Download de presentatie
De presentatie wordt gedownload. Even geduld aub
GepubliceerdHidde Peters Laatst gewijzigd meer dan 10 jaar geleden
1
De zinsdelen p. 39 Oplossing
2
Even later ziet Freek een kleine, zwarte figuur met een rode helm rijden. Ziet Freek even later een kleine, zwarte figuur met een rode helm rijden? •F•Freek ziet even later een kleine, zwarte figuur met een rode helm rijden. •E•Een kleine, zwarte figuur met een rode helm ziet Freek even later rijden. Even later / ziet / Freek / een kleine, zwarte figuur met een rode helm/ rijden.//
3
De gestalte stuitert over de hobbelige paden langs de landerijen. Stuitert de gestalte over de hobbelige paden langs de landerijen? *De gestalte stuitert over de hobbelige paden langs de landerijen. *Over de hobbelige paden stuitert de gestalte langs de landerijen. *Langs de landerijen stuitert de gestalte over de hobbelige paden. De gestalte /stuitert /over de hobbelige paden /langs de landerijen.//
4
De brommer stopt bij het bruggetje. Stopt de brommer bij het bruggetje? Bij het bruggetje stopt de brommer. De brommer /stopt /bij het bruggetje.//
5
Het glimmende, knalgele ding maakt een oorverdovend lawaai. Maakt het glimmende, knalgele ding een oorverdovend lawaai? Een oorverdovend lawaai maakt het glimmende, knalgele ding. Het glimmende, knalgele ding /maakt/ een oorverdovend lawaai.//
6
Onder de helm ziet hij een sproeterig gezicht dat hem grijnzend aankijkt. Ziet hij onder de helm een sproeterig gezicht dat hem grijnzend aankijkt? Een sproeterig gezicht dat hem grijnzend aankijkt, ziet hij onder de helm. Onder de helm /ziet/ hij/ een sproeterig gezicht dat hem grijnzend aankijkt.//
Verwante presentaties
© 2024 SlidePlayer.nl Inc.
All rights reserved.