niets wijsmaken 97. Pluimen in de wind waaien Iets doen zonder nadenken 98. Schelvis uitwerpen om kabeljauw te vangen Een opoffering waar men niets mee opschiet 99. Si trecken omt lanxte Ze trekken om het langste eind Ze willen allebei winnen 100. So ras het hecken van de dam is, lopender de verckens in het koren Zodra het hek van de dam is, lopen de varkens in het koren Als er geen toezicht is springen kinderen of ondergeschikten uit de band
13
De spreekwoorden en hun betekenis 101 tot 111
101. Tegen de maan pissen Iets onmogelijks proberen 102. Tegen de stroom is het kwaad roeien (zwemmen) Tegen algemene opvattingen kan men zich moeilijk verzetten 103. Tot de tanden bewapend zijn Zwaar bewapend zijn 104. Tussen hemel en aarde hangen Zich in een lastige situatie bevinden 105. Tussen twee stoelen in de as zitten Helemaal niets uitvoeren 106. Twee honden aen eenen beene, si draghen selden wel overeene Verbitterd om iets vechten 107. Twee vliegen in één klap slaan Twee zaken die men in een moeite kan afdoen 108. Twee zotten onder één kaproen Een gek is niet graag alleen 109. Uit het raam groeien Niet geheim kunnen blijven 110. Uit hetzelfde gat schijten Onafscheidelijke kameraden 111. Van de os op de ezel springen Slechte zaken doen
14
De spreekwoorden en hun betekenis 112 tot 130
112. Veel geschreeuw en weinig wol Veel drukte, maar weinig resultaat 113. Voor wint ist goet seylen Voor de wind is het goed zeilen Onder gunstige omstandigheden is het gemakkelijker succes te hebben 114. Waar aas is vliegen kraaien Als er iets te halen valt, staat iedereen vooraan 115. Wat heb je aan een mooi bord als het leeg is? Lichamelijke behoeften gaan voor zintuiglijke 116. Wie weet waeromme die ganzen bervoets gaan? Wie weet waarom de ganzen blootsvoets gaan Alles heeft zo zijn reden 117. Wilde beeren, die sijn by den ander gheeren Wilde beren vertoeven graag bij soortgenoten Soort zoekt soort 118. Zij hangt haar man de blauwe huik om Zij bedriegt haar man 119. Zijn gat aan de poort vegen Zich nergens druk om maken 120. Zijn geld in het water gooien Zijn geld verkwisten
15
De spreekwoorden en hun betekenis 112 tot 130
121. Zijn huik naar de wind hangen Zijn mening aan de omstandigheden aanpassen 122. Zijn last dragen Ieder heeft zo zijn problemen 123. Zijn licht ergens op laten schijnen Zeggen wat men ergens van vindt; iets begrijpelijk maken 124. Zijn pijlen verschieten Te snel handelen of beslissen 125. Zo mak als een lammetje Heel gedwee 126. Zorg dat daar geen zwarte hond tussen komt Pas op dat het niet misgaat
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.